woensdag 25 juni 2014

Ethisch intermezzo - Esthetica van overgewicht

Als een mens in staat was zich steeds maar op het hoogtepunt van het keuzemoment te houden, als hij kon ophouden een mens te zijn, als hij in zijn innerlijkste wezen alleen maar een gedachte was, licht als de lucht, als een persoonlijkheid te zijn niet meer te betekenen had dan een kabouter te zijn, die wel deelnam aan de bewegingen maar toch onveranderd bleef - als het zo gesteld was, dan zou het dwaasheid zijn te beweren dat het voor een mens te laat zou kunnen zijn om te kiezen, aangezien er in diepere zin domweg van een keus geen sprake zou kunnen zijn. De keus zelf is beslissend voor de inhoud van de persoonlijkheid; door de keus daalt zij neer in het gekozene, en als ze niet kiest zal ze verkwijnen en wegteren. [...] Wanneer men 's levens of/of zo beschouwd, komt men niet licht in de verleiding ermee te gekscheren. Dan ziet men dat de innerlijke aandrift van de persoonlijkheid geen tijd heeft voor gedachte-experimenten, dat die almaar voortijlt en op de een of andere manier het zij het een, hetzij het ander poneert, waardoor de keus van moment tot moment moeilijker wordt, omdat iets wat geponeerd is weer moet worden teruggenomen. - Soren Kierkegaard, Of/Of, Nederlandse vertaling 'Grote Klassieken', pagina 570.

Op verzoek van een zeker persoon ga ik mij verdiepen in een maatschappelijk fenomeen: overgewicht. De primaire stelling is als volgt: mensen met overgewicht worden gediscrimineerd.
Voordat ik deze stelling kan behandelen ga ik eerst een zijstap nemen richting de verschillende facetten van overgewicht. Ik begin dan ook bij het meest voor de hand liggende concept, namelijk die van culturele aspecten.

Overgewicht, of met een luxe woord obesitas is een fenomeen dat altijd veel discussie veroorzaakt. In de oude Griekse cultuur werd het beschouwd als een 'veelvraatziekte' en een voorbode van andere ziekten. Toch werd het in verschillende Aziatische en Afrikaanse cultuur beschouwd als een vorm van welvaart. In gebieden waar voedselschaarste heerst moet een zwaarwichtig individu van hoge stand zijn om zoveel voedingsmiddelen tot zijn beschikking te nemen waardoor het in staat is om in de breedte te groeien. Ook in Europa zijn er tijden geweest dat dit fenomeen co-existeerde met mensen van hoge socio-economische afkomst, als wel of niet van adellijke families.
Toch is dit beeld langzaam aan het veranderen. De industriële revolutie heeft in de westerse wereld tot andere vormen van arbeid geleid. Toch werd er nog een hoop manuele arbeid verricht, waardoor mensen niet de kans kregen om overgewicht te ontwikkelen. Pas na de tweede wereldoorlog en toenemende mate van automatisering is er sprake van een toenemende mate van overgewicht. Dit leidde niet alleen tot veranderingen op de werkvloer, ook het beschikbaar stellen van nieuwe technologieën aan consumenten zoals de personal computer leidde ertoe dat mensen minder bewogen met hetzelfde eetpatroon. Hetzelfde geld ook, hoewel in mindere mate, voor de opkomst van spelcomputers. Kinderen zijn van nature druk, dus bewegen zij nog altijd voldoende om een mildere variant van overgewicht te ontwikkelen. Maar het is belangrijk dat zij niet de hele dag achter hun spelcomputer zitten, niet alleen vanwege de fysieke kenmerken, maar ook voor de sociale en creatieve vaardigheden is het belangrijk om kinderen naar buiten te sturen en buiten te laten spelen.

De opkomst van obesitas en de toenemende druk op de gezondheidszorg heeft ertoe geleid dat er steeds meer wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar de verschillende fysiologische facetten van obesitas. Zo kwamen onderzoekers al vrij snel tot de conclusie dat obesitas gepaard gaat met een verhoogde kans op een scala een ziekten waaronder diabetes type 2 en diverse hart - en vaatziekten. Ik ga nu kort de biologische facetten van obesitas toelichten.
Obesitas gaat gepaard met een scala aan biochemische activiteiten. Het gaat voornamelijk om de opslag van vetten in zgn. vetweefsel of zoals de officiële vermelding is: adipose tissue. Dit zijn gespecialiseerde cellen die fungeren als opslag voor vetten. Ons lichaam is evolutionair zo ontworpen dat energie in ons lichaam wordt opgeslagen zodat wij kunnen blijven leven wanneer er minder voedsel tot onze beschikking is. De primaire energiebron van ons lichaam zijn suikers cq. koolhydraten. Deze worden echter opgeslagen in een waterige omgeving, wat het een ineffectieve manier maakt voor de opslag van energie. Om 1000 kilojoule energie op te slaan in de vorm van koolhydraten, hebben wij x gram water nodig, want de chemische structuur bestaat uit een verbinding tussen koolhydraten en water. Gaan wij echter die 1000 kilojoule energie opslaan in de vorm van vetten, dan hebben wij geen water nodig, want de chemische structuur bevat geen water. Het is enkel een compacte structuur waarin energie is opgeslagen. Dit is de reden dat er wordt gezegd 'voor de snelle verbranding hebben wij koolhydraten nodig, voor de langdurige verbranding hebben wij vetten nodig'.
Mijn lezer vraagt zich nu vast af: wat boeit het of energie wordt opgeslagen in de vorm van koolhydraten of in de vorm van vetten? Nou, mijn beste lezer, als een persoon met een gewicht van 80 kg en een normale BMI alle energie dat is opgeslagen in vetten, zou veranderen naar koolhydraten, dan weegt zo een persoon ineens 180 kg. Al dat water kost extra gewicht en dat draag je met je mee.
Ik ga niet verder in op de biologische facetten van obesitas mede vanwege de constante nieuwe inzichten op het gebied van celmetabolisme. Wat ik enkel wil benadrukken is dat de originele observatie dat door de Grieken werd gedaan waarbij de 'veelvraatziekte' een voorbode was van andere ziekten, wederom bevestigd is door moderne inzichten. En dát maakt het tegengaan van obesitas een politiek thema, waardoor men de kosten van de gezondheidszorg wilt drukken door het voorkomen van de ontwikkeling van obesitas.

Het meest simplistische dogma van obesitas is die van het individu die een psychische rem mist op diens eetpatroon, waardoor het zich helemaal gaat volproppen totdat het ineens tot de realisatie komt dat hij/zij te dik is, maar niet meer in staat is om halt te roepen aan het zelf-destructief gedrag.
Dit is echter inherent aan de individualistische samenleving waarin wij zijn gaan leven in het tijdperk na de tweede wereldoorlog, waardoor sociale controle een steeds kleinere rol is gaan spelen. Dankzij de groene revolutie en opkomst van nieuwe technologieën dat het mogelijk maakt om grotere volumina van voedsel te produceren is er vooral in de westerse wereld een overcapaciteit aan voedsel. In armere landen is men niet staat om grote hoeveelheden voedsel te kopen, dus zijn het juist de rijkere landen die voedsel kunnen kopen.
Tenzij het gaat om voedsel met een lage voedingswaarde. Deze bevatten grote hoeveelheden vetten en koolhydraten en missen juist essentiële stoffen zoals bepaalde nutriënten. Deze zijn goedkoop om te produceren, dus kunnen ook voor een goedkope prijs worden verkocht, wat het aantrekkelijk maakt voor armere landen. Het is dit feit dat ervoor zorgt dat allochtone populaties in ons land zijn geclassificeerd als risicogroepen in termen van potentiële druk op de gezondheidszorg van ons land.
Maar niet alleen alochtone mensen, ook mensen uit een laag socio-economisch milieu hebben sneller de neiging om het goedkoopste voedsel te kopen, wat juist vaak geen goede voedingswaarde bevat en enkel een ophoping is van vetten en koolhydraten zonder essentiële voedingsstoffen.

Dan kom ik nu bij een aantal stellingen voor deze blog, die eerst moeten worden behandeld alvorens de primaire stelling te kunnen behandelen: is het individu verantwoordelijk voor zijn/haar eigen eetpatroon?
In essentie wel, hoewel de verantwoording van het eetpatroon van kinderen bij de ouder ligt. Juist in deze tijd waarin wij steeds meer bewust worden van het belang van een gezond voedselpatroon komt de verantwoording van het eetpatroon te liggen bij het individu die consumeert. Bij kinderen is het heel gevaarlijk om hier een eenduidige uitspraak over te doen, aangezien kinderen veel bewegen dus voldoende moeten eten, maar niet teveel moeten eten, omdat er anders een kans bestaat dat zij op jonge leeftijd een eetpatroon ontwikkelen dat niet inherent is aan hun energiebehoefte. In andere bewoordingen: een kind moet voldoende eten, maar het moet niet al op jonge leeftijd het denkpatroon ontwikkelen waarin het enkel blijft eten. Het verzadigingsgevoel moet leidend zijn voor het eetpatroon.

Volgende stelling: is een individu dat leidt aan obesitas zelf verantwoordelijk voor diens lichamelijke conditie?
Ervan uitgaande dat het disproportioneel eetpatroon van het individu de directe aangelegenheid is voor de aanmaak van vetweefsel, met als gevolg overgewicht, dan is het individu in de biologische zin van het woord zelf verantwoordelijk voor diens overgewicht.
Een belangrijke nuance ligt echter gelegen in de psychologische facetten van het individu. Emoties kunnen een belangrijke invloed hebben op het verzadigingsgevoel. Het verorberen van voedsel geeft een verzadigd gevoel. Dit verzadigd gevoel creëert een synthetisch geluksgevoel; voor een moment ben je gelukkig, want je bent verzadigd. Speculatief gezien zou dit zelfs kunnen worden herleid naar onze kindertijd, waarin wij een fles danwel de borst kregen van onze mama en wanneer wij hadden gegeten, konden wij lekker een dutje gaan doen. Afijn, voor iemand die emotioneel instabiel is kan dit een aanleiding zijn voor de ontwikkeling van een ongewenst eetpatroon waarin voedsel wordt gebruikt als een middel om gelukkig te kunnen voelen. De waas van emoties overschaduwd het belang van het primaire verzadigingsgevoel, waardoor een persoon niet gewaar is van het zelf-destructief gedrag.
Een ander psychologisch facet is de genetische aanleg. De biochemische activiteit van de mens als organisme is een universeel gegeven. Maar de genetische variatie van processen die van invloed zijn op het celmetabolisme kan leiden tot een verschil in de aanleg om energie op te slaan danwel energie te gebruiken. Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde lichamelijke eigenschappen van invloed zijn op de partnerkeuze. Indien dit het geval is bij partners die beiden ofwel overgewicht hebben, danwel een aanleg hebben om overgewicht te ontwikkelen, dan verhoogd dit de kans dat het kind genetisch beladen is.

Laatste stelling: is het falen van sociale controle aanleiding tot het creëren van een stigma?
Sociale controle was in vroegere tijden een belangrijk sociologisch mechanisme. Het hield sociale cohesie in stand, omdat collectieve normen en waarden werden beschermt door sociale controle. Onze maatschappij is hierin veranderd, zo niet vrijer in geworden. Het idee is dat deze grotere vrijheid geen negatieve invloed zou moeten hebben op de sociale cohesie.
In essentie heeft een groeiend individualisme geen invloed op sociale cohesie. Zolang het belang van het individu niet botst met het belang van het collectief kunnen beiden co-existeren met elkaar. Dit is echter niet het geval met sociale controle. Het moment dat een individu meer vrijheid verkrijgt, verkleint de sociale controle. Ook al botsen de belangen van het individu en het collectief niet met elkaar, het individu is minder gebonden aan de primaire normen en waarden die gestelt zijn vanuit het collectief. Vanuit een normatief perspectief kan uiteindelijk een individu afwijken van het collectief, terwijl de sociale cohesie gewaarborgd blijft.
Dat betekent echter niet dat het hele collectief eens is met de afwijking van het individu. Het individuele oordeel kan door meerdere mensen worden gedragen, waardoor het collectief vanuit het perspectief van sociale cohesie blijft bestaan, maar dat er wel sprake is van een verschil in inzicht. Dit zal uiteindelijk leiden tot een splitsing van een groep in een subgroep, waarbij de één de ander veroordeeld. En dát is een stigma: het veroordelen van een fenomeen op basis van oppervlakkige verbanden.

In onze huidige samenleving hebben wij enorm snel de neiging om de ander te veroordelen, danwel direct te stigmatiseren. Juist door de overvloed aan informatie die het individu tot zijn beschikking hebben, hebben wij als maatschappij nog sneller de neiging om iemand te stigmatiseren. Ook al is er sprake van sociale cohesie in onze samenleving, het verschil aan inzicht en ogenschijnlijk "gemak" waarmee een individu zijn/haar gedrag kan aanpassen aan de norm draagt bij aan conflicten tussen individuen. Een dergelijk conflict leidt uiteindelijk tot een fenomeen als discriminatie.
Kan ik nu een eenduidig antwoord geven op de stelling: mensen met overgewicht worden gediscrimineerd? Nee, absoluut niet. Ik heb geen inzage in de gegevens van meldpunt discriminatie. Daarnaast is het tegenwoordig maar al te makkelijk om een meningsverschil te classificeren als zijnde 'discriminatie', terwijl degene die zou discrimineren helemaal niet discrimineert.
Enerzijds zou ik kunnen stellen dat er een stigma leeft op het begrip 'obesitas', anderzijds zou ik dit classificeren als een noodzakelijke vorm van positieve discriminatie. De conclusie is vanuit een medisch perspectief duidelijk genoeg: overgewicht leidt tot een vervroegde sterfte. Als de positieve vorm van discriminatie leidt tot een optimaal inzicht van het individu om óf diens eetpatroon aan te passen óf om meer te bewegen, dan kan ik dit alleen maar beamen.
Het uitsluiten cq. stigmatiseren van mensen als zijnde psychisch incapabel is echter onwenselijk. Het 'verkrijgen' van overgewicht is niet louter een psychologische aangelegenheid, er ligt een scala aan onderliggende problematiek dat al dan wel of niet collectief moet worden aangepakt voor het ontwikkelen van mensen en om de laagste socio-economische klasse te verheffen naar een hogere klasse.

Mijn vrienden, dank voor het lezen van deze blog!
Ik wens jullie allen een hele fijne avond toe, een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

woensdag 18 juni 2014

Filosofisch intermezzo - Belastingheffingen voor een sterker land

The revenue which must defray, not only the expence of defending the society and of supporting the dignity of the chief magistrate, but all the other necessary expences of government, for which the constitution of the state has not provided any particular revenue, may be drawn, either, first, from some fund which peculiarly belongs to the sovereign or commonwealth, and which is independent of the revenue of the people; or, secondly, from the revenue of the people. [...]
The private revenue of individuals, it has been shewn in the first book of this inquiry, arises ultimately from three different sources; Rent, Profit, and Wages. Every tax must finally be paid from some one or other of those three different sorts of revenue, or from all of them indifferently.[...]
Before I enter upon the examination of particular taxes, it is necessary to premise the four following maxims with regard to taxes in general.
1. 'Equality'; the subjects of every state ought to contribute towards the support of the government, as nearly as possible, in proportion to their respective abilities. [...]
2. 'Certainty'; the tax which each individual is bound to pay ought to be certain, and not arbitrary. [...]
3. 'Convience of payment'; every tax ought to be levied at the time, or in the manner, in which it is most likely to be convient for the contributor to pay. [...]
4. 'Economy in collection'; every tax ought to be contrived as both to take out and to keep out of the pockets of the people as little as possible, over and above what it brings into the public treasury of the state.
Adam Smith - The Wealth of Nations,
pagina 1032 - 1044.

Laat ik deze essay eerst beginnen door te verwijzen naar een artikel dat ik had gelezen op de site van Oxfam Novib. De titel van dit artikel is eerlijke belasting, gelijke kansen en kan worden opgevat als een betoog tegen de huidige plannen van de overheid om het belastingstelsel te herzien op basis van het advies dat is opgesteld door de commissie van Dijkhuizen. Dit rapport is hier te lezen.
Zoals velen weten bevindt onze arbeidsmarkt zich in een diepgaande crisis als nasleep van de kredietcrisis en de recessie waarin op land zich verkeerde, maar waarvan op basis van het macro-economische rapport van 2014 dat is opgesteld door het CPB kan er worden gesteld dat de recessie hier in Nederland officieel voorbij is. Dan rest echter nog steeds het herstel van de arbeidsmarkt, die zich helaas achteraan de golf van de economische conjunctuur bevindt. Een bedrijf dat personeel in dienst gaat nemen, moet zich eerst hebben bevestigd van een optimale financiële positie binnen zijn sector. Dit gaat eveneens gepaard met de koopkracht van producten die een bedrijf aanbiedt en andere bedrijfskundige aspecten, waar ik hier niet verder op in ga.

Echter las ik een paar dagen geleden een ander artikel op de website van de correspondent getiteld waarom een uitdijende overheid geen ziekte maar een zegen is, waarin betoogt wordt voor een groeiende overheid met diens 'verborgen baten' in de vorm van maatschappelijke systemen zoals zorg, onderwijs en sociale zekerheden en de gevaren die bestaan in 'de vrije markten' met diens 'verborgen kosten' in de vorm van marketing, banken en massaconsumptie (waarmee wij eveneens ons milieu vernietigen zoals ik in mijn essay heb betoogt over de naderende klimaatverandering).
Noem het gerust een kritisch betoog t.a.v. het liberalisme, danwel een ongecontroleerde kapitalisme, ik noem het enkel een noodzakelijke constatering ter vergroting van het bewustzijn van kapitalistische systemen.
De opkomst van een liberale partij zoals de VVD is kenmerkend voor het ogenschijnlijk groeiend belang van het individu. Wij worden als maatschappij steeds minder bereid om te betalen voor een ander, want het idee is dat de ander hier misbruik van maakt. Persoonlijk vind ik dit een verschrikkelijk negatief sentiment dat louter wordt voortgebracht door angst; angst dat de zuurverdiende centen die een individu heeft verdiend wordt weggegeven aan een luiaard die de waarde van geld miskent en het belang van arbeid niet inziet.
Wat mensen niet inzien, is dat er kwaliteiten vereist zijn om arbeid te kunnen verrichten. Kwaliteiten die een persoon moet leren. Ons onderwijsstelstel is zo ingericht dat per vakgebied mensen worden opgeleid met de basale vaardigheden cq. competenties om deze uiteindelijk in een werksituatie ten uitvoer te kunnen brengen. En de verschillende niveau's dragen bij aan de ontwikkeling van een complexe kenniseconomie vanuit het pragmatisch standpunt dat iemand met een MBO-opleiding voldoende theoretische kennis heeft opgedaan om de assistent te worden van iemand met een universitaire opleiding. Het onderwijsparadigma is leidend voor de inrichting van onze arbeidsmarkt. Werkgevers zoeken werknemers primair op basis van onderwijsniveau, omdat dit een indicatie is van de onderliggende competenties en kennis die het individu bezit.

