donderdag 28 februari 2013

Psychologisch intermezzo - Het individu vs. de groep

Zo worden we eindeloos van de object-ander terugverwezen naar de subject-ander en omgekeerd; nooit komt er een eind aan de wedloop en het is die wedloop, met zijn bruuske omkeringen van de richting, die onze relatie tot de ander constitueert. Ongeacht het moment waarop we in ogenschouw worden genomen, verkeren we in de ene of in de andere van die houdingen - onbevredigd zowel door de ene als door de andere; we kunnen ons korte of lange tijd handhaven in de aangenomen houding, afhankelijk van onze kwade trouwe of van de specifieke omstandigheden van onze geschiedenis, maar nooit zal ze aan zichzelf genoeg hebben; op een duistere manier verwijst ze altijd naar de andere. - Jean-Paul Sartre - Het zijn en het niet - Nederlandse vertaling door Frans de Haan, pagina 520.

In mijn vorige essay heb ik een sluitende conclusie kunnen vormen binnen het thema moraliteit vs. cultuur. Na een hele reeks essays die allemaal toegespitst waren op de verschillende factoren die uiteindelijk leiden tot moraliteit danwel cultuur is het mij gelukt om een volledig beeld te kunnen vormen van de interacties die plaatsvinden tussen het morele individu en hoe dit leidt tot de vorming van een morele cultuur. Waar ik echter aan voorbij gegaan ben, zijn de psychologische interacties tussen het individu en de groep. Het is wellicht interessant om deze psychologische interacties op filosofische wijze te onderzoeken.

De vraag is echter: waar te beginnen?. Het is praktisch om eerst het begrip "groep" af te kaderen cq. te definiëren. Wat houdt een groep in? In de eerste instantie is een groep een samengestelde hoeveelheid individuen. Dat betekent dat een groep een zeer groot abstract element bevat - een groep kan uit 3 mensen bestaan, maar ook uit 30. Grootte is niet inherent aan het begrip van "groep", maar dat betekent wel dat er meer individuen aanwezig zijn in de groep en dat kan zijn reflectie hebben op de variëteit aan interacties. Hoe meer individuen, hoe meer interacties, des te dynamischer zal de groep functioneren.
Dit is een interessant gegeven om op door te gaan. Een groep dat bestaat uit meer individuen, zal dynamischer functioneren. Dit is echter onder specifieke voorwaarden. Indien er sprake is van een collectieve handeling dat ten uitvoer moet worden gebracht zal een groep heel gericht en dus niet dynamisch functioneren. Ieder individu heeft een individuele inbreng, maar dat zal geen effect hebben op de uiteindelijke collectieve handeling dat als doel is gesteld. In die zin wordt het individu ondergeschikt gemaakt aan de groep. Dit is echter enkel onder de conditie van een collectief belang, waarbij het behalen van een bepaald doel voorop wordt gesteld.

Hoe anders is het als het individu zichzelf bepaald als individu zijnde, zichzelf beschouwt als een individu binnen een groep. In zekere zin splitst het zichzelf af van de groep, op het moment dat het zichzelf gaat beschouwen als een groep. Kun je dan nog wel spreken van het bestaan van een groep? Bestaat er eigenlijk überhaupt wel een groep? Is een groep niks meer dan een illusie?
Een groep bestaat wel degelijk, als psychologisch besef dat je als individu deel uitmaakt van een bepaald proces dat wordt gedeeld met andere individuen. Enkel dan bestaat een groep. Maar vanuit een filosofisch perspectief beschouwt bestaat een groep niet en is het enkel een illusoire visie dat wordt gedeeld met andere individuen. Maar als een groep vanuit een filosofisch perspectief niet bestaat, hoe kan dan wel een maatschappij en een cultuur bestaan? Zijn dit dan ook louter psychologische constructen? Een maatschappij is tenslotte niks meer dan het geheel van alle interacties die plaats vinden tussen individuen binnen een natie - cultuur is eerder aan bod gekomen in het filosofisch intermezzo over het begrip cultuur. Hierin heb ik de volgende definitie van cultuur nader toebelicht en filosofisch onderzocht op diens validiteit.
cultuur als existentieel fenomeen is een dynamisch sociologisch mechanisme dat veranderlijk is en per definitie onmogelijk kan worden behouden. Het existeert in het nu en nu is een ongedefinieerde tijdsperiode dat bestaat tussen het verleden en de toekomst.
Dit biedt wellicht een nieuw licht op het door mij aangedragen probleem. Cultuur kan worden beschouwd als een existentieel fenomeen. Maatschappij en zelfs het hele concept van een groep kunnen eveneens vanuit dit perspectief op menselijke interacties worden beschouwd als een existentieel fenomeen. Voor de volledigheid van deze essay is het wellicht handig om primair te definiëren wat een existentieel fenomeen inhoudt.
De term existentieel impliceert dat er sprake is van het bestaan van een zekere substantie. Het bestaan hiervan hoeft niet per definitie te worden waargenomen volgens de empirische weg - vanuit de natuurkunde en scheikunde is bewezen dat een substantie kan bestaan zonder te worden waargenomen d.m.v. onze zintuigen. Wat wij waarnemen met onze zintuigen is de realiteit zoals die wordt gevormd door de manier waarop wij onze wereld aanschouwen - het bestaan van een variëteit aan substanties is inherent aan het bestaan van onze wereld. Wat wij waarnemen zijn de effecten van het bestaan van deze substanties. Een dergelijk effect kan worden beschouwd als een fenomeen - een interactie tussen de aanschouwer en diens omgeving.
Het bovenstaande gededuceert kan de volgende definitie worden gevormd van het begrip "existentieel fenomeen": 'een interactie van een aanschouwer met een bepaalde substantie van diens omgeving, begeleid door diens zintuigen waarmee het bestaan van die substantie al dan wel of niet direct of indirect wordt bevestigd.'

Dit gegeven impliceert dat een existentieel fenomeen enkel kan bestaan als psychologische gewaarwording van de substantie in kwestie. Immers bestaan wij enkel als psychologisch bewustzijn. Maar dan blijft nog altijd het complexe paradigma bestaan van een individu dat zichzelf plaatst ten opzichte van andere individuen die zich als een groep beschouwen en zodoende zichzelf plaatsen onder de noemer "wij". Interessant gegeven is dat door het concept van een groep te reduceren tot een psychologische gewaarwording, het begrip "wij" wordt gereduceerd tot een illusoir beeld waarin het individu zichzelf ondergeschikt maakt aan de groep - vanuit een filosofisch perspectief beschouwt bestaat er überhaupt geen "wij".
En toch blijven wij communiceren in termen van groepen, blijft het psychologisch idee van een groep individuen behouden. Wellicht dat dit te wijten is aan het feit dat wij de noodzaak van het bestaan van de ander erkennen. Niet alleen onze huidige samenlevingen, zelfs de oudste samenlevingen konden al een vorm van samenwerkingsverband. Al vanaf het vroegste bestaan van de mens wordt het bestaan van de groep als psychologisch proces ervaren als een positieve ontwikkeling - ieder individu kon zichzelf nuttig maken en zichzelf verdienstelijk maken naar de groep, waardoor de groep voor ieder individu op een collectieve wijze zou zorgen.
In onze huidige samenlevingen is het niet veel anders. Er zijn volledige psychologische modellen ontwikkeld, waarin een aantal "rolmodellen" zijn opgesteld als een abstracte kwalificatie van menselijk gedrag op de werkvloer. Wij erkennen de diversiteit van de mens - ieder mens heeft zijn eigen talenten en het is raadzaam voor ieder mens om die ontplooien in de verwachting dat het individu op die manier een grote bijdrage kan leveren aan de groep. Door ontplooiing van het individu en diens bijdrage kan de groep bestaan en zal de groep op zijn beurt het individu onderhouden; in onze huidige samenlevingen bestaat de groep als analogie van organisaties en onderhoudt de organisatie het individu als analogie van uitbetaling van loon als beloning voor de uitvoering van de aangewezen werkzaamheden als analogie voor diens bijdrage aan de groep.

Is het mogelijk om het paradigma van het individu vs. de groep te doorbreken? Of is dit inherent aan de menselijke existentie, dat er altijd een complexe verhouding zal bestaan tussen het individu en de groep? In feite wel. Los hiervan bestaat er een diversiteit aan interacties tussen het individu en de groep waarvan het loont om het verder op filosofische wijze te onderzoeken. Het doel hiervan is om vast te stellen of iedere interactie uniek in zijn bestaan is, of dat er een universeel model kan worden opgesteld dat fungeert als een universaliteit van de interacties tussen het individu en de groep. En dit, mijn vrienden, is iets wat ik in een volgende essay zal gaan onderzoeken. Voor nu wens ik jullie allen een hele fijne avond!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

dinsdag 26 februari 2013

Filosofisch intermezzo - Moraliteit vs. Cultuur

Onze tijd maakt de indruk van een interim-toestand; de oude wereldbeschouwingen, de oude culturen bestaan gedeeltelijk nog, de nieuwe zijn nog onzeker en niet ingeburgerd en daardoor nog geen afgeronde eenheid en weinig consequent. Het lijkt alsof alles chaotisch wordt, het oude verloren gaat, het nieuwe totaal niet deugt en steeds slapper wordt.[...] We wankelen, maar het is zaak daar niet angstig van te worden en het nieuw-verworvene prijs te geven. Bovendien kunnen we niet terug naar het oude, we hebben de schepen achter ons verbrand; het enige dat ons rest is dapper te zijn, waartoe dat ook mag leiden. - Als we maar doorlopen, als we maar van de plaats komen! - Friedrich Nietzsche - Menselijk al te menselijk - pagina 162 nederlandse vertaling Boom.

In mijn vorige blog heb ik een betoog gehouden over het concept moraliteit. Ik ben de afgelopen maanden bezig geweest met het vormen van een eigen begrip over dit complexe thema. Ik heb al verschillende essays hieraan gewijd, die allemaal de revue hebben gepasseerd in mijn vorige blog. Ik heb iedere essay zorgvuldig doorgenomen en de validiteit gecontroleerd van de verschillende aangedragen argumenten waarop de uiteindelijk conclusie van de desbetreffende essay op is gebaseerd. Het heeft geleid tot enkele verassende inzichten, waarvan de belangrijkste wellicht de ontdekking was dat de ideeënleer van Plato ontoereikend is voor het vormen van een concreet begrip van moraliteit beschouwd vanuit een metafysisch perspectief. Uiteindelijk heb ik besloten om het gestelde paradigma te behouden in zijn huidige vorm, met de onderliggende gedachte dat het is toespitst op een ander filosofisch systeem van Plato's ideeënleer.
Dan rest mij nu nog het afronden van het thema moraliteit, beschouwd vanuit een cultureel perspectief. Dit zal ik ten uitvoer brengen door de interacties tussen cultuur en het concept van moraliteit op een diepgaander niveau op een filosofische wijze te onderzoeken. Ik begin hiermee wederom bij mijn essay over het fenomeen van cultuur. In mijn vorige essay heb ik hierover de volgende conclusie kunnen trekken:
botsing van culturen leidt onherroepelijk tot het worden beïnvloed van de ene cultuur door de ander.
Wat voor effect heeft dit gegeven op de vorming van moraliteit? De eerste gedachte is dat een botsing tussen culturen met diens normen, waarden en gebruiken onheroepelijk leidt tot een veranderde moraliteit zoals geldig is binnen diens cultuur. Wellicht is het handig om eerst een eenduidige definitie van moraliteit op te stellen. Tot heden heb ik het volgende gevormd van het begrip moraliteit: moraliteit - de noodzaak voor menselijke existentie en diens menselijkheid om gestelde normen en waarden te hanteren en handhaven om aldoende harmonie te creëeren tussen mensen.
Is dit gegeven voldoende om te kunnen fungeren als een definitie van moraliteit? Of mist er nog een elementair facet van moraliteit? Eigenlijk voldoet deze omschrijving niet als men de interacties tussen mensen in beschouwing neemt. Er wordt verwezen naar menselijke existentie, maar voor het individu is het geen noodzaak, het wordt pas een noodzaak indien er sprake is van de vorming van een groep. Om te kunnen vaststellen welke normen er binnen een groep gelden, zal moraliteit gelden als de leidraad voor het instellen van die norm. Of is het omgekeerd? Een interessante denkwijze dat loont om verder uit te diepen.

Ik begin hiermee bij mijn filosofisch intermezzo over Het begrip van cultuur. Hierin heb ik op een filosofische wijze de diverse facetten van cultuur onderzocht. Een interessant gegeven is de conclusie dat uiteindelijk het individu dat zich niet conformeert naar de geldende normen van de cultuur leidend zijn voor het aandragen van veranderingen in het gedachtengoed cq. gebruiken van een cultuur. Dit impliceert dat het individu in elke conditie leidend is voor het doorvoeren van veranderingen binnen een groep. Echter is het doorvoeren van veranderingen inherent aan een aantal onderliggende factoren. Primair is de essentie van het thema van groot belang. Indien het thema betrekking heeft op de hele groep en op een positieve bijdraagt aan de ontwikkeling, zal het veel sneller worden geïmplementeert dan wanneer het thema enkel bijdraagt aan de ontwikkeling van enkele individuen. Hoe kleiner de groep individuen is t.o.v. de grote groep, des te langzamer zal het nieuwe gedachtengoed een fundament verkrijgen binnen de groep en soms zelfs niet indien het draagvlak dusdanig minimaal is dat het geen meerwaarde heeft voor de groep om het idee te implementeren in diens gedachtengoed. In feite gaat de ontwikkeling van cultuur gepaard volgens dezelfde sociologische mechanismen als een democratie, ware het niet dat een democratie een staatsvorm is en cultuur een abstractie existentie is van de normen en waarden binnen een natie. Dit gezegd hebbende is de conclusie eenduidig: de moraliteit van het individu is geldend als de heersende norm binnen een cultuur.
Dit impliceert dat het individu zal bepalen wat voor omgangsnormen met diens medemens wenselijk is en dat de existentie van moraliteit inherent is aan het bestaan van een groep mensen. Betekent dit dat het concept van menselijkheid een analogie is van moraliteit? In zekere zin wel, door het hanteren van een norm bepalen wij op transcendente wijze een deugdelijke omgang met elkander; de praktisering van deze omgang is onze menselijkheid. Is het dan in dit stadium mogelijk om een definitie op te stellen van moraliteit? Zeer zeker.
Moraliteit is de transcendente norm gesteld door het individu waarop wordt bepaald op wat voor wijze mensen op een deugdelijke wijze interacties aangaan met elkaar.
Dit gegeven impliceert dat al onze normen en waarden zoals die voortkomen uit onze cultuur zijn gebaseerd op de moraliteit zoals die is opgesteld door het individu en dat leidt onheroepelijk tot harmonie tussen mensen, waarmee een natie op een ordelijke wijze kan voortbestaan. Chaos en anarchie zijn in dit perspectief beschouwt niks meer dan het gemis van een moraliteit onder groepen mensen, danwel een verkapte vorm van moraliteit waardoor het menselijk handelen wordt gedegradeerd tot een instinctieve wijze van existeren en het bewustzijn, dat in zekere zin fungeert als het fundament van moraliteit, ondergeschikt wordt gemaakt aan de instinctieve wijze van handelen.

In mijn psychologisch intermezzo waarin ik een uiteenzetting heb gemaakt van het morele individu vs. cultuur ben ik uit gegaan van het karakter als de primaire eenheid van ons bewustzijn en de vorming van de intrinsieke morele lat. Dit gegeven onderstreept de onlosmakelijk ontwikkeling van een vorm van interacties tussen mensen dat indien er wordt voldaan aan een bepaalde invulling van deugdelijk handelen, dit kan worden gekwalificeerd als moraliteit. Daaropvolgend heb ik de volgende opmerkelijke samenvatting opgesteld:
De uiteindelijk vorming van het moraal als kind-zijnde tot het volwassen-zijnde, is echter weer een bijzondere interactie die het kind ten uitvoer brengt gedurende diens opvoeding en de kennis en (levens)wijsheid die het kind verkrijgt gedurende diens ontwikkeling tot het zijn van het individu. En dit moraal wordt mede gevormd door externe interacties met de omgeving en de gehanteerde normen en waarden die de samenleving aandraagt, als onderliggend mechanisme dat uitmondt in cultuur. Het individu is echter van substantieel belang voor het behoud van cultuur, want de reflectie van diens individuele normen en waarden is wat uiteindelijk de cultuur van een volk vormt.
Dit is geheel in lijn met de ideeën van diverse filosofen, waarvan ik een belangrijke quote in mijn vorige essay heb geplaatst van Jean Paul Sartre. Zijn uitgangspunt is vooralsnog de noodzakelijke vrijheid van het individu. Het is door vrijheid dat wij genoodzaakt zijn om interacties aan te gaan met onze omgeving. Aldoende leidt dit tot de vorming van een bepaalde vorm van interacties. Dit gegeven impliceert dat moraliteit enkel kan bestaan vanuit het perspectief van vrijheid danwel de vrije wil van het individu, geheel in de lijn van Kant's denken. Het is door ons deugdelijk handelen dat wij vorm geven aan de methoden van onze interacties, aan de manier waarop wij onze samenlevingen vorm geven. Door het individu deugdelijk op te voeden, conform het karakter, zal er een "deugdelijke generatie" ontstaan vanuit diens interacties cq. invloed op de ontwikkeling van cultuur. Een "deugdelijke cultuur" is een utopie, dat wel degelijk realiteit kan worden.
Uiteraard is het omgekeerde ook mogelijk. Indien een ondeugdelijke omgang met onze medemens de norm wordt van het individu, zal er een ondeugdelijke cultuur ontstaan. Dit is momenteel gaande gezien de ontwikkelingen o.a. uit het gegeven dat sociale media tegenwoordig als een digitale schandpaal worden gebruikt. Gelukkig zijn gedragingen zoals deze betrekkelijk en is het des te simpeler te stellen dat onze cultuur ondeugdelijke normen begint te vertonen, terwijl dit ook een incident kan zijn. Daarnaast is het louter in het belang van de maatschappij dat deugdelijk handelen cq. moraliteit een belangrijk fundament wordt van onze cultuur. Het is zoals eerder gesteld moraliteit dat primair bijdraagt aan de vorming van een maatschappij waarin ieder individu zichzelf volledig tot ontplooiing kan brengen zonder een ander schade te berokkenen. Juist daarom zal een dergelijke oproep tot een nationele protestactie zoals soms door een individu wordt geopperd nooit waarheid worden, is er nou eenmaal geen (moreel) draagvlak. De prikkel voor mensen om tot een dergelijke protestactie over te gaan ligt daarvoor veel te hoog. Het uitten van een mening daarentegen op een willekeurige webpagina is makkelijk en kost relatief weinig tijd. Juist daarom wordt er door een hoop mensen op een dergelijke wijze onvrede geuit, maar leidt dit niet tot een dergelijke actie. De vermeende volkswoede draagt niet bij aan de gewenste (deugdelijke) ontwikkeling van onze cultuur, dus laat ieder individu het bij het uitten van een mening om vervolgens over te gaan op de waan van de dag.

Ok, nu begint het interessant te worden en wordt er een helder beeld gevormd. Uit het bovenstaande kan er een finale conclusie worden gededuceerd: de ontwikkeling van het individu is leidend voor de ontwikkeling van cultuur volgens dezelfde sociologische mechanismen als de ontwikkeling van een natie gebeurd volgens het democratisch bestel. Het morele individu is op haar beurt verantwoordelijk voor de morele ontwikkeling van de maatschappij, aangezien het individu leidend is voor de ontwikkeling van cultuur. Indien een ontwikkeling wenselijk is en er bestaat een groot draagvlak onder de bevolking, dan zal de nieuwe ontwikkeling vrij snel worden geïmplementeerd. Een voorwaarde is echter dat de gewenste ontwikkeling bijdraagt aan een verdere stabiele, morele samenleving. Moraliteit wordt in dit perspectief beschouwt als leidend voor de invoering van de ontwikkeling. Iedere ontwikkeling dat op een negatieve wijze bijdraagt aan de moraliteit van onze cultuur zal worden veroordeeld, met als doel het bijsturen van het individu dat diens moraliteit niet op dezelfde wijze beschouwt zoals transcendent door de cultuur van de natie ten uitvoer wordt gebracht conform diens menselijkheid.

Mijn vrienden, ik dank u hartelijk voor het lezen van deze sluitende essay over moraliteit! Ik had niet verwacht dat het zoveel tijd in beslag zou nemen, maar desalniettemin was het de moeite waard. Uiteindelijk is het mij toch gelukt om een sluitende conclusie te kunnen vormen over moraliteit en diens interacties met cultuur.
Ik wens jullie allen een hele fijne avond toe! Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!