donderdag 27 februari 2014

Het faillissement van de Nederlandse samenleving

Ach, waar ter wereld zijn groter dwaasheden geschied dan bij de medelijdenden? En wat ter wereld stichtte meer leed dan de dwaasheden der medelijdenden?
Wee alle liefhebbenden, die niet nog een hoogte kennen, welke boven hun medelijden uitsteekt! Eens heeft de duivel aldus tot mij gesproken: 'Ook God heeft zijn hel: dat is zijn liefde tot de mensen.'
En onlangs hoorde ik hem dit woord zeggen:'God is dood; aan zijn medelijden met de mensen is God gestorven'. [...]
Mijn noodlot namelijk laat mij de tijd: heeft het me soms vergeten? Of zit het achter een grote steen in de schaduw vliegen te vangen?
Waarlijk, ik ben het deswege goed gezind, mijn eeuwige noodlot, dat het me niet haast en prest en mij tijd laat voor grappen en streken: zo dat ik vandaag om te vissen deze hoge berg besteeg. [...]
Ik echter en mijn noodlot - wij spreken niet tot het heden, wij spreken ook niet tot het nimmer: wij hebben om te spreken wel geduld en tijd en tijd over. Want eenmaal moet het toch komen en mag niet voorbijgaan.
- Friedrich Nietzsche, Aldus sprak Zarathoestra
, Nederlandse vertaling door P. Endt en H. Marsman, pagina 183 - 185.

Sinds tijden voel ik mij vervreemd van de Nederlandse samenleving. Wellicht is mijn beeld van de Nederlandse samenleving vertekend door het feit dat ik ben opgegroeid in een klein dorpje in Noord-Holland, maar ik heb altijd gedacht dat onze samenleving er een was van cohesie, samenwerken met een saamhorigheidsgevoel.
Men noemt mij weleens naïef; persoonlijk vind ik dit een verschrikkelijk woord, vanwege de negatieve connotatie die hieraan hangt. Aan de andere kant zit er een bepaalde waarheid verscholen in dit woord, omdat ik vanuit mijn persoonlijkheid enorm optimistisch ingesteld ben.
Misschien is het harde leven makkelijker te verkroppen met een positieve instelling; al hoewel de visie van een kind op het leven naar mijn idee louter afhankelijk is van zowel het karakter van het kind alsmede de opvoeding. Hoe dan ook wordt ieder persoon vroeg of laat geconfronteerd met de harde lessen des levens. Een periode waarin een persoon tegelijk wordt gebroken en gemaakt; soms ten goede, soms ten slechte.
Nu ik eens aan het reflecteren ben op mijn leven, bevind ik mij al in deze periode sinds vorig jaar. Er hebben een aantal kleine veranderingen plaatsgevonden, die uiteindelijk hele grote effecten hadden. Effecten die ik nooit correct had kunnen inschatten. Pas met de wijsheid van het nu aanschouw ik de details die zich op een verkeerde plek bevonden. Ironie ten top, zoals het altijd met wijsheid gaat, is dat wijsheid enkel achteraf wordt verkregen. Op dat moment vraag ik mij altijd af: 'Wat voor meerwaarde heeft deze wijsheid als het mij nu niks concreets oplevert?'

Het enige wat mijn wijsheid mij nu oplevert, is walging en veroordeling van mijn medemens. Wij leven in een egocentrische samenleving, waarin het lijden van het individu wordt uitgebuit in de vorm van sensationele mediaverhalen en de aanschouwer een begrip pretendeert te hebben van dit lijden en verder gaat met de waan van de dag, terwijl het individu verder lijdt.
Een individu kan prima leven in een egocentrische samenleving zoals die van Nederland, als alle sociale voorzieningen correct zouden functioneren. Helaas worden dergelijke middelen collectief gefinancierd en leven wij in een samenleving waarin de welvaart onder druk staat en dus ook alle sociale voorzieningen onder druk komen te staan. Het individu dat gedurende jaren '90 van de vorige eeuw misbruikt heeft gemaakt van alle sociale voorzieningen door enkel de hand op te houden, zonder enige poging te gaan doen om een actieve bijdrage te leveren aan onze maatschappij bevindt zich in een uiterst gunstige positie. Dit individu heeft nooit gewerkt, dus is het niet staat om op hoge leeftijd alsnog een arbeidsethos te creëren. Maar die sociale voorzieningen staan nog steeds onder druk! Dus wat gaat de politiek doen? Die gaat eens opnieuw kijken naar alle sociale voorzieningen en komt uiteindelijk tot de conclusie dat wij van een verandering moeten ondergaan van een zorgstaat naar een participatiemaatschappij.

