vrijdag 22 juni 2012

Filosofisch intermezzo - De intolerante samenleving

Gegeven onze beschrijving van wat rechtvaardig en wat onrechtvaardig is, handelt iemand onrechtvaardig of rechtvaardig, wanneer hij die dingen vrijwillig verricht. Handelt hij echter onvrijwillig, dan handelt hij onrechtvaardig nocht rechtvaardig, met uitzondering van de mogelijkheid dat dit op bijkomstige wijze gebeurt. Mensen verrichten namelijk wel handelingen die bijkomstig rechtvaardig of onrechtvaardig zijn.[...] Dit betekent dus dat bij het ontbreken van het aspect van vrijwilligheid iets wel onrechtvaardig zal zijn, maar hiermee nog geen voorbeeld is van onrechtvaardig gedrag. - Aristoteles, Ethica Nicomachea; Nederlandse vertaling door Charles Hupperts en Bartel Poortman, pagina 178 - 179.

Ik vraag mij af, lijkt het zo, of is de samenleving het laatste decennium steeds intolleranter geworden? Hiermee doel ik natuurlijk niet op het soort intollerenatie t.o.v. asociaal gedrag. Ieder individu krijgt vanuit diens opvoeding een bepaald gedrag aangeleerd en een fundamenteel onderdeel in de omgang met andere mensen is die van normen en waarden.
Nu valt er natuurlijk vanaf dit punt het één en ander te zeggen over dit concept, hierbij doel ik op culturele verschillen die een onoverkoomlijk effect teweegbrengen op de ontwikkeling van de normen en waarden van het individu, maar dit is al uitgebreid behandeld in andere blog, waarvan een filosofisch intermezzo over het fenomeen van cultuur tot heden het meest volledige persoonlijk onderzoekje is in het kader van dit thema.

Laten we eerst eens kijken naar onze hedendaagse samenleving. Ik durf niet te stellen dat het altijd zo is geweest, gezien het feit dat mijn referentiekader vrij beperkt is, omdat ik vroeger nooit zo vaak naar het nieuws keek of kranten las. Maar ik heb het idee dat onze samenleving veel emotioneler is geworden. Wij handelen tegenwoordig veel meer uit onze emoties en alle onderliggende danwel verbonden psychologische mechanismen dan dat wij daadwerkelijk bewust handelen vanuit een rationeel bewustzijn.
Om de hoogleraar psychologie Frans de Waal te quoten:
We leven in een tijdperk dat het verstandelijke hoog aanslaat en neerkijkt op emoties, die als week en warrig gelden. Erger nog: emoties zijn moeilijk te beheersen, en is zelfbeheersing niet het kenmerk van de mens?
Het lijkt alsof wij collectief falen op het concept van zelfbeheersing. Steeds meer zie ik extreme emotionele uitingen verschijnen als een reactie op een nieuwsbericht waarin diverse gruwelijkheden worden omschreven die een individu heeft uitgevoerd. Ik vraag mij af, waar gaat het naartoe als het monster dat een verschrikkelijke daad heeft begaan wordt overrompeld door een nog groter monster? Staan mensen weleens stil bij de realistische handelingen die zij zouden moeten uitvoeren wanneer zij de daad bij hun woord voegen?

Misschien lijkt het alleen maar zo en is het eerder een vorm van grootpraterij door een individu dat zijn ongenoegen wilt uitten. Dan nog snap ik nog niet dat zodra ik deze mensen confronteer met hun bizarre uitspattingen, dat zij blijven bij hun standpunt en zijn ze heilig ervan overtuigd dat zij hun woorden zullen omzetten in daden. Ik betwijfel dit ten sterkte, ik denk dat een hoop mensen weigeren in te zien dat de gevolgen van hun handelen grote gevolgen kunnen hebben in de breedste zin van het woord. Een integer mens met een degenen geweten zal nooit het leed vergeten dat hij/zij een ander aan doet, ongeacht onder welke omstandigheden het leed is aangedaan.
Iemand die dit wel kan, heeft in mijn optiek te kampen met geheugenverlies (het onderdrukken van gedachten) of moet serieus zorgen maken over zijn/haar persoonlijke moraliteit, want dat betekent dat je niet in staat ben om een adequate inschatting te maken wat het verschil is tussen goed en kwaad.

