maandag 24 oktober 2011

Psychologisch intermezzo - Het menselijk handelen

"Good and evil, present and absent, 'tis true, work upon the mind: but that which immediately determines the will, from time to time, to every voluntary action, it is the uneasiness of desire, fixed on some absent good, either negative, as indolency to one in pain; or positive, as enjoyment of pleasure. That it is this uneasiness, that determines the will to the succesive voluntary actions, whereof the greatest part of our lives is made up, and by which we are conducted trought different courses to different ends, I shall endeavour to show both from experience, and the reason of the thing." - John Locke, An Essay Concerning Human Understanding, chapter XXI: Of Power, page 234

De filosoof John Locke had een interessante visie op het concept van het menselijk handelen. Hoewel zijn voornaamste werk gecentreerd is op het menselijk kenvermogen kan er wel degelijk verder worden gededuceerd naar de concepten van ons menselijk handelen.
Laten we zoals het een goed intermezzo betaamt eens beginnen met een vraagstelling. Deze luidt als volgt: "Wat bepaald ons menselijk handelen?".
Afgaande op de bovenstaande quote durf ik te stellen dat ons handelen voorkomt uit "the uneasiness of desire" en "enjoyment of pleasure". Of om een enerdzijds andersoortige vertaling te hanteren: 'het ongemak dat voorkomt uit onze verlangens' en 'het genot van plezier'. Echter is dit naar mijn idee een fractie van het volledig mechanisme dat ons menselijk handelen veroorzaakt. Deze bovenstaande zaken fungeren als de primaire oorzaak waaruit wij vervolgens een handeling zullen uitvoeren. Deze primaire oorzaak moet zich eerst uitten in onze bewustwording. Daarna is er sprake van onze wil, de wil om te handelen.

Laten wij eerst een stap terug nemen, naar het concept van verlangens. Wat zijn verlangens? Zijn verlangens geen verzamelnaam voor een scala aan objecten die wij niet bezitten en daardoor de noodzaak ondervinden om deze te willen bezitten? Verlangens zou je mijns inzien kunnen classificeren als een 'denkbeeldig gevoel', als ik er een term van Hume hierbij mag betrekken. Het is een gevoel dat niet echt bestaat, omdat er voorwaarden zijn om een object tot ons bezit te kunnen rekenen, maar ook grenzen, want een situatie kan worden geclassificeerd als een object, maar kan nooit worden gerekend tot een persoonlijk bezit, hoogstens tot een collectief bezit.
Nu we hebben vastgesteld wat verlangens zijn, rijst nu wederom de vraag wat de noodzaak is om deze te willen bezitten. Welke factoren spelen hierbij een rol? Als eerste zijn associatiepatronen essentieel om vast te stellen in wat voor mate verlangens invloed hebben op ons handelen. Associatiepatronen co-existeren met waardering, want afhankelijk van de waardering die wij hebben vastgesteld voor een bepaald object zullen wij een hogere dan wel lagere mate van verlanging naar dat object ervaren.
Zoals eerder gesteld is het concept van waardering afhankelijk van het perspectief van het individu en diens persoonlijke associatiepatronen. Natuurlijk zou je kunnen stellen dat er collectieve associatiepatronen bestaan, maar deze bestaan bij de gratie van collectieve ideeën, een idee dat in ieder individu op dezelfde manier manifesteert in diens psyche. Dat komt doordat ieder individu uiteindelijk in het leven dezelfde ervaringen meemaakt, hetzij in een unieke situatie, waaruit er kennis kan worden gededuceerd. Deze kennis draagt ook weer secundair bij als een factor dat van invloed is op het verlangen naar een object!

Laten we een stapje verder gaan naar de positieve kanten van ons menselijk handelen, namelijk de stelling dat ieder mens handelt om gelukkig te worden. Nu is geluk wederom een betrekkelijk begrip en zal dit niet verder van toepassing zijn voor het thema van deze blog.
De kern van geluk in het kader van de menselijke psyche, is dat deze het individu een goed gevoel geeft. Dit prettige gevoel wordt veroorzaakt onder invloed van verschillende factoren, ten eerste dat er geen sprake is van een overmatige hoeveelheid aan verlangens. Ten tweede dat de aanwezige hoeveelheid verlangens een geringe invloed heeft op het huidige gemoedstoestand van het individu, hierdoor zal het individu afhankelijk van de situatie handelen.
Indien de situatie het toelaat zal het individu wederom een invulling geven aan de verlangens teneinde een verhoogde gemoedstoestand te bereiken. Indien de situatie het niet toelaat zal het individu zich hierbij neerleggen zonder daarbij verdere gevolgen te ondervinden vanwege de geringe invloed op diens gemoedstoestand, totdat de verlangens door wat voor omstandigheden dan ook vergroten en er sprake is van het ervaren van een gemoedstoestand dat wordt geteistert door het gemis van een bepaald object --> pijn.