Dat een mens verantwoording moet afleggen voor het gebruik maken van collectieve voorzieningen is rationeel verantwoord. Dat onze politiek een verandering heeft doorgevoerd in het sociaal beleid kan ik enigszins mee instemmen. Maar dat er als gevolg van een ontmoedigingsbeleid mensen de armoede ingaan, is onbegrijpelijk voor een ontwikkeld, westers land als Nederland!
Ieder mens kankert maar in de rondte; men heeft de mond vol hoe slecht de politiek bezig is, hoe slecht buitenlanders zijn en hoe groot hun bijdrage is aan de criminaliteit. Maar aan het einde van de dag is het buikje rond gegeten, heeft men diens maatschappelijke plicht ten uitvoer gebracht in de vorm van werkzaamheden in de breedste zin van het woord en heeft men diens dagelijkse portie emo-nieuws gehad. Ik walg van dit individu! Men pretendeert te begrijpen hoe andere mensen leven, men roept om verantwoording van publiekelijk geld en "terugverdiensten voor de maatschappij", terwijl men geen enkel idee heeft wat de gevolgen zijn voor de mensen die een dergelijk beleid door hun strot gedouwd krijgen; men kan niet begrijpen hoe machteloos een individu staat die zich in de bijstand bevindt.
Het is zo makkelijk om een ander mens te veroordelen, zonder ook maar enige kennis te hebben van de veroordelende. Nu doe ik het eens terug naar hen; de veroordelende wordt de veroordeler. Helaas is de positie van mensen als ik die in de bijstand zitten zodanig slecht dat onze stem wordt verstomd voordat er kan worden geschreeuwd. Ziedaar de macht van de democratie, waarin het individu dat afhankelijk is van collectieve middelen niks waard is.

Hierbij benoem ik onze "sociale" samenleving failliet; waar bepaalde individuen in vroeger tijden als een parasiet konden leven van gemeenschappelijke middelen, bevinden wij ons in huidige tijden aan de tegenovergestelde kant van het spectrum waarin mensen die genoodzaakt zijn om gebruik te maken van gemeenschappelijke middelen worden beschouwd als échte parasieten. Geprezen zij de egocentrische democratie en de politiek die de stem van de democratie opvolgt!

De mens is iets, dat overtroffen moet worden; en daarom moet zij uw deugden liefhebben -: want gij zult aan hen te gronde gaan. - Aldus sprak Zarathoestra

Mijn vrienden, dank voor het lezen van deze blog. Ik had eigenlijk verwacht dat de tekst meer anti-socialer zou zijn dan het is, maar schijnbaar heb ik nog steeds een bepaald geloof in onze samenleving. Ach, dan hou ik tenminste genoeg denkvoer over voor een volgende blog. Tot schrijfs!

woensdag 5 februari 2014

Bestaansrecht?

Heb je weleens het gevoel gehad dat je geen bestaansrecht had? Dat alles wat jouw leven maakte, jou werd afgenomen? Dat alle keuzes, gemaakt met de volste wijsheid van het moment, hebben geleid tot het uiteenvallen van het leven dat je ooit had? Dat het verleden mooi was, het heden een hel en de toekomst niet bestaat?

Ik ga nu door deze fase heen. Voor het eerst sinds jaren voel ik mij depressief en vervloek ik mijn leven.
Het is een rare en enge gewaarwording, om die leegte te voelen van eenzaamheid, niet wetende wat wijsheid is, welke keuzes de verstandigste zijn. Het moeilijkste vind ik nog het hebben van hoop. Ik weet dat hoop hetgeen was wat mij vroeger staande had gehouden; hoop dat alle ellende tijdelijk was en dat er betere tijden op komst waren. Die waren er gelukkig ook gekomen; de afgelopen jaren ben ik intens gelukkig geweest met alles wat ik had bereikt. Ik denk dat er weinig mensen zijn die met de tegenslagen die ik heb gehad, in staat zouden zijn geweest om het pad te bewandelen dat ik heb bewandeld.