Wat nog erger is, is dat mensen schijnbaar een beter inzicht hebben in rechtspraak dan degenen die de rechtspraak uitvoeren (rechters). Iedereen heeft een mening, wat het goed recht is van het individu, maar het lijkt wel alsof tegenwoordig iedereen een extremere vorm van rechtspraak wilt zien.
Het zou kunnen dat dit het gevolg is van maatschappelijke verbijstering met zaken waarin er zinloos geweldig is toegepast, door mensen (veelal jongeren) die geen inzicht hebben in hun handelen en de rechtvaardigheid ervan en vanwege de aard van de situatie handelen op een onrechtvaardige manier.
Dan nog blijf ik bij mijn standpunt, wat geeft ons het recht om te handelen zoals het primaire monster heeft gehandeld? Dat is geen rechtspraak meer, rechtspraak is dat degene die onrecht is aangedaan in zijn gelijk moet worden gesteld. Deze gelijkstelling wordt uitgevoerd door degene die het onrecht heeft aangedaan een straf moet uitzitten dat gelijkwaardig is aan de misdaad die de persoon heeft begaan.

Ik vraag mijn lezer de volgende vraag: hoe kan rechtspraak tot recht komen, zolang degene die onrecht is aangedaan nooit genoegdoening zal hebben voor welke straf dan ook? Wij zijn het enige diersoort die een systeem van gelijkwaardigheid hebben ontwikkeld, maar hoe kunnen wij het systeem in stand houden wanneer het individu zichzelf constant in de slachtofferrol plaatst? De rechtspraak kent geen emoties en gevoelens. Het houdt er wel rekening mee, maar emoties en gevoelens hebben geen meerwaarde bij de uitvoering van rechtspraak, want het is per definitie een subjectief begrip dat geen enkele meerwaarde heeft op de uitvoering van de rechtspraak. Rechtspraak gaat over universele gelijkwaardigheid en niet over het emotionele individu.
Eigenlijk is het enigszins paradoxaal, want juist door rechtvaardigheid wordt het individu dat onrecht is aangedaan in zijn gelijk gesteld en dit heeft een effect op onze emotionele gelijkwaardigheid. En juist hier gaat het mis, want het individu dat dat zichzelf in de slachtofferrol plaatst, zal nooit emotionele gelijkwaardigheid ervaren, omdat elke straf die de ander krijgt altijd te laag zal zijn. Dit is een directe ondermijning van de rechtspraak, iets waar de samenleving al sinds enkele jaren probeert te beïnvloeden. Jammer alleen dat de publieke opinie niet over de kennis en inzicht beschikt voor de uitvoering van rechtspraak.
Ik vraag mijn lezer deze allerlaatste vraag: hoe lang gaat het duren voordat onze intollerantie maatschappij zijn beslag zal leggen op de rechtspraak? Waarom dan niet gelijk de sharia invoeren, als we geen waarde meer hechten aan de uitspraken van een rechter, die de belichaaming is van rechtspraak?

Mijn vrienden, bedankt voor het lezer van deze blog, ik zit al veel langer met deze angsten en hoe meer signalen ik opvang, des te groter groeit mijn angst voor onze maatschappij die langzaam maar zeker zijn tollerantie jegens het individu aan het verliezen is. Eer de rechtspraak! Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

woensdag 20 juni 2012

Filosofisch intermezzo - Object/subject relatie

Wat ook de inhoud van onze kennis mag zijn, en hoe die zich ook op het object betrekt, toch is de algemene, zij het alleen negatieve, voorwaarde voor al onze oordelen in het algemeen dat ze zichzelf niet tegenspreken; in het andere geval zijn deze oordelen op zichzelf (ook als we het object buiten beschouwing laten) niet. Maar zelfs als ons oordeel geen tegenspraak bevat, kan het begrippen zo verbinden, dat het object er niet mee overeenkomt, of zo dat we voor die verbinding geen grond hebben, a priori of a posteriori, die dat oordeel rechtvaardigt; en aldus kan een oordeel zonder enige innerlijke tegenspraak toch onwaar of ongegrond zijn - Immanuel Kant - Kritiek van de Zuivere Rede; pagina 234, Nederlandse vertaling Boom

Het menselijk bestaan is een vrij intrigerende aangelegenheid. Wij leven ons leven, niet wetende wat het leven ons gaat brengen. Wij stellen doelen op voor onszelf, hopende dat we deze doelen ooit zullen bereiken. Sinds ik ben begonnen met mijn zoektocht om het pad des levens te ontrafelen, kan ik niet ontkennen dat ik het gevoel heb dat ik bekende paden aan het betreden ben. Of misschien ben ik nooit van het originele pad afgedwaalt, maar heb ik een zijweg genomen om uiteindelijk toch weer op mijn originele pad des levens terecht te komen.