Nu komen we op een interessant punt! Kan pijn worden gerekend tot een gevoel of een emotie? Ervan uitgaande dat pijn een universeel fenomeen is dat in ieder organisme voorkomt én dat de wetenschap heeft kunnen vaststellen dat er daadwerkelijk unieke pijnimpulsen bestaan in het menselijk lichaam, durf ik te veronderstellen dat pijn mag en kan worden geclassificeerd als een emotie.
Een simpele deductie uit het bovenstaande leidt tot de volgend conclusie: "verlangens worden begeleid door de intensiteit van het ervaren van de emoties genot en pijn. Deze emoties komt voort uit het gemis van een bepaald object in de breedste betekenis van het woord."
De ironie van ons menselijk handelen is dat wij in staat zijn om te veronderstellen in wat voor mate onze verlangens ons handelen beïnvloedt. Indien wij ons bevinden in een situatie waarin het onwenselijk is om ons te laten begeleiden danwel beïnvloeden door onze verlangens, zullen wij als individu een afweging maken tussen deze elementen. De secundaire vraag die dan in mij opkomt is het volgende: "welke van deze elementen volgt het pad der geluk? Zullen wij het geluk verkrijgen door het volgen van onze (irrationele) verlangens of wordt ons ultieme geluk verkregen door een optimale balans tussen onze verlangens en ons rationeel gedachtengoed?".
En dat mijn lezer, is aan jou om te beantwoorden.

Ik wens iedereen een hele fijne week toe!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe

zaterdag 1 oktober 2011

Psychologisch Intermezzo - Biologie vs. Psychologie

Enkele dagen geleden had ik een hele interessante discussie met een geneticus op mijn werk, dat ging over het concept hoe fermonen bijdragen aan de genetische diversiteit van het biologisch organisme. Ik had namelijk enkele dagen daarvoor op school in het kader van immunologie een onderzoek bekritiseert hoe vrouwen hun partner uitkiezen op basis van genetische diversiteit. Ik betwijfel er niet aan dat er een biologische mechanisme aanwezig is die dit verklaart, maar dan nog durfde ik te stellen dat dit biologisch mechanisme wordt "overruled" door onze psyche, want ieder persoon zal pas een partner uitkiezen als er wordt voldaan aan een onbewuste/bewuste selectie.

Laten we eens eerst beginnen met de volgende vraagstelling: "waarop zal een persoon een potentiële partner uitkiezen?". Dat is niet zo simpel te beantwoorden, want ieder individu heeft een individuele selectieprocedure in diens psyche liggen. Ik twijfel er niet aan dat er collectieve gedachten bestaan op algemene concepten als schoonheid, intelligentie en overeenkomstige levenswijzen. Maar dit zijn algemene concepten waarvan de waardering individueel wordt bepaald. Deze dienen puur als een algemene consensus waarop ieder persoon individueel verder kan specificeren wat voor secundaire factoren belangrijk zijn bij het uitkiezen van een partner.
Schoonheid is een vrij algemene term, maar als ik praat met een vriend van mij dan heeft hij altijd kritiek op de vrouwen waaraan ik mij aangetrokken voelt. Blijkbaar bestaat er toch nog secundair een mechanisme in de menselijke psyche waarbij het individu schoonheid interpreteert. Dit is wellicht een interessant punt om even bij stil te staan, wat zou dit mechanisme kunnen zijn?.

Schoonheid an sich omvat naar mijn idee een onafhankelijk concept waarbij ieder individu zich ermee kan conformeren. Kies een willekeurige foto uit van een model, laat deze zien aan 100 mannen variërend in leeftijd en iedereen zal bevestigen dat deze persoon uitermate aantrekkelijk is. Dat betekent toch dat er een collectief idee bestaat over fysieke aantrekkingskracht. Wat ik altijd grappig vind is dat mensen vergeten dat deze modellen altijd mooier worden gemaakt dan dat ze daadwerkelijk zouden zijn. Een prachtig voorbeeld vind ik dat ik ooit op een blauwe maandag een aflevering had gezien van "Hollands Next Top Model" en dat zo'n meisje toen ziek was geworden (was ze schijnbaar al een hele tijd). Toen ik de normale foto's zag dacht ik ook bij mijzelf "WOW, daar wil ik wel graag een bischuitje mee eten!", maar toen ik haar zag zonder al die make-up en speciale kleding had het net zo goed "de girl next door" kunnen zijn. Hieruit durf ik te deduceren dat schoonheid algemeen is, maar tegelijk zeer betrekkelijk is en eigenlijk zou je het bijna subjectief kunnen noemen, want het perspectief bepaald dan wanneer iemand als een schoonheid zou kunnen worden bestempeld.
Dat betekent niet dat er geen mechanisme zou kunnen bestaan, maar naar mijn idee wordt dit pscychologisch mechanisme per definitie beperkt door de mate van waarnemingen en zijn deze waarnemingen niet per definitie allemaal subjectief?

Oké, dat doet het concept van schoonheid teniet. Dan nu verder naar de kern van mijn verhaal, namelijk is er een biologisch mechanisme aanwezig dat onze partnerkeuze bepaald, of nemen wij uiteindelijk als menselijk bewustzijn toch de laatste beslissing in onze partnerkeuze?
Ik begin met een quote uit het boek Liefde voor gevorderden, geschreven door Richard David Precht:"onze biografieën zijn niet meer vastgelegd zoals voor onze grootouders, we hebben nu keuzebiografieën, of beter gezegd: 'knutselbiografieën'....zelfs als de welvaart niet gelijkmatig is verdeeld en de kloof tussen arm en rijk groter wordt, en zelfs als er wat onze maatschappelijke onderlaag betreft sprake is van een catatstrofale situatie op het gebied van scholing en opleiding, dan nog is altijd de verwachting van geluk, ook in de liefde, bijna overal ruimschoots aanwezig".
Door het bovenstaande uit zijn verband te halen, zou ik specifiek hieruit kunnen deduceren dat deze filosoof heeft geconcludeerd dat wij tegenwoordig zelf de keuze hebben uit onze partnerkeuze.

Echter is er in dit kader geen rekening gehouden met zogenaamde fermonen, stoffen die ons lichaam uitscheid en die daadwerkelijk invloed zouden hebben op onze partnerkeuze. Nu moet ik inderdaad bekennen dat afgaande op mijn persoonlijke ervaring in de liefde dat ik mijn partners inderdaad altijd lekker vond ruiken. Wat ik me dan echter afvraag, zijn het zogenaamde fermonen die ik ruik, of ben ik per definitie bevooroordeeld door de liefde danwel verliefd die ik destijds voelde voor de persoon in kwestie, waardoor ik een bevooroordeelde invulling ga maken van een concept dat eigenlijk onbevooroordeeld moet worden ingevuld?
Het doel van de bovenstaande vraagstelling bevat hetzelfde doel als omschreven in de eerste alinea, namelijk in wat voor mate heeft het biologisch mechanisme dat verantwoordelijk is voor de onbewuste cq. biologische communicatie tussen individuen invloed op het pscychologisch mechanisme cq. 'psychologische communicatie' tussen individuen?
Zou het mogelijk kunnen zijn om te stellen dat feromonen in lagere concentraties niet waarneembaar zijn door onze zintuigen, maar dat het wel wordt opgevangen door de ontvanger. Indien er in de ontvanger een fysiologisch/biologisch mechanisme wordt geactiveerd als gevolg van het vaststellen van een optimale genetische variatie, dat de ontvanger dit dan gewaar wordt als het ervaren van een prettig gevoel? Dat betekent nog niet dat ik spreek over verliefdheid!

Verliefdheid omvat een pure irrationele toestand. Niet voor niks spreekt het aloude gezegde:"liefde maakt blind", want ís gewoon zo! Wat nu het geval is, is dat de concepten van liefde en verliefdheid door elkaar worden gebruikt. Liefde is de langdurige verbintenis tussen mensen, het kan bijna worden beschouwt als een universeel begrip omdat iedereen die een langdurige relatie onderhoudt op basis van onderliggende gevoelens, liefde de naam is die wij geven aan de eenheid dat wordt gevormd door deze onderliggende gevoelens.
Verliefdheid is de toestand dat wordt veroorzaakt door het fysiologisch mechanisme waarbij wij ons gedurende langere tijd heel erg prettig voelen als gevolg van intensief contact met iemand waaraan wij ons fysiek aangetrokken voelen. Het liefst zouden wij 24/7 bij die persoon in de buurt willen zijn. Dat is dan ook de reden dat het begin van een relatie altijd geweldig is en pas achteraf problemen ontstaan.
Dat neemt niet weg dat beide begrippen kunnen co-existeren. Liefde wordt langdurig opgebouwd, terwijl verliefdheid een explosie van zogenaamde endorfinen inhoudt.

Laat ik eens een poging doen om al het bovenstaande te implementeren in allesomvattend model, dat wel secundair gefundeerd is op twee aannames.
Ten eerste dat feromonen in lage concentraties onwaarneembare (voor de zintuigen) substanties zijn en dat het concept dat iemand lekker ruikt wordt veroorzaakt door de subjectieve gevoelens die het individu op dat moment ervaart, wat mogelijkerwijs kan worden omschreven als verliefdheid.
Het tweede is gefundeerd op de stelling dat de fysieke aantrekkingskracht tussen twee personen wordt bepaald door de mate van biologische verbintenis tussen de fermonen van degene die ze uitscheidt en degene die ze opvangt.
Feromonen zijn naar mijn idee een fenomeen, een biologisch mechanisme waarbij stoffen worden uitgescheiden met als doel het vinden van een partner dat over een optimale variatie beschikt. Dat betekent echter wel dat er ook sprake moet zijn van een feedbackmechanisme, want hoe kan degene die ze uitscheidt "weten" (wederom op het onbewuste/biologische niveau) dat er een persoon is gevonden die over voldoende genetische diversiteit beschikt?
Mijns inzien betekent dit dat indien de ontvanger een prettig gevoel ervaart, als gevolg van de optimale feromoneninteractie in het biologisch mechanisme, dat de ontvanger dan op zoek zal gaan naar degene die ze uitscheidt.

Indien de ontvanger de persoon in kwestie heeft begonnen zal er sprake zijn van een psychologische interactie, namelijk communicatie tussen twee mensen. De vraag blijft dan alsnog, zal er sprake zijn van een feedback-mechanisme? Ik denk van wel, want ieder persoon die dit leest heeft vast wel een blauwtje gelopen, zowel de mannelijke als vrouwelijke lezers.
Indien de vrouw wel interesse heeft in de man, maar de man niet in de vrouw, dan zou dit kunnen worden veroorzaakt door een ineffectieve fermoneninteractie, waardoor de man zich niet aangetrokken zal voelen tot de vrouw. Dit kan eveneens een verklaring zijn waarom er tussen mannen altijd een andere "smaak kwa vrouwen" bestaat.
Heeft de feromoneninteractie geleidt tot communicatie op het bewustzijnsniveau, dan komen de secundaire factoren in actie. Deze zullen de doorslaggevende factor bepalen of de vrouw in kwestie een potentiële partner is of niet, geheel conform het individuele selectieprodecure die beide personen hanteren. Is zowel de selectieprocedure positief als de feromoneninteractie, dan zal er uiteindelijk verliefdheid ontstaan. Nu zou je natuurlijk ook kunnen stellen dat verliefdheid een mechanisme is dat primair wordt veroorzaakt door de feromoneninteractie en bij bevestiging van de selectieprocedure de verliefdheid versterkt danwel verminderd wordt, maar dat is op dit niveau lastig vast te stellen. Het is echter wel aannemelijk, getuige het bestaan van one-night-stands, dat vaak secundair wordt beïnvloed door de grote hoeveelheden alcohol die mensen nuttigen, waardoor het biologische mechanisme voornamelijk het gedrag bepaald dan de menselijke psyche die als het ware uitgeschakeld wordt door de hoeveelheden alcohol.

Uiteindelijk zou je dus kunnen stellen dat het een uniek samenspel is tussen de feromoneninteractie, dat bepalend is voor de genetische diversiteit en de secundaire selectieprocedure is die onze partnerkeuze bepaald.

Mijn vrienden, het wordt tijd om te genieten van het weekend!
Ik wens jullie allen een zeer fijn weekend toe, een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!