Maar nu ben ik aan het einde van het pad gekomen. Ik sta met mijn rug tegen de muur, afhankelijk van alle sociale voorzieningen in mijn levensonderhoud. Begrijp mij niet verkeerd, ik mag mijzelf gelukkig prijzen dat ik in een modern land als Nederland woon. Dat ik überhaupt de mogelijkheid heb om gebruik te kunnen maken van sociale voorzieningen die collectief in stand worden gehouden.
Het is die leegte van mijn leven dat het allemaal erg deprimerend maakt. Het is eigenlijk heel bizar, de realisatie dat ik smacht naar sleur; om elke dag hetzelfde werk te doen en van half 9 tot 5 arbeid te verrichten, om 6 uur thuis te komen en te gaan eten, 's avonds gezelligheid met Cynthia en om 11 uur naar bed, zodat de volgende dag om half 7 mijn wekker gaat en een nieuwe dag aanbreekt.

Er zijn verschillende gedachten die nu door mijn hoofd gaan. Het eerste waaraan ik moet denken is een artikel van de Quest waarin stond dat bepaalde hersenen optimaler functioneren onder omstandigheden die gelijkstaan aan die van sleur; terwijl andere hersenen juist minder optimaal functioneren.
Persoonlijk denk ik dat ik na een paar weken al helemaal gestoord zou worden van de sleur en dat ik op zoek zou gaan naar ander werk. En toch zou ik mijn huidige leven opgeven voor een leven vol sleur.
De andere gedachte is een quote van de deense existentiefilosoof Soren Kierkegaard uit zijn werk Het begrip angst, pagina 46-47, nederlands vertaald door J. Sperna Weiland.
De onschuld is onwetendheid. In de onschuld is de mens niet bepaald als geest, maar psychisch bepaald in onmiddelijke eenheid met zijn natuurlijkheid. [...]
In deze toestand is er vrede en rust; maar tegelijk is er iets anders: het is geen onvrede en geen strijd, want er niets om mee te strijden. Wat is het dan? Het niets. Maar welke werking heeft het niets? Het baart angst. De diepste geheimenis van de onschuld, is dat ze tegelijkertijd angst is. Dromend projecteert de geest zijn eigen werkelijkheid. Die werkelijkheid is niets, maar dat niets ziet de onschuld bestendig buiten zich.
'Het niets zou gepaard gaan met angst'; ik denk dat er een grond van waarheid aanwezig is in deze woorden. Ik voel mij onrustig, gefrustreerd, verdrietig over de gevolgen van de keuzes die ik heb gemaakt. Ik weet dat ik de beste keuzes heb gemaakt, uit de slechtste van alle keuzes. Maar ik had nooit gedacht dat ik in een dergelijk zwart gat zou vallen als hetgeen ik mij nu in bevind.
Ik heb gemerkt dat het bevatten van mijn huidige situatie het moeilijkste is van alles. Accepteren dat mijn leven een hel is; het loslaten van mijn hoop. Rationeel kan ik het bevatten; maar mijn emoties hebben een grens bereikt. De enige vraag die ik mijzelf nu nog kan stellen is de volgende: Hoe kan een persoon bestandsrecht hebben, ervaren in de psychologische zin van het woord, als het individu het gevoel heeft dat het geen plek heeft in de maatschappij?

Ik denk dat ik mijn plek in de maatschappij moet herdefiniëren; dat ik moet accepteren dat wij leven in een tijdperk waarin fundamentele veranderingen plaatsvinden in onze maatschappij, waarin het individu ondergeschikt wordt aan de grillen van onze maatschappij.
Wat mij persoonlijk raakt is de gedachte dat het mij altijd was gelukt om het pad te volgen dat ik zelf koos; ik was zelf heer en meester van mijn leven. Dat gevoel is weg; met het verdwijnen van dit gevoel heb ik het gevoel in een existentiële crisis te verkeren. Hah, ironie ten top! De maatschappij heeft een crisis; dus het individu ervaart eveneens een crisis.
Wat gaat mijn leven mij brengen? Ik weet het niet...en ik vind het eng, heel eng. Het maakt mij onrustig en het creëert angst. Angst dat ik op een plek ga komen waar ik niet wil zijn; angst dat mij de mogelijkheid wordt ontnomen om zelf mijn pad te creëren, angst voor het onbekende.
En mijn bestaansrecht? Die krijg ik van alle mensen om mij heen, mijn familie en mijn vrienden en bovenal van Cynthia.

Mijn vrienden, ik wens jullie een hele fijne avond!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!