Een fundamenteel onderdeel van mijn zoektocht is het vergaren van kennis. Ik kan geen dag bedenken dat ik niet heb nagedacht over kennis in de breedste zin van het woord. Met kennis komt namelijk begrip, begrip is in feite niks meer dan de toepassing van kennis. Toch is hier al sprake van een verandering van de essentie van de kennisgeving.
Kennis die ik heb vergaard wordt in zijn ruwste vorm opgeslagen in mijn geheugen, toch is deze ruwste vorm niks meer dan de omvorming van kennis naar een begrip. Wij kunnen kennis alleen toepassen als wij er een begrip aan koppelen, want kennis in de concrete zin van het woord is een abstractie dat onze geest niet kan bevatten.
Ik kan kennis vergaren van het object genaamd een televisie, wat levert dit mij op? Dat ik een beeld kan vormen van hoe een televisie eruit ziet, net zoals dat ik kan begrijpen dat het een apparaat is dat werkt op stroom en dat er een diversiteit aan mechanica wordt toegepast voordat er een bewegend beeld verschijnt op mijn beeldscherm, maar wat voor kennis levert mij dit op in de meest concrete zin van het woord? Helemaal niks! De enige vorm van kennis is die van begrippen, langs welke weg ik vervolgens een deductie kan uitvoeren en in staat ben om tot het begrip van een televisie te komen. Maar concrete kennis heeft het mij niks oplevert.

Kennis is een uniek voorbeeld van een object/subject-relatie. Wij zijn het kennend subject, wij als eenheid zijn in staat om een begrip te vormen van de wereld om ons heen d.m.v. ervaring, maar ook door het toepassen van primaire basisvaardigheden die wij als kind hebben geleerd, danwel via onze opvoeding van onze ouders, ofwel op de basisschool. Elk object om ons heen bevat een eigen object/subject-relatie.
Natuurlijk is er sprake van universele overeenkomsten. Een boek is een boek, net zoals een televisie een televisie is en een kast en kast. Maar elk boek kent eigen vormen en eigen inhoud, net zoals een televisie verschillende maten kent en een kast ook vele vormen heeft cq. 'designs'.
Ik vraag mij af, wat is de oorzaak van deze beperkingen? Waarom zijn wij als mens niet in staat om concrete kennis in de zin van het woord op te nemen? Zijn het onze hersenen die niet in staat zijn om de abstractie van kennis uit te voeren? Of is het juist omgekeerd, dat wij alleen een beperkte hoeveelheid van informatie tot ons kunnen nemen en dat juist onze hersenen verder gaan abstraheren van deze informatie?

Wij mensen zijn eigen hele simpele wezens. Wij kunnen zo weinig en toch kunnen wij enorm veel bevaten via onze denkvermogens. Door te abstraheren van de begrippen van de objecten om ons heen, kunnen wij tot een bepaalde vorm van kennis komen. Het leidt tot een groter begrip van de wereld om ons heen, als ik even van de gelegenheid gebruik maak om van het begrip begrip een veelomvattender begrip te maken.
Een zeker iemand heeft het idee dat er mogelijkerwijze vele dimensies bestaan dan de dimensies die wij al kennen (de drie dimenies van universele richtingen plus een vierde dimensie van de ruimte-tijd); haar idee is dat bepaalde relaties zoals de object/subject-relatie ook kan worden beschouwd als een eigen dimensie. Dit is vrij interessant en heeft verregaande gevolgen, omdat de object/subject-relatie inherent is aan de individuele interpretatie van het object door het subject, wat zou kunnen worden omschreven als het perceptievermogen. Terwijl het universele concept van de object/subject-relatie als transcendentie zou kunnen worden omschreven door perceptie.

Zou dit de verklaring kunnen zijn voor de onmogelijkheid van de menselijke geest om de concrete essentie van kennis te kunnen begrijpen? Dat kennis als universeel fenomeen wel kan existeren via de object/subject-relatie als analogie van perceptie, maar dat onze geest alleen in staat is om er een menselijk begrip van om te vormen, al dan wel of niet begeleid via onze zintuigen?

Mijn vrienden, bedankt voor het lezen van deze blog!
Ik wens ieder een hele fijne avond toe, een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe.