Wanneer het mogelijk zou zijn die kalme, taaie dapperheid die de Duitser tegenover de pathetische, abrupte onstuimigheid van de Fransman aan de dag legde, wakker te roepen tegen de ínnerlijker vijand, tegen de hoogst dubbelzinnige en in elk geval onnationele 'algemene ontwikkeling' die thans in Duitsland, met een gevaarlijk wanbegrip, cultuur wordt genoemd, dan is niet alle hoop op een werkelijke, authentieke Duitse beschaving [...] verloren: want aan bij uitstek oordeelkundige en moedige aanvoerders en veldheren hebben de Duitsers nooit gebrek gehad [...] kortom dat overal het beste zaad van de cultuur deels is uitgezaaid, deels in fris blad en hier en daar zelfs in welige bloei staat. - Friedrich Nietzsche - Oneigentijdse beschouwingen - pagina 10.
Een tijd geleden had ik een blog geschreven waarin ik een uiteenzetting had gemaakt over de vermeende identiteitscrisis waarin ons land zich bevindt. Het spreekt voor zich dat dit volledig hypothetisch is en niet kan worden bevestigd door een onderzoek, maar afgaande op mijn eigen ervaringen die ik heb opgedaan in mijn omgang met mijn medemens en diverse media durf ik toch wel keihard te stellen dat deze uitspraak niet ver afstaat van de realiteit, namelijk dat wij als land, als natie, als samenleving hard aan het zoeken zijn naar nieuwe sociale omgangsnormen, dat wij niet meer weten hoe wij op een degelijke manier conform normen en waarden met elkaar om moeten gaan.
Wat voor een hoop mensen schijnbaar onverteerbaar is dat er onder een bepaalde bevolkingsgroep irrationele onderbuikgevoelens bestaan die ervoor zorgen dat zij oordelen over zaken waarover zij weinig danwel vrijwel niks vanaf weten. Het argument dat voornamelijk wordt aangevoerd door deze mensen is het "feit" dat 'wij ons wél (moeten?) aanpassen aan de sociale omgangsnormen in andere landen, maar dat andere mensen cq. buitenlanders zich niet aanpassen aan de sociale omgangsnormen zoals deze hier in Nederland worden gehanteerd'.
Persoonlijk vind ik dit een kinderachtig argument en begint deze uitspraak mij een beetje de strot uit te hangen. Natuurlijk kan er worden gesteld dat deze uitspraak gestoeld is op de universele drang naar gelijkwaardigheid onder mensen, maar waarom blijven mensen toch doorhameren op dit argument!? Het slaat kant noch wal en sterker, het draagt bij aan de vervreemding van onze menselijkheid. Want door andere mensen aan te kijken met argusogen zul je als individu ook handelen conform deze irrationele onderbuikgevoelens waardoor je als persoon per definitie al een oordeel heb geveld over een individu, zonder dat je ook maar iets weet van het individu. Juist deze irrationele onderbuikgevoelens dragen bij aan de zogenaamde 'splijting van de samenleving' waarin wij ons momenteel bevinden.
Waar gaat het mis? Dat wij ons laten leiden door onze irrationele onderbuiksgevoelens valt vrij makkelijk te vertalen door te kijken naar de psychologische mechanismen van ons handelen. Zoals eerder gesteld wordt ons handelen aangestuurt door de wil om gelukkig te worden. Geluk is een abstract begrip, maar zoals Artistoteles het had verwoord in zijn werk Ethica Nicomachea wordt geluk ook bepaald door het geluksgevoel van een samenleving.
Natuurlijk beperk ik met deze uitspraken per definitie het geluksgevoel van het individu en staat dit concept in het huidige tijdperk niet meer in het verlengde van het geluksgevoel van een natie, maar dit is dan ook puur ter representatie van sociologische mechanismen waarin wij worden geleid door de wil om gelukkig te worden en indien een natie als samenleving gelukkig is, dan het individu dan ook een bepaalde mate van geluk ondervindt. Net zoals het omgekeerd ook het geval is, waarin wij in het huidige tijdperk collectief worden beïnvloed door de berichtgeving in de media dat gedeeltelijk bijdraagt aan de ontwikkeling van een abstract collectieve gemoedstoestand.
Afijn, dat was een noodzakelijke zijstap die ik had moeten nemen ter verduidelijking van het volgende onderwerp, namelijk de botsing van culturen. Zoals de inleiding het verwoordde had Friedrich Nietzsche in zijn werk Oneigentijdse beschouwingen al opgemerkt hoe de in zijn ogen trotse duitse cultuur wordt beïnvloed franse cultuur en hoe de assimilatie van de franse cultuur een onlosmakelijk effect teweegbrengt in de totstandkoming van de duitse cultuur.
Ironisch eigenlijk als je nagaat dat de duitsers victorieus waren in de frans-duitse oorlogen die destijds diverse keren zijn gevoerd. In mijn optiek toont dit aan dat de ontwikkeling van cultuur een gegeven is conform menselijke ontwikkelingen en dat de zogenaamde overwinning van een natie op een andere natie geen garantie is voor het behoud van de cultuur, sterker nog het kan zelfs bijdragen aan de verandering van de cultuur, juist doordat mensen gewaar geworden van de verschillen tussen twee culturen. Hierdoor zullen mensen gaan reflecteren op hun eigen individuele normen en waarden en is het mogelijk dat het individu tot een ander inzicht komt door de externe ingeving van andere normen en waarden die op bepaalde niveau's beter aansluiten dan de huidige.
Hoe zit het dan met tolerantie? Wanneer spreek je over assimilatie en wanneer spreek je over tolerantie? Ligt het één wellicht in het verlengde van het ander?
Tolerantie is een typisch fenomeen van menselijke ontwikkeling. In mijn optiek biedt het juist mogelijkheden voor de ontwikkeling van cultuur en in het verlengde van de mens als wezen, als individu. Het zorgt ervoor dat je met behoud van je eigen normen en waarden objectief kan waarnemen hoe een cultuur zich verhoudt tot jouw eigen cultuur. In dit perspectief zou je kunnen veronderstellen dat assimilatie van een andere cultuur in het verlengde ligt van tolerantie, maar is het niet zo dat beiden co-existeren naast elkaar? Door een andere cultuur te respecteren, door diens normen/waarden, gebruiken, en sociale omgangsnormen te respecteren zal de andere cultuur ook dit gedrag vertonen en is het mogelijk dat twee culturen naast elkaar kunnen leven en zal er onlosmakelijk uitwisseling plaatsvinden tussen de twee culturen naarmate ze van elkaar leren. Je zou bijna kunnen veronderstellen dat cultuur bestaat op een metafysisch niveau en dat er op dit onwaarneembaar niveau interacties plaatsvinden tussen deze fenomenen.
Behoud van cultuur impliceert het behoud van een bepaald object dat een representatie is van de desbetreffende cultuur. Maar cultuur als existentieel fenomeen is een dynamisch sociologisch mechanisme dat veranderlijk is en per definitie onmogelijk kan worden behouden. Het existeert in het nu en nu is een ongedefinieerde tijdsperiode dat bestaat tussen het verleden en de toekomst.
Aldus besluiten wij met de wijze woorden van Friedrich Nietzsche - "De mens is iets, dat overtroffen moet worden; en daarom moet gij uw deugden liefhebben -: want gij zult aan hen te gronde gaan" - Aldus sprak Zarathoestra - pagina 44.
Mijn vrienden, ik wens ieder een zeer fijne dag toe!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe