woensdag 22 december 2010

Een filosofisch intermezzo - geloven in de liefde

Liefde - hoe je het wendt of keert is toch een universeel fenomeen. Ongeacht de taal, leeftijd, cultuur of religie, liefde is liefde.

De subtiele verschillen is het object waarop deze liefde wordt geprojecteerd, alsmede het subject die deze liefde projecteert. Een religieus persoon zal zijn liefde voornamelijk richten op het object van zijn religie - of dat nou een god of anderszijdig metafysische substantie is, dat veranderd niks aan de projectie.
De liefde die wij als persoon projecteren naar onze familie en vrienden is van een andere soort dan hetgeen wij projecteren naar onze partner - diverse psychopathologieën daar nagelaten.

Ik vraag mij altijd af, waarom doen wij dit? Wat is de onderliggende reden voor het überhaupt projecteren van liefde?
Doen wij het in de verwachting er iets voor terug te mogen ontvangen? Dat betekent dat er sprake is van een oppertunisme - terwijl dat de essentie van liefde zou ondermijnen. Wat is dan de essentie van liefde? Is de essentie van liefde niet het projecteren van een prettig gevoel cq. "gelukkig gevoel" naar het object van projectie zonder er iets voor terug te verwachten - als een soort altruïsme? Dat zou moeten betekenen dat er nooit een vorm van oppertunisme aanwezig kan zijn in liefde - tenzij er sprake is van een schijn-liefde, een liefde dat in wezen geen liefde is.

In wat de liefde doet van Soren Kierkegaard lees ik de volgende zin: liefde gelooft alles - en wordt toch nooit bedrogen. De liefde gelooft alles en juist hierdoor zullen wij ook alles geloven - het geloven in de liefde zoals menig malen wordt geproclameerd in onze neerlandse film "alles is liefde".
Ik zie het bovenstaande als een duidelijk onderscheid tussen het "object liefde" en het "subject mens" die deze liefde projecteert. De ironie zit hem namelijk in het feit dat wij mensen heel goed in staat zijn om waanbeelden te maken die wij aannemen voor realiteit - een schijn van het object. Is geloof niet per definitie gebaseerd op de aanname van het individu? Zo ja, dan geldt dit dus ook voor alle invullingen op dit mechanisme - liefde in dit geval.

Het gevaar zit hem nu in het individu die als het ware een "self-fulfilling prophecy" voor zichzelf creeërt - idem opnieuw een invulling van het geloofs-mechanisme in een contradictoir perspectief. Dat gebeurd door selectief te toetsen hoe betrouwbaar dit "geloven in liefde is". De paradox zit hem in het feit dat geloof niet kan worden getoetst! Het enige dat zou kunnen worden getoetst is de eerder beschreven "schijn-liefde", omdat deze een feedback regeneert van oppertunisme. Dus dat geeft een negatieve meerwaarde voor de toetsing, waardoor alsnog de primaire vraagstelling blijft staan: waarom uitten wij liefde?

En deze vraagstelling krijg ik helaas niet beantwoord, want eerlijk gezegd weet ik er geen antwoord op. Ik zou zeggen, weet jij als lezer een antwoord dan hoor ik dit graag!
Mensen, ik wens ieder een hele fijne dag toe!
Dikke knuffel van jullie semi-filosoof Halbe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten