donderdag 31 mei 2012

Filosofisch intermezzo - Nihilistische pretenties

‘Wil tot waarheid’, noemt gij het, gij allerwijsten, dat wat u drijft en bronstig maakt?
Wil tot denkbaarheid van al het zijnde: zo noem ik uw wil!
Al het bestaande wilt gij eerst denkbaar maken: want gij twijfelt met goed wantrouwen eraan, of het al denkbaar is.
Maar het moet zich naar u voegen en buigen! Zo wil het uw wil. Glad moet het worden en de geest onderdanig: zijn spiegel en spiegelbeeld.
Dat is uw gehele wil, gij wijsten, als een wil tot macht; wanneer gij spreekt van goed en kwaad en van waarde-schatttingen. Friedrich Nietzsche - Aldus sprak Zarathoestra
- pagina 98

Vanmorgen stond ik op de werkvloer en werd ik spontaan overvallen door een vlaag van nihilisme. Gisteravond had ik al geen zin om te werken, maar toch kwam ik vanmorgen op tijd mijn bed uit en zorgde ik ervoor dat ik op tijd op de werkvloer komt. Hoe vreemd is dit eigenlijk wel niet? Dat wij mensen handelen tegen onze wil in. Ik weet dat ik handel tegen mijn wil in, omdat ik bewust ben van de consequenties als ik niet op mijn werk verschijn. Ik ben een verbond aangegaan met mijn werk en dat is als het ware een tweeledig zwaard. Ik beschik niet over de vrijheid om mijn eigen pad te vormen, want ik ben afhankelijk van mijn werk voor het verkrijgen van de mogelijkheden waarmee ik uiteindelijk mijn eigen pad kan vormen.
Tot heden hou ik nog steeds vast aan mijn eigen conclusies zoals ik die heb getrokken gedurende mijn korte levensbestaan op deze planeet. Ik heb al een bepaald wereldbeeld gevormd op basis van mijn kennis en gepoogd zoveel mogelijk objectief te blijven wanneer ik berichtgeving lees of zie in de media.
Des te groter is mijn verbazing als ik tot de ontdekking kom dat het nihilisme heden ten daagse onbewust grote invloeden vertoont op onze samenlevingen.

Het nihilisme is een typische Nietzscheaanse term, het impliceert de degradatie van elke vorm van waardering of concreter gezegd, het omvat een gedachtengoed waarbij er sprake is van het uitvoeren van een waarneming zonder enige vorm van waardering eraan vast te koppelen.
Hoe triviaal is niet alles wat wij doen? Wij zoeken jaren, zo niet ons hele leven naar de zin van het leven of mooier verwoord in het engels: 'the meaning of life' en nooit hebben wij de oplossing gevonden voor dit vraagstuk. Als alternatief storten wij op ons bestaan, op de diversiteit aan mogelijkheden waarmee wij ons bestaan proberen te bevestigen. In de maalstroom van samenlevingen probeert het indidivu zijn eigen plek te verwerven, op een bijna darwinistische wijze, waarbij het individu zichzelf constant probeert te profileren. Wij hebben de pretenties om vooruit te komen in het leven door de gebruikelijke wegen, door hard te werken. Maar is dat echt de énige manier om vooruit te komen in het leven?

Onze samenlevingen zijn naar mijn weten nog nooit zo complex geweest. Vroeger had je de verschillende klassen waarin je leefde als mens. Iemand van de arbeidersklasse kan nooit iemand van adel worden. Dit maakte sociale omgangsnormen des te makkelijker om aan te houden. Er valt in de hedendaagse samenleving iets te zeggen over het bestaan van deze klassen. Je zou kunnen stellen dat ze nog steeds bestaan, maar dan in een geraffineerde vorm. Vroeger kon je als simpele arbeider niet eens in contact komen met iemand van de adel, tegenwoordig zijn deze sociale omgangsnormen versoepelt. Doch in een bepaalde situatie vertonen wij gedrag zoals dat van ons wordt verwacht. En het mooiste van alles is dat wij dit massaal doen! Wij laten de situatie ons gedrag bepalen, hoe bizar is dat wel niet.
Nog meer bizar is wellicht het feit dat wij collectief deze sociale omgangsnormen in stand houden. Waarom doen wij dit? Houden wij deze sociale omgangsnormen in stand uit angst voor verandering van de verstandhoudingen tussen mensen? Of moet ik eerder denken aan Rousseau's sociaal contract, waarin wij als het ware gebonden zijn aan elkaar en dat wij daarom onbewust danwel bewust regels gaan instellen waardoor wij structuur kunnen ontwikkelen in onze maatschappij/samenleving. Dan nog is dit geen verklaring waarom het praten met een hooggeplaatst persoon zo moeilijk is, of lijkt.

Ik kan hele interessante gesprekken houden met de manager van het laboratorium. Ik heb enorm veel respect voor zijn functie, maar toch beschouw ik mijzelf niet als een lager mens, ondanks zijn hogere plaats t.o.v. mijn plaats binnen de organisatie. Wanneer ik met hem praat, dan praat ik met mijn medemens. Dat hij toevallig ook nog eens binnen de context van de organisatie waar wij beiden werkzaam zijn hoger staat dan mij is een bijzaak.
Misschien is dat wel de crux, dat wij respect hebben voor een hoger geplaatst persoon. Dat wij daarom moeite hebben om onszelf op hetzelfde niveau te brengen als iemand die naar ons gevoel hoger staat dan ons.
Hoe ironisch is het dan wel niet dat wij als mensen ons weigeren te onderwerpen aan de wil van een hogere macht. God is allang geen grootmacht meer in ons leven. Wij pretenderen de macht over ons leven in eigen handen te hebben, door te handelen zoals ons dat goeddunkt of zoals het moraal dat van ons vereist. En masse consumeren wij het scala aan gebruiksvoorwerpen die aan ons worden gepresenteerd in allerlei winkels. Wij zijn bijna verslaafd geworden aan technologie, een natie zonder technologie is geen denkbaar gegeven meer, een natie in het hedendaagse tijdperk kan alleen bestaan d.m.v. technologie.
Andere naties daarentegen verkiezen een hogere macht boven hun eigen bestaan. Daar geld het recht van de religie, rechtspraak staat daar in het teken van de regels en wetten zoals deze zijn opgesteld vanuit de religie. Ik vraag mij altijd af wat de meerwaarde is van dit systeem, heeft het überhaupt enige meerwaarde t.o.v. een technologisch afhankelijke natie?

Een samenleving was vroeger een bijeenraapsel van de 3 klassen, die allemaal werden geleid in hun gezamenlijke visie van een hogere macht. Hedendaagse samenlevingen zijn een complexe eenheid, het is samengesteld uit pluriforme delen, groepen individuen die tezamen gezamenlijke ideeën hebben; die een eigen cultuur i.e. identiteit hebben. Het nihilisme voedt zichzelf met alle conflicten cq. polarisatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen en met het groeiende nihilisme verdwijnt evenredig de kern van ons bestaan, namelijk dat wij niet meer leven om te kunnen leven, maar dat wij onbewust gaan leven volgens een doelmatigheid, namelijk de doelmatigheid van het nihilisme.

Mijn vrienden, bedankt voor het lezen van deze diepgaande blog! Ik wens jullie allemaal alvast een heel fijn weekend toe. Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

woensdag 9 mei 2012

Filosofisch intermezzo - Wetenschap vs. ethiek

Ethica is een 'praktische' wetenschap: we moeten onderzoeken hoe we moeten handelen. Deugd is een midden tussen twee uitersten: een teveel en een te weinig. De huidige verhandeling is niet zoals de andere takken van de filosofie, gericht op theoretische kennis. We verrrichten immers dit onderzoek niet om te weten te komen wat optimaal functioneren inhoudt, maar om goed te worden, want anders zou onze verhandeling geen enkel nut hebben. Daarom moeten we ons onderzoek verrichten op het terrein van de handelingen en ons afvragen, op welke wijze we moeten handelen. Want zoals we hebben gezegd, bepalen onze handelingen ook de aard van onze disposities - Ethica Nicomachea, Artistoteles, boek 2 - 1103b3-32.

Een zeker persoon zei ooit: is wetenschap eigenlijk niks meer dan het uitvoeren van onderzoek binnen een vastgesteld kader? Ik kan niks anders concluderen dan dat ik het met haar eens ben. Heel simpel gesteld omvat wetenschap niks anders dan het vastleggen van herhalingspatronen die worden omgevormd tot een wetmatigheid, waarbij er op basis van de wet kan worden voorspeld hoe een individuele factor zich zal gedragen. Natuurlijk omvat wetenschap veel meer dan dit en is het de kunst om elke factor te analyseren door het opzetten van experimenten waarbij er constant sprake is van een onafhankelijke en een variabele factor en is het mogelijk om hele complexe experimenten op te zetten waarbij er binnen 1 experiment meerdere onafhankelijke als variabele factoren zijn die de wetenschapper wilt onderzoeken.

