vrijdag 22 november 2013

Filosofisch intermezzo - Drogredenen onder het mom van 'Eigen volk eerst' vs. giro 555

Men noemt diegene een vrijgeest die anders denkt dan men op grond van zijn afkomst, omgeving, stand en beroep, of op grond van de dan heersende opvattingen van hem verwacht. Hij is de uitzondering, de gebonden geesten zijn de regel; zij beschuldigen hem ervan dat zijn vrije principes ofwel hun oorsprong vinden in de zucht om op te vallen, of dat er zelfs vrije handelingen, dat wil zeggen handelingen die onverenigbaar zijn met de gebonden moraal, uit afgeleid kunnen worden. Soms zegt men ook dat deze of gene vrije principes op een bizarre, overspannen geest teruggevoerd kunnen worden; maar zo praat alleen de boosaardigheid, die zelf niet gelooft in wat zij zegt, maar er schade mee wil toebrengen: want het getuigenis van zijn grote verstandelijke kwaliteiten en scherpzinnigheid laat zich meestal zo duidelijk van het gezicht van de vrijgeest aflezen, dat de gebonden geesten het maar al te goed begrijpen. [...] Bij de kennis van de waarheid gaat het erom dat men haar heef, en niet uit welke drang men haar gezocht, op welke manier men haar gevonden heeft. Hebben de vrijgeesten gelijk, dan hebben de gebonden geesten ongelijk, zonder dat het ertoe doet of de eersten uit onzedelijkheid tot de waarheid zijn gekomen, of dat de anderen uit zedelijk tot de waarheid zijn gekomen, of dat de anderen uit zedelijkheid tot dusver aan de onwaarheid hebben vastgehouden. - Overigens behoort het niet tot de aard van de vrijgeest dat hij juistere meningen heeft, maar wel dat hij zich van de traditionele heeft losgemaakt, al dan niet met succes. Gewoonlijk zal hij evenwel de waarheid, of ten minste de geest van het onderzoek naar de waarheid aan zijn kant hebben: hij eist argumenten, de anderen geloof. - Friedrich Nietzsche - Menselijk, al te menselijk, pagina 148-149, Nederlandse vertaling door Hans Driessen.

Het is enerzijds een intrigerende observatie en anderzijds een treurige gewaarwording. Sinds de ramp op de Filipijnen twee weken geleden plaatsvond werd het langzaam maar zeker duidelijk dat er sprake was van een humanitaire ramp is en dat giro 555 zou moeten worden geopend om noodhulp aan te bieden. Waar Nederland jarenlang, zo niet decennia met een groot hart geld hebben gedoneerd wanneer er een nationale oproep werd gedaan voor giro 555, begint de laatste paar jaren het fascistisch gedachtengoed dat wordt uitgedragen door neerlands grootste fascist dhr. Wilders een steeds grotere invloed te krijgen onder een bevolking dat ooit een verlichte gidsnatie was.
Wat een rationele discussie zo goed als onmogelijk maakt is de drogredenatie 'eigen volk eerst'. Ten eerste heb ik een broertje dood aan deze volledig ongefundeerde uitspraak en ten tweede mis ik de betrokkenheid van onze menselijkheid. Waarom is het een drogreden? Omdat ons land zich in een diepe recessie bevind dat sinds de jaren '80 van de vorige eeuw niet meer heeft voorgedaan en daarom mensen van mening zijn dat eerst onze eigen economie moet worden geordend en daarna pas actief hulp moet worden geboden aan andere landen. In feite komt het neer op het volgende idee: 'omdat ons land zich in een recessie bevindt en genoodzaakt is om op grote schaal te bezuinigen met een scala aan sociaal-maatschappelijke gevolgen, hebben wij als gemeenschap geen geld over om te geven aan andere mensen'. Wellicht is er ook sprake van de onderliggende gedachte dat een directeur van een hulporganisatie in de ogen van menig individu 'grof geld verdiend aan iedereen die geld doneert'.
Ok, dit zijn twee interessante redenaties die ik eens verder op filosofische wijze onder een vergrootglas ga plaatsen en vaststellen wat voor logica aanwezig is in deze redenaties.

Ik begin met de eerste drogreden: ons land bevindt zich in een recessie en wij moeten als maatschappij massaal bezuinigen, waarom zouden wij dan geld geven aan andere landen?
Laat ik eerst eens de facetten bekijken die betrekking hebben op onze economie, daarvoor ga ik eens kijken wat het CBS hierover te zeggen heeft. Op deze site is een gigantische schat aan informatie te vinden, wat helemaal niet betrekking heeft op deze essay. Ik ga enkel uit van de macro-economische groei en als uitgangspunt neem ik een simpel doch zeer effectief plaatje erbij wat op het eerste gezicht heel ingewikkeld lijkt te zijn, maar heel makkelijk te interpreteren is. Dat plaatje is hier te aanschouwen. Dit is een interactieve kaart met onder het plaatje per kwartaal de stand van de economie van dat kwartaal. Aan de rechterkant is een legenda te zien van alle verschillende facetten van onze economie (productie, vacatures, faillissementen etc.). Ook dit plaatje laat heel duidelijk zien hoe onze economie sinds 2009 in de slop zit. Zoals bekend staan de overheidsfinanciën sindsdien ook enorm onder druk. Heel veel mensen begrijpen niet waarom Nederland het dictaat van Brussel met daarin de 3%-norm niet mag overschrijden. Nou, dat heeft allemaal te maken met vertrouwen. Onze overheid is verantwoordelijk voor het maken van keuzes die invloed hebben op onze economie. Als onze overheid geen sterk financieel beleid gaat uitvoeren, dan ontstaan er problemen zoals Griekenland en Spanje en dergelijke problemen moet onze overheid ten alle tijden voorkomen! Daarnaast moet onze regering aantonen aan internationale kredietbeoordelaars zoals S&P en Moody's dat er voldoende maatregelen worden genomen waarmee de stabiliteit van de Nederlandse economie wordt verstevigd en daarmee inherent ook de euro als munt stabieler wordt. Vergeet niet dat de euro als munt afhankelijk is van de economische stabiliteit van iedere lidstaat. Kortom: alle bezuinigen die onze regering doorvoert is louter een noodzaak voor het verstevigen van onze economie!
Én het heeft gewerkt! Ook al komt het tekort van de overheidsfinanciën boven de norm van 3% is Brussel akkoord gegaan met onze begroting, zoals hier te lezen is. En natuurlijk kan je direct vragen stellen als "waarom moet Brussel onze overheidsbegroting goedkeuren?". Dergelijke vragen hebben allemaal betrekking op de euro als internationale munt waar uiteindelijk Brussel als het centrum van de EU voor verantwoordelijk is en daarmee ga ik niet verder in op alle onderliggende redenaties m.b.t. de EU, want dat is niet het uitgangspunt van deze essay.

Dat is natuurlijk niet alles, want het tweede deel van de redenatie ligt in het verlengde van de eerste redenatie. Waarom zouden wij geld geven aan andere landen? De grondslag voor deze vraagstelling ligt in het 'feit' dat wij als land geen geld zouden hebben. Maar mensen vergeten het volgende: wij hebben wel degelijk geld! Er worden op nationaal niveau nog steeds constant inkomsten gegenereerd op individueel niveau. Dat niet iedereen een constante stroom heeft van inkomsten is inherent aan de huidige economische problematiek waarmee een substantieel deel van de arbeidsbevolking (ruim 8%) werkeloos thuis zit, met alle maatschappelijke onrust als gevolg. Ook ik zit thuis, omdat ik geen baan kan vinden. Ik heb dan ook niet gedoneerd aan giro 555, maar niet vanwege de ongefundeerde reden van 'eigen volk eerst'. Nee, mijn reden is dat ik zelf amper kan rond komen van alle inkomsten die ik verkrijg via sociale voorzieningen. Iemand die geen geld heeft, kan natuurlijk geen geld geven, dat is logisch.
Maar iemand die wel geld kan missen heeft vanuit dit perspectief beschouwt geen enkele reden om geld te geven aan giro 555. En dat heeft ons land dan ook massaal gedaan, sinds 19 november staat de teller op een respectabel bedrag van 24,7 miljoen euro! Toch blijf ik nadenken over de vraagstelling 'waarom zou ons land geld geven als wij geen geld zouden hebben'. Het lijkt erop dat deze uitspraak volledig ontkracht is. Het is louter de subjectieve situatie van een individu die bepaald of iemand geld over heeft om te doneren of niet, het is een 'idee' dat bestaat onder een deel van de Nederlandse bevolking dat wij geen geld hebben. Dit idee wordt aangewakkerd door verhalen in de media waarin een heel zielig verhaal wordt getoond over de 'armoede' dat zou bestaan in Nederland.
Als je naar de subjectieve 'Nederlandse maatstaven' zou kijken, bestaat er inderdaad armoede in Nederland, zijn er mensen die geen inkomsten hebben op bijstandsniveau. Echter leven wij in een modern land met een scala aan sociale voorzieningen. Een huishouden waarin sprake is van meer uitgaven dan inkomsten zal op den duur in financiële problemen terecht komen. Het is noodzakelijk om dit te voorkomen, om een financieel plan te maken waarmee de inkomsten een plus zijn t.o.v. de uitgaven. En natuurlijk zijn er zat individuele verhalen te lezen op facebook of andersoortige fora waarin mensen hun miserie tentoonstellen. Juist daarom wordt er ook tegenwoordig steeds meer aandacht gegeven aan de huishoudelijke portemonnee, want schijnbaar bestaat er nog steeds een groep mensen die niet in staat zijn om de huishoudelijke financiën te ordenen, al dan wel of niet als gevolg van externe oorzaken.
Maar is dit echte armoede? Kan de 'Nederlandse armoede' worden geclassificeerd als armoede? De wereldbank hanteert als armoedegrens $1,25 per dag voor een volwassen individu (ik ga ervan uit dat volwassen norm = individu van 21 jaar). Dit komt neer op omgerekend ongeveer 1 euro per dag. De huidige bijstandsniveau voor een enkel individu is gesteld op € 627,93 per maand voor een volwassen persoon (21 jaar). Dit komt neer op: (627,93*12)/365 = € 20,64 per dag!? Dit is gewoon 20 keer zoveel als de internationale norm voor armoede!? Wat nou armoede? Ja, naar Nederlandse maatstaven is dit armoede, plus gebruik kunnen maken van alle sociale voorzieningen dat ons land rijk is, iets wat in vele andere landen niet het geval is. Maar dit kan ik puur rationeel gezien geen armoede noemen. Armoede is als je niet gebruik kan maken van primaire levensbehoeften, dat je geen dak boven je hoofd heb, geen beschikking heb over sanitaire voorzieningen, geen stromend water heb, niet te eten heb. Enkel een dakloze zal in onze samenleving dit probleem hebben, maar ieder mens die een dak boven het hoofd heeft, heeft toegang tot alle primaire levensbehoeften, al dan wel of niet in de vorm van sociale voorzieningen.
Bij deze beschouw ik de drogreden 'ons land bevindt zich in een recessie en wij moeten als maatschappij massaal bezuinigen, waarom zouden wij dan geld geven aan andere landen?' als ontkracht.

De tweede drogreden vind ik een hele interessante en kent een zeer complexe ethische patstelling. De drogreden omschrijf ik als volgt: 'waarom zou ik geld geven aan giro 555 als de directeur van elke hulporganisatie meer dan een ton verdiend?'
Mijn eerste vraagstelling aan ieder individu die aankomt met deze redenatie vraag ik altijd het volgende: 'kan jij het dan beter? Waarom solliciteer jij dan niet voor de functie van directeur van een dergelijke hulporganisatie?'. Helaas krijg ik hier nooit een onderbouwd antwoord op, of raakt het volledig ondergesneeuwd in de discussie die volgt op de primaire drogreden m.b.t. het beloningsbeleid van de directeur in kwestie. Ik denk dat ik voor een antwoord meer moet gaan kijken naar de psychologie van de donateur in kwestie met als vraagstelling: waarom geeft iemand geld aan een hulporganisatie?
Ik denk dat de voornaamste reden het besef is dat wij hier in Nederland een prachtig leven hebben en dat wij een soortgelijk leven ook mensen gunnen in een ander leefmilieu. Dit idee is ontstaan al dan niet onder invloed van opvoeding, media-aandacht of louter het persoonlijk aanschouwen van armoede gedurende vakanties. Het is echter afhankelijk van allerlei factoren hoe een persoon in kwestie de uitvoering van dit idee aanschouwt. Zelfs op het hoogste niveau is er nog sprake van enorme contradicties in de methodieken van hulpverlening. Los van het scala aan methodieken is het idealisme een vrij homogeen beeld: 'ieder mens een menswaardig leven gunnen'. Helaas is dat 'menswaardig leven' een subjectief begrip en wordt dit gevormd onder invloed van een persoonlijke projectie die wij maken op basis van ons eigen leven. Ieder gelukkig individu beschouwt zijn eigen leven als een volwaardig menselijk leven. En dat individu is dus van mening dat ieder mens recht heeft op een dergelijk volwaardig menselijk leven. Natuurlijk is ieder mens in staat om onderscheid te maken tussen het contextueel begrip 'menswaardig leven' en weet bijna iedereen dat mensen in Afrika binnen nooit binnen aanzienlijke tijd dezelfde welvaart zullen ervaren als wij hier in Nederland kennen. Desalniettemin zijn wij wel van mening dat mensen in Afrika de mogelijkheid moeten krijgen tot de primaire levensbehoeften, want ieder individu dat woonachtig is in Nederland erkent het belang van deze primaire levensbehoeften.
Ok, hiermee is de vraagstelling 'waarom geeft iemand geld aan een hulporganisatie?' beantwoord. Hoe is het mogelijk om op basis van deze informatie de drogreden te ontkrachten? Niet, althans niet met de huidige informatie. Ik moet eerst een zijstap nemen naar het concept van primaire levensbehoeften of laat ik het exacter opstellen: de methoden voor het verkrijgen van deze primaire levensbehoeften in het kader van het welvaartsniveau.

Wat is dit welvaartsniveau? Dat is de som van alle individuele factoren die bijdragen aan de welvaart van een land (sociale voorzieningen, toegankelijk van onderwijs en zorg, status van de economie, de status van de armoede etc.) en wat blijkt? In dit rapport dat in mei 2012 is opgesteld door het CBS bleek dat wij nog een verbazingwekkend hoog welvaartsniveau hebben. Sterker nog, ik quote het volgende:
Hoewel de economische crisis ook Nederland niet onberoerd heeft gelaten, is ons land nog steeds een van de meest welvarende ter wereld. In vergelijking met veel andere landen kunnen we bogen op een hoge koopkracht, een beperkte inkomensongelijkheid, veel eigenwoningbezit en de nodige spaartegoeden. Ook beschikken we over een deugdelijk onderwijssysteem, een degelijk stelsel van sociale zekerheid en een goede gezondheidszorg. Dat neemt natuurlijk niet weg dat ook in de Nederlandse samenleving welvaartsverschillen voorkomen die duidelijk zichtbaar zijn.
Natuurlijk kan je weer een vraagstelling plaatsen in wat voor mate dit rapport nog actueel is, anno november 2013. Ik geef toe, dit rapport mist een groot gat van actualiteit, maar het feit dat in 2012 onze economie in een diep gat lag en toch nog steeds een hoog welvaartsniveau had, beschouw ik als een signaal dat het helemaal niet zo slecht gesteld is met ons land als wij dat denken. En ja, ik weet heel goed dat er nog steeds enorm veel maatschappelijke onrust is m.b.t. de individuele portemonnee en dat de economie in 2013 zwaardere klappen heeft moeten verduren t.o.v. 2012, ook ik ben één van velen die noodgedwongen thuis zit. Maar gaat het echt zo slecht als dat wij allemaal denken, of is dit louter een gevoelsmatige uitspraak?
Hoe staat dit welvaartsniveau in relatie tot het individu? Dit welvaartsniveau is een reflectie van het individuele welvaartsniveau. En mensen met een hogere welvaartsniveau willen graag een bijdrage leveren aan het welvaartsniveau van andere mensen. En dit is de crux; mensen beschouwen hun inkomen als de primaire bron waaraan het individuele welvaartsniveau kan worden afgemeten. Want het is dit inkomen dat een mens in staat stelt om groter te gaan wonen, om luxer te leven en meer materiële bezittingen te kopen. Vanwege het riante salaris van menig directeur van een hulporganisatie beschouwd men het onnodig om bijdrage te leveren aan een hulporganisatie, omdat zij het idee hebben dat het grootste deel van hun geld wordt gebruikt voor het betalen van het salaris van de directeur van de hulporganisatie in kwestie. En menig media berichtgeving heeft dit idee enkel versterkt. Mensen zijn dan volledig verontwaardigd dat hun zuurverdiende centjes 'in de zakken van die hufters verdwijnen'.

Wat mensen helaas niet weten is dat er m.b.t. de beloning van salarissen van directeuren van hulporganisaties een gedragscode is opgesteld en dat die ook wordt gehanteerd zoals dit artikel laat zien. Helaas hadden de negatieve effecten van het handelen van bankieren ook zijn effect op het beeld dat bestaat bij directeuren van goede doelen organisaties. Ik heb een rapport gevonden dat is opgesteld door het NCDO (Nederlandse kennis- en adviescentrum voor burgerschap en internationale samenwerking) en gepubliceerd in 2010. Het volgende vond ik erg opmerkelijk:
Nederlanders op sommige punten iets terughoudender ten aanzien van internationale samenwerking dan vorig jaar.
Vergeleken met 2009 zijn Nederlanders op sommige punten iets minder positief ten aanzien van internationale samenwerking. De significante verschillen zijn vaak niet groot, maar wijzen wel in dezelfde richting. Zo vindt men het iets minder vaak belangrijk om arme mensen te helpen zich te ontwikkelen, denkt men iets minder vaak dat ontwikkelingssamenwerking bijdraagt aan structurele verbetering, en vindt men iets minder vaak dat armoede mede veroorzaakt wordt door het beleid en handelen van rijkere landen. Tegelijkertijd ziet men minder vaak het belang van internationale samenwerking voor rijkere landen en vindt men vaker dat zolang mensen in Nederland in armoede leven, er geen geld naar ontwikkelingssamenwerking moet gaan.
Dit laat zien dat vanaf het moment dat de kredietcrisis een serieuze invloed begon te krijgen op onze portemonnee, dat er opeens meer kritisch werd gekeken naar de inkomsten van de hulporganisatie in kwestie (wat een zekere rationale bevat, moet ik onderkennen). Gelukkig besloten mensen toch nog steeds geld te geven indien dit nodig was. Ironisch genoeg was de opbrengst voor Haïti (111 miljoen euro) het grootste bedrag in de geschiedenis van de SHO dat ooit was ingezameld. Dit laat zien dat ook toen mensen nog steeds hun steun gaven aan giro 555.
Het bovenstaande terzijde ben ik verder eens gaan onderzoeken naar de hoogte van salarissen van de directeuren van goede doelen. Uiteindelijk ben ik op de website van het VFI beland, dit is de branchevereniging van goede doelen en dient ter bevordering van de goede doelen als branche. Dit klinkt natuurlijk erg marketing-achtig, maar wat mensen vergeten is dat een organisatie ook een bestaansrecht moet hebben en dat het diens kosten moet kunnen terugverdienen. Het idealisme van dergelijke goede doelen is dat het belangeloos de plaatselijke bevolking ondersteunt op het gebied van maatschappelijke problemen of in het geval van noodhulp, de primaire voorzieningen in het kader van voedsel en zorg coördineert en uitvoert. Maar een organisatie die de eigen gemaakte kosten niet terugverdiend heeft geen bestaansrecht, omdat het structureel verlies leidt. Noem dit gerust koud of onmenselijk, maar het is de realiteit. Het verschil tussen een commerciële organisatie en een goede doelen organisatie is dat een commerciële organisatie als doel heeft geld verdienen door een product op de markt te brengen en een goede doelen organisatie ondersteunt menselijke ontwikkeling over de hele planeet. Per organisatie zijn er dan ook vanzelfsprekend verschillen in de percentages van financiële uitgaven aan de eigen organisatie en financiële uitgaven aan het bewerkstelligen van het doel: namelijk het helpen van mensen.
Probeer ik hiermee de beloningsbeleid goed te praten? Absoluut niet! Ik probeer enkel een rationeel construct te vormen waardoor mensen een idee kunnen vormen dat hun ideële gedachten over hulporganisaties niet stroken met realiteit en dat het niet vanzelfsprekend is dat een organisatie minimaal 95% van hun inkomsten besteden aan de uitvoering van hun werk. Op de site van het VFI is te zien dat gemiddeld alle organisaties die waren aangesloten bij het VFI gemiddeld 89% van hun inkomsten hebben geïnvesteerd in het uitvoeren van hun werkzaamheden als hulporganisatie. Persoonlijk vind ik dit een uitstekend bedrag, gezien de omvang van sommige organisatie en de complexe problematiek waar sommige organisaties in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgen, zoals hier te lezen is met de officiële rapportage over de werkwijze van de SHO gedurende de ramp op Haïti.

Is de drogredenatie 'waarom zou ik geld geven aan giro 555 als de directeur van elke hulporganisatie meer dan een ton verdiend?' hiermee weerlegd? In essentie niet, omdat ik niet specifiek ben ingegaan op de alle facetten m.b.t. het beloningsbeleid van een directeur. Dit is geen essay waarin ik alle ethische facetten wil benadrukken, ik wil benadrukken waarom de drogredenen onder het mom 'eigen volk eerst' niet correct zijn als uitgangspunt om giro 555 niet te steunen. Is dat gelukt? Ik ben van mening dat de belangrijkste drogredenatie volledig ontkracht is. Om de tweede drogredenatie te kunnen ontkrachten zou ik een half boekwerk moeten schrijven en dat is iets wat ik niet wil doen in het kader van deze essay. Wellicht dat dit een thema is dat ik in de nabije toekomst onder een filosofische loep ga plaatsen.

Voor nu wil ik mijn lezer bedanken voor het nemen van de tijd om deze complexe essay door te spitten! Ik wens iedereen een hele fijne dag!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!