Belastingen zijn de primaire methode om dit onderwijs te kunnen bekostigen. Net zoals ik had geschreven in de inleiding, de vier hoofdthema's zijn leidend voor de ontwikkeling van een natie. Een land waarbij de inrichting van het belastingstelsel niet is toegespitst op deze hoofdthema's, zal nooit dezelfde welvaart kunnen hebben als een westers land, waarin doorgaans de belastingen zijn ingericht volgens deze hoofdthema's.
Toch is er sprake van een groeiende welvaartsongelijkheid in de westerse wereld, als gevolg van de globale recessie en de crisis op nationale arbeidsmarkten. Dankzij de invoering van het kapitalisme wordt de inkomsten van het land (BBP/BNP) bepaald door de inkomsten van het individu. Hierdoor zijn overheden huiverig om belasting te heffen op mensen met hogere inkomens, ook al is dit strijdig met het primaire punt uit de inleiding 'equality'. Het is een triest feit dat wij de rijkste families van ons land mogen bedanken voor alle bijdragen die zij hebben geleverd aan de totstandkoming van de welvaart van ons land, terwijl zij hun vermogen zien groeien zien mensen in de middenklassen hun vermogen dalen op het moment dat zij hun primaire inkomsten uit arbeid kwijtraken.
Helaas is dit nog altijd een groeiend probleem, dat ik bijna als een ethisch probleem zou willen benoemen.
Acht dagen geleden kondigde ABM Amro aan dat zij genoodzaakt zijn om personeel te ontslaan, vanwege veranderingen in de bedrijfsvoering waardoor mensen met bepaalde vaardigheden niet meer werkzaam kunnen zijn. Dit is geheel rationeel verantwoord; de arbeidsmarkt wordt steeds dynamischer, dus is het in het belang van het individu om telkens nieuwe vaardigheden te leren dat het individu in staat stelt om mee te gaan met veranderingen binnen de bedrijfsvoering.
Hoe bizar danwel immoreel is het wel niet om vandaag te lezen dat topmanagers een salarisverhoging van 20% hebben gekregen. Het enige argument dat kan worden gegeven is:
Je moet concurrerend belonen, anders hol je je bank uit. Het is onvermijdelijk.
Ik moet bekennen dat ik het erg jammer vind dat ik nu geen rekening open heb staan bij hun. Ik had met alle plezier mijn rekening opgeheven en overgestapt naar een concurrent onder het mom van 'ik ben het niet eens met jullie bonusbeleid'. In feite is hier enkel sprake van een verkapte vorm van bonussen en wordt dit beleid enkel op morele wijze goed gepraat op basis van redenaties die overigens volstrekt legaal zijn binnen de vrije markt.
Los van het financiële drama die individuen ervaren die momenteel werkzaam zijn bij ABN Amro en die binnen niet al te lange tijd werkloos zullen worden, wordt het naar mijn idee tijd dat wij als maatschappij op een andere manier gaan kijken naar ons inkomen. Geld is een noodzakelijk kwaad; het is een universeel ruilmiddel dat ons de mogelijkheid biedt om ons eigen leven in te richten. Het geeft ons vrijheid om de mens te zijn die wij willen worden en dát maakt een mens gelukkig in de breedste zin van het woord. Het idee van de overheid om het belastingstelsel te herzien en op die manier de arbeidsmarkt nieuwe stimulans te geven is bewonderenswaardig, maar helaas wordt er direct negatief gekeken naar het plan om meer belasting te heffen op topinkomens zoals te lezen is in dit artikel. Er bestaat namelijk angst voor belastingvlucht!
Het gevolg van hogere belastingen voor de rijken is juist dat de armen armer worden. Want er treedt belastingvlucht op, het leidt tot minder bedrijfsinvesteringen en dus tot verlies aan werk.
Een nadelig gevolg van de globalisering en de globaliserende economie is het gemak waarmee vermogen dat bij een bank staat uit een natie kan worden overgemaakt naar een bank in een andere natie, waardoor de belastingdienst noodzakelijke inkomsten misloopt. Alweer is dit een redenatie dat geheel verantwoord is binnen het 'vrije markt'-denken. Adam Smith was een moraalfilosoof die met zijn werk een toekomstvisie zag waarin naties hun welvaart konden zien groeien, zodat een samenleving zich kon ontwikkelen. Helaas is zijn idee verkracht door het liberale denken, waarin het menselijk element is verwordt tot een 'commodity', een product waaraan iemand geld kan verdienen. Zo probeert men ook de gezondheidszorg te liberaliseren, waardoor bestuurders enorme hoeveelheden geld verdienen op basis van het kreperen van een medemens.
Ik ben voor een herstructurering van de gezondheidszorg. Als het efficiënter kan met behoud van kwaliteit plus uiteraard het waarborgen van arbo-regels zodat werknemers niet binnen de kortste keren thuis komen te zitten met een burn-out, dan beschouw ik dit als een rechtvaardiging om een fundamentele verandering door te voeren in de bedrijfsvoering van een zorginstelling. Vanuit deze optiek beschouwd mag een zorginstelling worden geclassificeerd onder de noemer 'bedrijf' en mogen processen in de zorgtechnische zin van het woord binnen het bedrijf worden gedefinieerd als zijnde bedrijfsvoering.
Het belangrijkste uitgangspunt moet echter nog altijd de mens zijn. En deze mens heeft een zorgvraag die op een deugdelijke wijze moet worden behandeld.
Uiteraard kunnen wetenschappelijke inzichten direct worden toegepast, mits het bewezen is dat de algehele zorg die een patiënt krijgt effectiever is, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg die gewaarborgd werd met de originele methodiek van zorg.

Het vrije markt denken heeft een bepaald rationeel fundament waarmee effectiviteit het uitgangspunt is. Effectiviteit bespaard geld waarmee weer andere producten kunnen worden gekocht, zodat een organisatie kan groeien. Dit is geheel in de lijn van het originele kapitalisme. Helaas veroorzaak het tevens gierigheid. Men eigent zichzelf het recht toe op een substantiële beloning vanwege de groei danwel bepaalde resultaten van de organisatie die het heeft behaald onder de leiding van dat individu. De beloning an sich mag zeker substantieel zijn, maar het moet ook proportioneel zijn. En op dit punt gaat het tegenwoordig vaak mis en kan men klaarblijkelijk niet begrijpen dat een ogenschijnlijke proportionele beloning vanuit het oogpunt van een ander disproportioneel en dus immoreel is.
Het verhogen van belastingen zijn hét universeel middel zijn om gelijkwaardigheid tussen mensen te garanderen. Ik ben niet voor een socialisme en al helemaal niet voor een communistisch model. Een individu moet rechtmatig worden beloond, of dit nou vanuit een sociale zekerheid is als tijdelijk middel of dat er sprake is van beloning uit arbeid, het belonen van mensen is een psychische stimulans voor diens besteding van tijd. Als de overheid het belastingstelsel écht fundamenteel wilt veranderen, dan zal men het lef moeten hebben om ook mensen met hoge inkomens zwaarder te belasten, eventueel door invoering van een 4e belastingschijf. Let op het nuance verschil: inkomen en niet vermogen. Op de lange termijn resulteert dit in egalisering van vermogen, waarmee de hogere klassen kleiner wordt en de middenklasse groeit. Dit stimuleert mensen om zichzelf te blijven ontwikkelen en te streven naar een hoger inkomen, maar tegelijk wordt het individu zwaarder belast, waarmee de staat ook voorzien wordt van meer inkomen zodat het meer kan investeren in maatschappelijke voorzieningen zoals zorg, onderwijs en sociale zekerheden.

Mijn vrienden, dank voor het lezen van dit lange schrijven! Ik stel voor dat wij allen een brief gaan opstellen en deze gaan opsturen naar Minister Asscher en een kopie aan Minister Rutte. Het wordt tijd voor een bewustwording van het belang van belastingen en nivellering van de topinkomens van ons land!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof en wereldverbeteraar, Halbe!

donderdag 5 juni 2014

Filosofisch intermezzo - Klimaatverandering als onze Apocalypse

Het is genoeg, we zijn te ver gegaan!!! De industriële revolutie heeft ons in een ongewenste situatie gebracht. We zijn door de natuur geraasd, we vernietigen onze levensbronnen. We moeten stoppen, we moeten veranderen, we moeten een ander pad kiezen, we moeten onze levens veranderen, en de manier waarop we zaken doen.
Laten we 'het menselijke tijdperk' begroeten. Laten we stoppen met de vernietiging van de aarde, van de mensheid; van ons. Laat het voor iedereen duidelijk zijn: we moeten een nieuwe houding vinden, een nieuwe cultuur, een nieuwe instelling, een nieuwe eenheid van de mensheid, voor ons voortbestaan. [...]
We zijn ons allemaal bewust van waar de mensheid naartoe gaat. We kunnen de mensheid in een betere richting krijgen, als we samenwerken. We kunnen een nieuwe religie creëren die ons allemaal samenbrengt.
Er zijn veel religies die mensen samen krijgen, maar nooit alle mensen. De verschillende goden waarin mensen geloven, scheiden de mensheid juist in groepen. Dat heeft geleid tot conflicten en zelfs oorlogen. Deze religies zijn niet duurzaam. Maar als we in de mensheid geloven, zullen we geen conflicten meer hebben, omdat we één zullen zijn. [...]
Geloven in de mensheid is een andere manier van denken. Een bewustzijn van waar we zijn en wat de aarde voor ons betekent. De noodzaak om die aarde te beschermen is een steeds grotere noodzaak geworden. De ruimtevaart heeft ons een spiegel voorgehouden. We zijn nu echt waar we zijn: op een prachtige planeet, waar we niet zonder kunnen. We zijn allemaal astronauten van het Ruimteschip Aarde. [...]
- Afscheidsbrief van Wubbo Ockels.


Deze brief was het eerste waaraan ik dacht, toen ik vanavond naar Cosmos aan het kijken was. Hoe ironisch is het dat juist astronauten, die juist verder willen gaan dan enkel planeet Aarde, vaak de mensen zijn die ons benadrukken hoe belangrijk het is om te beseffen dat wij maar 1 planeet hebben. Misschien komt het juist omdat zij verder kijken in de toekomst, dat zij de gevaren zien voor de mensheid.
De aflevering van Cosmos ging over het effect van klimaatverandering en hoe wij als mensheid deze verandering teweeg brengen door jaarlijks grote hoeveelheden CO2 in onze atmosfeer te pompen. Ik heb de discussies over klimaatverandering met grote belangstelling gevolgd. Het is echter een triest feit om te constateren hoe mensen, individuen, sceptisch zijn geworden over de vele wetenschappelijke onderzoeken die zijn gepubliceerd op dit gebied. Het voornaamste argument wat ik voornamelijk hoor is 'Als een stelletje wetenschappelijke experts het al niet eens worden met elkaar, waarom zouden wij ons dan hierover druk moeten maken?

Voordat ik hierover doorga wil ik eerst terug gaan naar de afscheidsbrief van Wubbo Ockels. Ik moet bekennen dat ik hem erg positief vind over de mensheid. Vooral de woorden 'Een bewustzijn van waar we zijn en wat de aarde voor ons betekent' vind ik prachtig ideologisch, maar de realiteit is té bitter om dit als waarheid te accepteren.
Wij leven in een egocentrisch tijdperk, individualistisch. Wij kunnen ons enkel zorgen maken over onze eigen problemen en wij kunnen al helemaal geen tijd vrij maken voor andermans problemen! Ik heb al eerder harde kritiek geuit op de moderne Nederlandse samenleving in een vorig schrijven, net als dat ik stevige kritiek heb geuit op ontwikkelingen binnen het moderne culturele sentiment van onze hedendaagse samenleving.
Ik ga al het beschrevene niet opnieuw herhalen. Nee, mijn beste lezer, ik ga nu een stap verder. Ik wil met deze blog het bewustzijn groter maken van de Apocalypse die wij zelf gaan veroorzaken (ervan uitgaande dat wij elkaar niet daarvoor hebben uitgemoord in de vorm van een derde wereldoorlog).

Ik heb een simpele vraag aan jou, mijn beste lezer: Hoe belangrijk ben jij?
Belangrijk is een betrekkelijk begrip. Als iemand dood gaat, zijn er altijd mensen die zullen lijden onder het tragische verlies. Als ik kom te overlijden, dan weet ik zeker dat mijn naaste familie en mijn vriendin moeite zullen hebben met mijn dood. Daarvoor hechten zij enorm veel waarde aan mij. De samenleving zal dit echter niet ervaren, hoogstens het bedrijf waar ik op dat moment werkzaam ben zal een rouwproces doormaken bij het plotselinge verlies van een collega.
Een individu die een belangrijke positie inneemt binnen een bedrijf is waardevol. De economische waarde die het individu bewerkstelligt is de reden waarom dat individu een mooi loon heeft. Maar bij het overlijden van dit individu, zal het bedrijf na de periode van rouw, een vervanger aannemen. Het individu en ik zullen vervagen tot een herinnering; iets dat ooit bestond, maar niet bestaat.
Dat, mijn beste lezer, laat zien waarom jij en ik relatief onbelangrijk zijn. Jij en ik zijn enkel belangrijk voor onze geliefden en vice versá. Zij bepalen jouw wereld net als jij onderdeel bent van hun wereld.
Onze wereld, onze fysieke realiteit wordt beperkt door de reikwijdte van onze 'invloedssfeer'. Deze invloedssfeer werd vroeger beperkt door de mensen die iemand kon en de contacten die een individu rijk was. Met de digitalisering is die invloedssfeer vele malen groter geworden, omdat het onderhouden van netwerken is vergemakkelijkt door netwerksites zoals LinkedIn.
Ook persoonlijke contacten worden 'efficiënter' onderhouden, omdat het makkelijker is om een berichtje achter te laten op facebook, dan persoonlijk langs te gaan.
Los van de psychologische vraagstukken in wat voor mate de digitalisering effect heeft op de sociale vaardigheden van een individu, wil ik opnieuw graag benadrukken hoe de realiteit van het individu wordt beperkt door de reikwijdte van onze invloedssfeer. Ik weet niet wat er op dit moment in Antwerpen gebeurd, ondanks dat de stad hemelsbreed ca. 80 km verwijderd is van Den Haag. Sterker nog, ik weet niet eens wat er zoals hier in Den Haag gebeurd. Mensen pretenderen een begrip te hebben van de wereld waarin zij leven, terwijl zij in werkelijkheid helemaal niks weten! Om te weten wat er in hun eigen stad gebeurd moeten zij of informeren bij hun vrienden danwel kennissen of men gaat informeren bij de vele media websites waarin men ogenschijnlijk meer informatie weet te verkrijgen over de gebeurtenissen in hun eigen stad, terwijl dit nog altijd een selectie is van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in een stad.

In de koers van de geschiedenis is onze samenleving op het punt gekomen dat wij de mogelijkheid hebben om te leven in een individualistisch ingestelde samenleving. Ieder individu heeft de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op diens omgeving. Alle maatschappelijke voorzieningen zijn toegankelijk voor elk individu en dat heeft geleid tot een zekere vorm van arrogantie. Wij zijn op het punt gekomen waarop wij onszelf belangrijk vinden. Het bovenstaande is voor vele mensen niet vanzelfsprekend. Zij gaan uit van hun realiteit in de psychologische zin van het woord, waarin zij heer en meester van hun leven zijn. Men pretendeert een begrip te hebben voor complexe zaken waar het individu een beperkte hoeveelheid kennis van heeft vernomen, waarmee het zich een mening toe-eigent over dat complexe thema.
Wubbo Ockels schreef over 'de vele religies van de mens'. Ik vraag mij af: is economie niet heden ten daagse een religie geworden?
Onze welvaart is onlosmakelijk verbonden met onze economie. Een individu die een bepaald niveau van welvaart heeft verkregen, zal deze ten alle tijden willen behouden. Sterker nog, wij streven allemaal naar verheffing van onze welvaart. Wij hebben moeite om tevreden te zijn met de welvaart die wij hebben verkregen en zodoende is het in ons belang dat onze economie groeit waarmee de welvaart van ons land groeit en tezamen met deze welvaart, de welvaart van het individu.

Hoe triest is het dan wel niet om te constateren dat wij onbewust bijdragen aan de vernietiging van onze planeet in onze drang naar welvaart. Wij zijn afhankelijk van elektriciteit. Zelfs jij, mijn lezer, leest dit op een digitale wijze. Jij verbruikt stroom terwijl jij dit leest, net als dat ik stroom gebruikt terwijl ik dit typ. Die stroom wordt nog steeds grotendeels opgewekt in energiecentra waar men fossiele brandstoffen gebruikt om elektriciteit op te wekken.
Hoe is het mogelijk dat wij in een moderne samenleving als Nederland, zo afhankelijk zijn geworden van fossiele brandstoffen? Waarom hebben wij niet decennia lang geleden geïnvesteerd in het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen?
Vanavond lieten ze op Cosmos zien hoe twee wetenschappers, onafhankelijk van elkaar zonne-energie konden oogsten en omzetten in elektriciteit. De Franse wetenschapper August Mouchet had in 1878 een machine laten draaien op basis van zonne-energie, waarmee een pré-mature vorm van een ijsmachine werd gemaakt. Helaas kwam men vlak daarna tot de ontdekking hoe olie als energierijke stof een veel effectievere manier was om energie te verkrijgen. Het spreekt voor zich dat zijn technologie een stille dood tegemoet ging...
De tweede wetenschapper was een ingenieur genaamd Frank Schuman. Hij had in 1912/1913 op industriële schaal een experiment opgezet in Egypte, waarmee hij een machine kon laten werken op basis van zonne-energie. De machine was een pomp, waarmee hij grote hoeveelheden water kon verplaatsen en waarmee dus droge gebieden van water konden worden voorzien.
Helaas brak vlak daarna de eerste wereldoorlog uit en stierf ook zijn technologie een stille dood. Ondanks de commerciële toepassing van zonne-energie bleef de mensheid steevast gebruik maken van fossiele brandstoffen.

In onze onwetendheid, hebben wij als individu nooit stil gestaan bij de prijs die wij betalen voor onze welvaart. Wij schenken enkel aandacht aan onze simpele leventjes dat op indringende wijze wordt beïnvloedt door de politiek. En de politiek schenkt op haar beurt enkel aandacht aan de belangen van ons land en om diens individuele carriére, want ja, ook de politicus heeft uiteindelijk de drang om een hoger niveau van welvaart te behalen.
Ik vraag mij dan af: hoe dom zijn onze politici geweest toen zij de invloed van fossiele brandstoffen op onze economie lieten toenemen in plaats van verminderen?
Onze economie is zodanig ingericht dat de prijzen van fossiele brandstoffen van fundamentele invloed zijn op de 'gedragingen' van de economie. Zelfs onze overheid heeft een dergelijk belang, gezien het feit dat de accijns een substantiële bron van inkomsten zijn voor onze overheid. Onze politici denken helemaal niet na over aan gezonde toekomst van onze planeet. En niet alleen Nederlandse politici, nee elke vorm van 'klimaatdiscussie' raakt uiteindelijk overwoekerd door simplistische, aardse problematiek zoals macht, oorlog en natuurlijk de voortwoekerende economische crisis in Europa en het financiële beleid van Amerika.

Misschien ligt een gedeeltelijke verklaring in de psyche van de mens en wordt het individu verblindt door diens existentiële levensproblematiek waardoor deze uiteindelijk de verbinding met de planeet kwijtraakt. Wij zijn té snel geneigd om te kijken naar een korte-termijn visie, terwijl juist de lange-termijn uiteindelijk het belangrijkste component van een mensenleven moet worden.
Jij en ik zijn niet in staat om het scala aan wetenschappelijke literatuur te interpreteren v.w.b. de vele onderzoeken die worden gedaan naar klimaatverandering. Wat ik wel weet is dat alle alternatieve verklaringen voor de opwarming van onze planeet e.g. vulkanische uitbarstingen niet verenigbaar zijn met de schrikbarende groei van de CO2-niveaus in onze atmosfeer. En men kan verwijzen naar 'de extreme winters van de laatste twee jaren', terwijl uit alle metingen blijkt dat de algehele gemiddelde temperaturen op onze planeet steeds hoger worden.

Wat mij vooral verbaasd is dat mensen schreeuwen over een 'steeds groeiend gebrek aan bewijs', terwijl de bewijzen juist steeds vaker te vinden zijn uit de vele metingen die over onze hele planeet worden gedaan. Dat wij dergelijke veranderingen niet ervaren, is vooral te wijten aan de beperkte ervaring van onze fysieke realiteit. Veranderingen op mondiaal niveau zal niet waarneembaar voor het individu, totdat er sprake is van een gebeurtenis als direct gevolg van klimaatverandering.
Een voorbeeld is droogte waardoor oogsten zullen mislukken wat vooral voor armere landen grote gevolgen zal hebben. Dit zal uiteindelijk leiden tot grotere spanningen binnen de internationale politiek. Geografisch gunstige gebieden waar geen droogte heerst zullen opeens politieke belangen ontwikkelen, met als gevolg conflicten. De belangen van het individu komen uiteindelijk boven die van het collectief belang te staan, met alle gevolgen van dien. Het is aan ons, als ontwikkelde westerse wereld om deze toekomstige problemen voor te zijn. Die zogenaamde 'groene revolutie' heeft gefaald, gezien het feit dat er nog steeds chronisch tekort aan voedsel is. Nu is het tijd voor een nieuwe revolutie, de 'energie revolutie'. Door het toepassen van groene energie kan de landbouwsector een nieuwe impuls krijgen én draagt het bij aan vermindering van de uitstoot van CO2. De tijd is nu voor verandering! Doen wij dit niet, dan God helpe ons, want wij geven dan een dode planeet door aan onze kinderen...

Mijn vrienden, dank voor het lezen van deze blog! Geen diepgaande filosofie deze keer, maar een oproep voor het vergroten van ons bewustzijn. Wij moeten écht eens aan onze toekomst gaan denken, willen wij onze mooie planeet doorgeven aan onze kinderen. Wij kunnen het ons niet meer permitteren om onze oogkleppen te sluiten. Het wordt tijd voor een mentaliteitsverandering. Wij leven allemaal op ruimteschip Aarde.
Ik wens jullie allen nog een hele fijne avond toe. Een dikke knuffel van jullie wereld-verbeteraar, Halbe!

maandag 2 juni 2014

Ethisch intermezzo - Vrijheid van Meningsuiting

'We aren't allowed to write, nor to talk, not even to think. If we speak it is easy to interpret our words, let alone our writings. Finally, as they can't condemn us in an auto-da-fe for our secret thoughts, they threaten to burn us in eternity by order of God himself if we don't think like the Dominicans. They have convinced the government that if we had common sense the whole state would be in ferment and the nation would become the unhappiest on earth.' [...]
'It's up to you to learn to think. You were born with intelligence. You're a bird in the cage of the inquistion. The holy office has clipped your wings, but they can grow again. He who knows no geometry can learn it. Every man can educate himself. It's a shameful to put one's mind into the hands of those whom you wouldn't entrust with your money. Dare to think for yourself.'
'It's said that if every man thought for himself, there would be utter confusion.'
'Quite the contrary. When people go see a play, each one freely expresses his opinion on it, and peace is not troubled. But if some insolent protector of a bad poet tried to compel all people of taste to find good what appears to them to be bad, then hisses would be heard, and the two parties might trow apples at each other, as once happened in London. It is these tyrants of the mind who have caused part of the misfortunes of the world. We are happy in England only since every one freely enjoys the right to say what he thinks.' - Voltaire, Philosophical Dictionary
, 279 - 281, engelse versie vertaald door Theodore Besterman.

Vrijheid van Meningsuiting; hoe meer ik hierover denk, des te groter wordt mijn besef van het belang van dit facet van vrijheid.
Onze samenleving is aan het na-ijlen van de schokkende uitspraak die neerlands grootste xenofoob dhr. Wilders enkele maanden geleden in een cafeetje in Den Haag deed. Zijn anti-islam retoriek had plotseling ernstige racistische gronden verkregen door aan een groep (naar alle waarschijnlijkheid autochtone Nederlanders) de vraag te stellen: Willen jullie meer of minder Marokkanen?, waarop uiteraard de groep "minder minder!!!" scandeerde. Ook ik heb mijn verontwaardiging hierover uitgesproken in een vorig schrijven waarin ik heb gesproken over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.
Nu, enkele maanden later, ben ik langzaam maar zeker verder aan het denken over de gevolgen van deze uitspraak; hoe een dergelijke uitspraak kan worden gedaan in een rechtstaat en zelfs opnieuw kan worden gedaan, ondanks de morele verontwaardiging. En hoe dit vervolgens een gevaar is voor onze samenleving; niet in de morele zin van het woord, maar in de ethische zin van het woord. Ik stel als individu hierbij deze regel in werking:
De vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel recht van de vrijheid van het individu. Het moet dan ook ten alle tijden worden gewaardborgd, zelfs wanneer de morele grenzen zijn bereikt of overschreden mag dit niet leiden tot inperking van de vrijheid van meningsuiting.
Mijn lezer zal zich nu afvragen op welke reden ik dit baseer. Dit zal ik uitleggen aan de hand van verschillende filosofische stellingen.
Stelling nummer 1: Het overschrijden van morele grenzen is geen aanleiding voor het wijzigen van een norm.
Voor het correct beantwoorden van deze stelling moet ik eerst definiëren wat ik versta onder de begrippen 'morele grenzen' en 'norm'. Hiervoor verwijs ik mijn lezer graag naar een filosofisch intermezzo: moraliteit vs. cultuur. Hierin is de volgende definitie te lezen van moraliteit:
Moraliteit is de transcendente norm gesteld door het individu waarop wordt bepaald op wat voor wijze mensen op een deugdelijke wijze interacties aangaan met elkaar.
Hieruit volgt dat de norm inherent is aan het begrip moraliteit. Morele grenzen is vanuit dit perspectief beschouwt niks meer en minder dan de psychologische interpretatie van moraliteit. Dit maakt echter van het begrip 'morele grenzen' een problematisch gegeven, omdat ieder individu een eigen morele grens beheert. Wat voor mij acceptabel is, is voor de ander niet meer acceptabel en vice versa; wat ik niet meer als acceptabel beschouw, wordt door een ander nog wel als acceptabel beschouwd, binnen de morele zin van het woord. De norm is een morele grens dat geaccepteerd is binnen een groep of in dit geval: onze samenleving. Dat betekent niet dat de norm een vast gegeven is; het is net zo arbitrair als de morele grenzen van het individu.
Ergo: het overschrijden van de morele grens door een individu is vooralsnog geen aanleiding voor de groep cq. de samenleving om een norm te wijzigen of in dit geval: te verlagen.

Stelling 2: Moraliteit is een verkeerd uitgangspunt voor het funderen van de vrijheid van meningsuiting
De oplettende lezer zal op dit punt kritiek op mij hebben in de vorm van de vraagstelling: "als moraliteit de norm is, waarom zijn morele grenzen niet bepalend voor de vorm van de moraliteit?". Het probleem ligt in het antwoord: moraliteit is een transcendente norm en is per definitie onderhevig aan veranderingen binnen een cultuur. Hetgeen wat binnen een cultuur heden ten daagse als moreel acceptabel wordt beschouwd, was dit mogelijkerwijze vroeger niet. Een praktisch voorbeeld is de verandering van omgangsnormen tussen volwassenen en jongvolwassenen. Vroeger kreeg een kind respect voor een volwassen opgelegd. Een kind werd als het ware geïndoctrineerd om "respect te uitten voor uw ouderen".
Tegenwoordig is dit niet meer vanzelfsprekend. Hoewel er vanuit de opvoeding nog altijd een rechtmatige positie van 'ouder' wordt aangeleerd, wordt een volwassen persoon al snel beschouwd als gelijkwaardig aan het kind en vanuit deze positie ook die van een jongvolwassen of met een accurater woord: adolescenten. Het gevolg is een psychologische misplaatsing van de positie die een adolescent inneemt t.o.v. een volwassen; op basis van eerdere ervaringen is er de aanname dat de adolescent net zoveel respect moet tonen voor diens ouderen als diens mede-adolescenten. Los van de sociologische implicaties van dit fenomeen en de vraag of dit een wenselijke ontwikkeling is of niet, is hier sprake van een culturele verandering, van waaruit een verandering in moraal heeft plaats gevonden.

Een belangrijk detail is het verschil tussen families en diens culturele achtergrond. Het is een feit dat binnen families waarbij sprake is van een andere culturele achtergrond die van een Nederlandse, de positie van een ouder meer macht heeft over de eigen kinderen. Het gevolg is dat deze ouders meer aanzien krijgt van de kinderen dan ouders binnen de Nederlandse cultuur.
Toch bestaat er ook binnen de Nederlandse cultuur differentiatie in termen van de machtspositie die een ouder inneemt t.o.v. de eigen kinderen.
Al deze factoren bij elkaar opgeteld toont de essentie aan van moraliteit als transcendente norm. Er is geen gegeven feit van waaruit er een norm kan worden opgesteld; het is louter een psychologisch construct van waaruit een norm zich ontwikkeld op basis van culturele ontwikkelingen.
Voordat ik nu door ga met stelling 2, ga ik eerst een definitie opstellen van de vrijheid van meningsuiting.
De vrijheid van meningsuiting is een fundamentele vrijheid dat het individu het recht geeft om een eigen mening te vormen en deze ten alle tijden te uitten. Het wordt niet beperkt door politieke, religieuze of culturele invloeden en het vrijwaart een individu van rechterlijke vervolging.
Ergo: stelling 2 klopt. Moraliteit is een norm dat gefundeerd is op culturele invloeden; de vrijheid van meningsuiting kent geen normen. Dat moraliteit leidend is voor het vormen van een mening en het uitdragen hiervan is correct, maar dat betekent niet dat het een goed uitgangspunt is waarop de vrijheid van meningsuiting kan worden gefundeerd.
Stelling 3: De vrijheid van meningsuiting kan worden misbruikt om een verkapte vorm van racisme uit te dragen
Het feit dat ik heb gesteld 'het vrijwaart een individu van rechterlijke vervolging' kan worden opgevat als zijnde dat het kan worden misbruikt door mensen om een uitspraak te doen dat niet juridisch strafbaar is, maar wel beledigend is. Dan vraag ik mij het volgende af: mag ik dan iemand niet beledigen? Is het niet een recht van mij om iemand te beledigen?
Begrijp mij niet verkeerd, het is niet mijn intentie om iemand te beledigen danwel te kwetsen. Het is enkel een feit dat ik in mijn recht sta om woorden te gebruiken die door iemand zodanig kunnen worden geïnterpreteerd dat deze beledigend zijn; dit is een fundamenteel gegeven voortkomend uit de vrijheid van meningsuiting en moet dan ook zodanig erkent worden als een recht.
Het bewust beledigen van iemand is moreel verwerpelijk, dat erken ik. Maar zoals ik al heb aangetoond in stelling 2 is moraliteit niet leidend voor de vrijheid van meningsuiting. Verder is degene die beledigd is vrij om wraak te nemen binnen de grenzen van rechtspraak: die persoon mag mij ook weer beledigen, dat is het recht van dat individu.

Voordat ik nu doorga met stelling 3 heb ik eerst deze belangrijke vraag: Wat is racisme? Racisme is het onderscheiden van mensen op basis van huidskleur. Mag dit? In essentie wel, juist binnen sociologisch onderzoek is het een praktisch uitgangspunt. Het onderscheiden van mensen op basis van kenmerken is niet hetzelfde als het veroordelen van mensen op basis van kenmerken. Dat is een fundamenteel verschil evenals een juridisch verschil. Racisme als uitgangspunt voor het veroordelen van mensen is strafbaar. Het uitdragen van een mening waarmee mensen kunnen worden onderscheiden is in essentie niet strafbaar.
Voordat ik nu ladingen haatmail ga ontvangen, wil ik mijn lezer eerst wijzen op een column van De Correspondent waarin op uitvoerige wijze is omschreven hoe het begrip 'racisme' in essentie een psychologisch construct en zodoende in feite niet eens bestaat: lees en huiver.
Wat kan ik op dit punt concluderen over stelling 3? In de absolute zin van het woord is de vrijheid van meningsuiting ten alle tijde geldig, ook bij het onderscheiden van mensen op basis van huidskleur. Dat dit kan worden opgevat als een verkapte vorm van racisme kan ik begrijpen. Vanuit het perspectief beschouwt van louter racisme klopt de stelling. Echter mist het elke vorm van nuance. Racisme is een psychologisch construct van waaruit een realiteit wordt gecreëerd en gevuld met allerlei incorrecte aannames cq. vooroordelen. Het individu leeft in een subrealiteit gevuld met illusoire ideën dat 'mensen met huidskleur A eigenschappen B t/m F hebben en mensen met huidskleur X hebben eigenschappen J t/m P'. De vrijheid van meningsuiting kan nooit leiden tot een dergelijk construct, enkel een individu die weigert de feiten te erkennen of een incorrecte interpretatie uitvoert van de feiten komt tot een dergelijke conclusie dat valt onder de noemer van racisme. En een dergelijk individu is juist een gevaar voor de samenleving. Niet vanwege het uitdragen van diens mening, maar vanwege de potentie om geweld toe te passen op basis van diens incorrect perspectief op realiteit.
Ergo: stelling 3 klopt onder voorwaarde van enkele scherpe nuances.

Dit leidt mij tot de afsluitende stelling, stelling 4: Deze vorm van de vrijheid van de meningsuiting is het begin van een nieuw barbarisme
Het is een feit dat moraliteit ons dicteert tot deugdelijke omgangsvormen; beledigen valt hier niet onder. Echter zijn er omstandigheden mogelijk waarin een belediging een noodzaak is om een ander individu tot inzicht te laten komen. Een belediging is dan de eerste vorm van verandering in omgangsvormen, van waaruit een nieuwe moraliteit ontstaat. Enkel een onderontwikkeld individu die na een belediging direct overgaat tot het gebruiken van geweld verlaagd zich tot het barbarisme. Hij/zij mist het denkvermogen om op een rationele wijze te kunnen omgaan met een belediging. Het is juist de rede dat de mens onderscheid van dieren. En het is dezelfde reden dat mensen ertoe leidt om een belediging te kunnen relativeren en zich juist te onthouden van barbaars gedrag, iets wat juist vaker voorkomt onder de moderne mens of om accurater te zijn: het emotionele individu.

Wat kan ik hieruit concluderen? Dat stelling 4 in essentie niet klopt. Enkel een immoreel individu zal zich verleiden tot het barbarisme. Een individu die zich laat leiden tot de rede zal de vrijheid van meningsuiting respecteren en erkennen als een fundamenteel recht. Het inperken van deze vrijheid ontneemt ons het recht om onszelf te ontwikkelen. In vrijheid ligt onze toekomst.
De mens is iets, dat overtroffen moet worden; en daarom moet zij uw deugden liefhebben -: want gij zult aan hen te gronde gaan.
- Friedrich Nietzsche, Aldus sprak Zarathoestra.
Mijn vrienden, dank voor het lezen van deze blog. Hij was uiteindelijk veel langer en uitgebreider geworden dan ik had verwacht. Des te grondiger zijn echter de gepresenteerde feiten. Hecht waarde aan onze vrijheid van meningsuiting, hoe immoreel deze ook mag zijn.
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!