Wat ik mij echter afvraag is wanneer de ethiek zijn stempel gaat drukken op wetenschappelijk onderzoek.
Zoals Immanuel Kant had omschreven in zijn Kritiek van de praktische reden: "het gebod om het hoogste goed te bevorderen heeft een objectieve grondslag (in de praktische rede), de mogelijkheid van dat hoogste goed in het algemeen heeft eveneens een objectieve grondslag (in de theoretische rede, die er niets tegen heeft).[...] De enige wijze waarop het voor haar theoretisch mogelijk is om de precieze harmonie van het rijk van de natuur met de rijk van de zeden te denken, als voorwaarde voor de mogelijkheid van het hoogste goed, en tegelijk de enige wijze waarop wordt bijgedragen aan de moraliteit - pagina 196.
Een beladen thema zijn dierproeven. Nog steeds weet ik van mijzelf dat ik het nooit zou aankunnen om experimenten uit te voeren met dieren. Maar ik ontken ook niet de schat aan informatie die wij als mensheid hebben verkregen met het uitvoeren van deze experimenten. Het is een lastige ethische kwestie, die voorlopig nog zeker zal voortborduren en zo mogelijkerwijze nog heftiger gaat worden met het gedachtengoed dat de laatste decennia zeker veranderd is m.b.t. dierproeven.

Mensen begrijpen niet dat dierproeven nog steeds nodig zijn om bepaalde experimenten te kunnen uitvoeren. Zij gaan ervan uit dat er voldoende alternatieven zijn met stamcellen.
Hoe ironisch is het wel niet dat je dan weer een andere groep tegen het zere been gaat schoppen. Onderzoek met humane stamcellen is nog steeds een zeer omstreden thema. Vooral in Amerika zorgt dit nog steeds voor onrust. Niet zo lang geleden was er zelfs nog een wet dat het onmogelijk zou maken om onderzoek uit te voeren op stamcellen. Deze wet is nooit doorgekomen.
Dit toont aan dat onze moraliteit t.a.v. het leven nog steeds vrij hoog is en dat wij als mensheid (gelukkig) nog altijd inzien dat wij respect moeten hebben voor alle scepselen des levens.

Hoe ver wil je als wetenschapper gaan wil je onderzoek uitvoeren?
Ik vraag mij soms af hoe ver wij kunnen gaan. De paradox van wetenschap is dat het vaak meer vragen oplevert, dan antwoorden. En toch blijven we doorgaan, omdat het interessant is. Maar er is geen enkele doelmatigheid die wij nastreven, geen enkele teleologie. Wij bedrijven wetenschap puur om het bedrijven ervan, omdat wij kennis willen verkrijgen.
Kunnen wij ooit alle kennis verkrijgen die wij willen? Zullen wij ooit tevreden zijn met onze verworven kennis? Als ik kijk naar alle kennis die ik opdoe, vind ik het werkelijk magnifiek om te zien hoe complex een cel is. Het is zo simpel, maar tegelijk de kleinste (en meest complexe?) eenheid van leven, als we virussen tenminste voor het gemak buiten beschouwing laten. Het enige waar ik altijd op uitkom is de balans, de homeostase.

Zou dat de crux zijn van het leven? Geheel in de lijn van Ying/Yang? Dat alles in balans moeten zijn?
Stel, er komt een tijd dat wij alles weten over het menselijk lichaam wat maar te weten is. Hoe zal de wereld er dan uitzien? Zal de mensheid nog bestaan, of heeft zij zichzelf ondertussen uitgeroeid? Ik ben bang dat ook ik oorlog zal meemaken en met mij een hele generatie mensen. De mensheid is een parasiet aan het worden van onze planeet en het enige wat wij kunnen doen is elkaar uitmoorden en elkanders leven verzieken. Als westerse wereld kunnen wij alleen maar de derde wereld uitbuiten, totdat wij de laatste druppel geld hebben kunnen verkrijgen.
Ik ben blij dat er langzaam maar zeker een verandering plaatsvind. Dat wij steeds meer bewust worden dat wij als westerse wereld de derde wereld moeten helpen om zichzelf te ontwikkelen. Want uiteindelijk zullen we met z'n allen moeten leven op deze aardbol. Het zou prachtig zijn als wij een medicijn kunnen vinden tegen kanker, maar dan moeten we het individu wel de mogelijkheid bieden om een kwalitatief goed leven te leiden.

Waarom leven in een hel, terwijl de dood zoveel beter is?
Wetenschap kan ons geen verlossing brengen, maar het biedt ons wel kennis. En met deze kennis zijn wij wellicht in staat om de mensheid op een hogere niveau te laten ontwikkelen. Ik denk niet dat het Einsteins intentie was dat wij oorlogvoeren naar een hoger niveau zouden brengen toen wij de atoombom hadden ontdekt ten gevolge van de relativeitstheorie. Maar het bracht ons wel de fundamenten voor de kwantummechanica.
Wie weet wat voor ontdekkingen wij gaan doen? En misschien wel een nog belangrijkere vraag, wat gaan wij doen met de verkregen kennis? Want kennis is macht en met macht moet voorzichtig worden omgegaan, want zodra kennis in verkeerde handen komt kunnen er mogelijkerwijze verstrekkende gevolgen zijn.

Mijn vrienden, dank voor het lezen van deze afwijkende blog. Ik stel een hoop vragen die mijns inzien bijdragen bij de ontwikkeling van het individu. Ik ben een wereldverbeteraar, dat weet ik. Wat ben jij?
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

zaterdag 5 mei 2012

Filosofisch intermezzo - Vrijheid vs. nihilisme

Als de hele geschiedenis van de cultuur zich aan de blik voordoet als een wirwar van verdorven en nobele, ware en verkeerde voorstellingen, en als we bij ons de aanblik van deze golfslag bijna zeeziek gaan voelen, begrijpen we wat een troost er is in het denkbeeld van een wordende God gelegen is: deze openbaart zich steeds meer in de metamorfosen en lotgevallen van de mensheid, niet alles is blinde mechanica, zin - en doelloos chaotisch krachtenspel.[..] Alleen wie, zoals Schopenhauer, de ontwikkeling loochent, voelt ook niets van het ongeluk van deze historische golfslag, en mag, omdat hij van die wordende God en de behoefte om diens bestaan te veronderstellen niet weet en niet voelt, met recht zijn spot de vrije loop laten - Friedrich Nietzsche - Menselijk, al te Menselijk; 238, pagina 157.

Friedrich Nietzsche wordt door een hoop mensen beschouwd als de grondlegger van het nihilisme. Het nihilisme omvat het gedachtengoed waarbij het individu geen rekenschap hoeft af te leggen aan geen enkele vorm van hogere macht voor de gevolgen van diens handelen. Als het ware zou je dit kunnen beschouwen als de doodsteek van elke vorm van moraliteit, want waarom zou het individu zichzelf in diens handelen beperken als het nergens naartoe leidt? Een hoogleraar genaamd Paul van Tongeren betoogt in zijn werk dat er een donkere wolk van nihilisme boven Europa hangt, zoals hier te lezen is in een artikel. Het probleem zit hem voornamelijk in het feit dat elke vorm van collectief gedachtengoed dat wordt omgevormd tot een praktisering leidt tot een absolutisme, waarbij het individu gedwongen wordt om zich te conformeren naar gebruiken zoals die tot ontwikkeling komen bij de praktisering van het collectief gedachtengoed dat op dit punt kan worden geclassificeerd als een systeem.

Het is ironisch, vooral op bevrijdingsdag, om na te gaan dat elke vorm van collectief gedachtengoed per definitie een inperking inhoudt van vrijheid. Vrijheid zou je kunnen beschouwen als de mogelijkheid voor het maken van keuzes, het uitoefenen van een individuele invulling van het persoonlijke gedachtengoed. Maar hoe kan het individiu zichzelf ontwikkelen tot de persoon die het wilt worden als dit invididu gedwongen wordt om zich te conformeren naar de gebruiken van 'het systeem'?
Immanuel Kant beschouwde vrijheid als een noodzakelijk bestaan. In het verlengde hiervan heeft deze filosoof het categorisch imperatief van de plicht opgesteld dat als het ware fungeert als fundament voor het moreel handelen van de mens. Maar dan nog wordt de mens hiermee per definitie beperkt in diens vrijheden. Dan zou je in het verlengde hiervan de vraag kunnen stellen: kan vrijheid bestaan?

Eigenlijk kan hier niet zo een simpel antwoord op worden gegeven, want dan zou je eerst een definitie moeten opstellen wat vrijheid inhoudt. Ongeacht of het bestaan van vrijheid een noodzakelijk fenomeen is dat voortkomt uit het bestaan van het leven, zou vrijheid eerst moeten worden gedefinieerd alvorens dit begrip kan worden geplaatst binnen een moralistisch systeem.
Vrijheid is een noodzakelijk existentieel fenomeen voortkomend uit het scala aan mogelijkheden die het individu krijgt toegereikt en van waaruit het individu kan handelen.
Hoe ironisch is het wel niet dat door het plaatsen van vrijheid binnen een moralistisch systeem de essentie van vrijheid per definitie wordt beperkt! Het invoeren van een moralistisch systeem impliceert de beperking van vrijheid in de concrete zin van het woord. Echter ervaren wij dit niet als een beperking van vrijheid, omdat wij hiermee de slechte neigingen waarmee wij als individu worden geconfronteerd ook kunnen beperken en hierdoor onszelf kunnen beschermen tegen de ander indien deze door een willekeurige reden niet in staat is om zijn/haar eigen handelen te beteugelen.

Het probleem dat voortkomt uit de invoering van een moralistisch systeem is de hanteerbaarheid hiervan. Indien het moralistisch systeem simpel hanteerbaar is, zal ieder individu dit systeem hanteren zonder daadwerkelijk nadenken waarom het individu handelt zoals het handelt. En dit zal onlosmakelijk leiden tot nihilisme, want op het moment dat het systeem zichzelf heeft gemanifesteerd onder een bevolking en dat ieder individu handelt zoals opgesteld is volgens het systeem zonder te begrijpen waarom het individu handelt, dan wordt de meerwaarde van het systeem opgeheven. De invoering van een complex moralistisch systeem is echter een onmogelijkheid vanwege meerdere redenen.
Ten eerste is het mogelijk dat dit ook leidt tot nihilisme, omdat de identiteit van het individu zal verdwijnen naarmate de invloed van het systeem op het individu toeneemt en de mens ophoudt een mens te zijn, maar zal gaan leven als een leeg biologisch omhulsel dat ooit een mens is geweest.
Ten tweede gaat het moralistisch systeem voorbij de concepten van cultuur en zal elk moralistisch systeem zich eerst moeten conformeren aan de gebruiken van de cultuur. Het spreekt voor zich dat het systeem uiteindelijk meer invloed zal gaan uitoefenen dan de cultuur, wat een onmogelijkheid is, omdat het individu zich primair conformeert aan culturele invloeden en secundair aan extra-culturele invloeden, in dit geval een moralistisch systeem.
Als laatste zal het individu altijd zijn/haar unieke identiteit behouden ongeacht de invoering van een systeem. Ieder mens is uniek, ongeacht de universele overeenkomsten in ons menselijk handelen die eerder voortkomt uit de genetische opmaak van het menselijk lichaam dan het handelen van het individu.

In het artikel is te lezen dat de franse filosoof Pascal Bruckner ongewenste beïnvloeding en crisis beschouwt als de grootste bedreigingen van deze tijd. Niet zo heel vreemd als je nagaat dat een crisis veelal wordt veroorzaakt doordat een elementair deel van een systeem of stuk gaat of niet meer optimaal functioneert. De opvattingen van deze filosoof is dat ongewenste beïnvloeding en crisisen moeten worden bestreden door weerbaarheid, voortkomend uit humanisme en religie.
Het is intrigerend, voornamelijk omdat ik als ongelovige weiger mijzelf te conformeren naar een religie, zie ik wel de voordelen die een religie met zich meebrengt. Hetzelfde geld ook voor een humanistisch gedachtengoed, dat de nadruk legt op de mens, ongeacht diens geboortegrond, geslacht of levensovertuiging.
Er is wel een element dat een groot effect kan hebben, namelijk het grijs gebied tussen het individu en een groep. Dit grijs gebied zal altijd blijven bestaan, ongeacht de fundamenten van een systeem. Hoe kleiner dit grijs gebied is, des te kleiner wordt de ogenschijnlijke vrijheid van het individu en des te groter zal de kans bestaan dat de vrijheid omslaat naar nihilisme.

Mijn vrienden, dank voor het lezen van deze blog. Het is bevrijdingsdag, dus geniet van jullie vrijheid! Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe