donderdag 31 mei 2012

Filosofisch intermezzo - Nihilistische pretenties

‘Wil tot waarheid’, noemt gij het, gij allerwijsten, dat wat u drijft en bronstig maakt?
Wil tot denkbaarheid van al het zijnde: zo noem ik uw wil!
Al het bestaande wilt gij eerst denkbaar maken: want gij twijfelt met goed wantrouwen eraan, of het al denkbaar is.
Maar het moet zich naar u voegen en buigen! Zo wil het uw wil. Glad moet het worden en de geest onderdanig: zijn spiegel en spiegelbeeld.
Dat is uw gehele wil, gij wijsten, als een wil tot macht; wanneer gij spreekt van goed en kwaad en van waarde-schatttingen. Friedrich Nietzsche - Aldus sprak Zarathoestra
- pagina 98

Vanmorgen stond ik op de werkvloer en werd ik spontaan overvallen door een vlaag van nihilisme. Gisteravond had ik al geen zin om te werken, maar toch kwam ik vanmorgen op tijd mijn bed uit en zorgde ik ervoor dat ik op tijd op de werkvloer komt. Hoe vreemd is dit eigenlijk wel niet? Dat wij mensen handelen tegen onze wil in. Ik weet dat ik handel tegen mijn wil in, omdat ik bewust ben van de consequenties als ik niet op mijn werk verschijn. Ik ben een verbond aangegaan met mijn werk en dat is als het ware een tweeledig zwaard. Ik beschik niet over de vrijheid om mijn eigen pad te vormen, want ik ben afhankelijk van mijn werk voor het verkrijgen van de mogelijkheden waarmee ik uiteindelijk mijn eigen pad kan vormen.
Tot heden hou ik nog steeds vast aan mijn eigen conclusies zoals ik die heb getrokken gedurende mijn korte levensbestaan op deze planeet. Ik heb al een bepaald wereldbeeld gevormd op basis van mijn kennis en gepoogd zoveel mogelijk objectief te blijven wanneer ik berichtgeving lees of zie in de media.
Des te groter is mijn verbazing als ik tot de ontdekking kom dat het nihilisme heden ten daagse onbewust grote invloeden vertoont op onze samenlevingen.

Het nihilisme is een typische Nietzscheaanse term, het impliceert de degradatie van elke vorm van waardering of concreter gezegd, het omvat een gedachtengoed waarbij er sprake is van het uitvoeren van een waarneming zonder enige vorm van waardering eraan vast te koppelen.
Hoe triviaal is niet alles wat wij doen? Wij zoeken jaren, zo niet ons hele leven naar de zin van het leven of mooier verwoord in het engels: 'the meaning of life' en nooit hebben wij de oplossing gevonden voor dit vraagstuk. Als alternatief storten wij op ons bestaan, op de diversiteit aan mogelijkheden waarmee wij ons bestaan proberen te bevestigen. In de maalstroom van samenlevingen probeert het indidivu zijn eigen plek te verwerven, op een bijna darwinistische wijze, waarbij het individu zichzelf constant probeert te profileren. Wij hebben de pretenties om vooruit te komen in het leven door de gebruikelijke wegen, door hard te werken. Maar is dat echt de énige manier om vooruit te komen in het leven?

Onze samenlevingen zijn naar mijn weten nog nooit zo complex geweest. Vroeger had je de verschillende klassen waarin je leefde als mens. Iemand van de arbeidersklasse kan nooit iemand van adel worden. Dit maakte sociale omgangsnormen des te makkelijker om aan te houden. Er valt in de hedendaagse samenleving iets te zeggen over het bestaan van deze klassen. Je zou kunnen stellen dat ze nog steeds bestaan, maar dan in een geraffineerde vorm. Vroeger kon je als simpele arbeider niet eens in contact komen met iemand van de adel, tegenwoordig zijn deze sociale omgangsnormen versoepelt. Doch in een bepaalde situatie vertonen wij gedrag zoals dat van ons wordt verwacht. En het mooiste van alles is dat wij dit massaal doen! Wij laten de situatie ons gedrag bepalen, hoe bizar is dat wel niet.
Nog meer bizar is wellicht het feit dat wij collectief deze sociale omgangsnormen in stand houden. Waarom doen wij dit? Houden wij deze sociale omgangsnormen in stand uit angst voor verandering van de verstandhoudingen tussen mensen? Of moet ik eerder denken aan Rousseau's sociaal contract, waarin wij als het ware gebonden zijn aan elkaar en dat wij daarom onbewust danwel bewust regels gaan instellen waardoor wij structuur kunnen ontwikkelen in onze maatschappij/samenleving. Dan nog is dit geen verklaring waarom het praten met een hooggeplaatst persoon zo moeilijk is, of lijkt.

Ik kan hele interessante gesprekken houden met de manager van het laboratorium. Ik heb enorm veel respect voor zijn functie, maar toch beschouw ik mijzelf niet als een lager mens, ondanks zijn hogere plaats t.o.v. mijn plaats binnen de organisatie. Wanneer ik met hem praat, dan praat ik met mijn medemens. Dat hij toevallig ook nog eens binnen de context van de organisatie waar wij beiden werkzaam zijn hoger staat dan mij is een bijzaak.
Misschien is dat wel de crux, dat wij respect hebben voor een hoger geplaatst persoon. Dat wij daarom moeite hebben om onszelf op hetzelfde niveau te brengen als iemand die naar ons gevoel hoger staat dan ons.
Hoe ironisch is het dan wel niet dat wij als mensen ons weigeren te onderwerpen aan de wil van een hogere macht. God is allang geen grootmacht meer in ons leven. Wij pretenderen de macht over ons leven in eigen handen te hebben, door te handelen zoals ons dat goeddunkt of zoals het moraal dat van ons vereist. En masse consumeren wij het scala aan gebruiksvoorwerpen die aan ons worden gepresenteerd in allerlei winkels. Wij zijn bijna verslaafd geworden aan technologie, een natie zonder technologie is geen denkbaar gegeven meer, een natie in het hedendaagse tijdperk kan alleen bestaan d.m.v. technologie.
Andere naties daarentegen verkiezen een hogere macht boven hun eigen bestaan. Daar geld het recht van de religie, rechtspraak staat daar in het teken van de regels en wetten zoals deze zijn opgesteld vanuit de religie. Ik vraag mij altijd af wat de meerwaarde is van dit systeem, heeft het überhaupt enige meerwaarde t.o.v. een technologisch afhankelijke natie?

Een samenleving was vroeger een bijeenraapsel van de 3 klassen, die allemaal werden geleid in hun gezamenlijke visie van een hogere macht. Hedendaagse samenlevingen zijn een complexe eenheid, het is samengesteld uit pluriforme delen, groepen individuen die tezamen gezamenlijke ideeën hebben; die een eigen cultuur i.e. identiteit hebben. Het nihilisme voedt zichzelf met alle conflicten cq. polarisatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen en met het groeiende nihilisme verdwijnt evenredig de kern van ons bestaan, namelijk dat wij niet meer leven om te kunnen leven, maar dat wij onbewust gaan leven volgens een doelmatigheid, namelijk de doelmatigheid van het nihilisme.

Mijn vrienden, bedankt voor het lezen van deze diepgaande blog! Ik wens jullie allemaal alvast een heel fijn weekend toe. Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

woensdag 9 mei 2012

Filosofisch intermezzo - Wetenschap vs. ethiek

Ethica is een 'praktische' wetenschap: we moeten onderzoeken hoe we moeten handelen. Deugd is een midden tussen twee uitersten: een teveel en een te weinig. De huidige verhandeling is niet zoals de andere takken van de filosofie, gericht op theoretische kennis. We verrrichten immers dit onderzoek niet om te weten te komen wat optimaal functioneren inhoudt, maar om goed te worden, want anders zou onze verhandeling geen enkel nut hebben. Daarom moeten we ons onderzoek verrichten op het terrein van de handelingen en ons afvragen, op welke wijze we moeten handelen. Want zoals we hebben gezegd, bepalen onze handelingen ook de aard van onze disposities - Ethica Nicomachea, Artistoteles, boek 2 - 1103b3-32.

Een zeker persoon zei ooit: is wetenschap eigenlijk niks meer dan het uitvoeren van onderzoek binnen een vastgesteld kader? Ik kan niks anders concluderen dan dat ik het met haar eens ben. Heel simpel gesteld omvat wetenschap niks anders dan het vastleggen van herhalingspatronen die worden omgevormd tot een wetmatigheid, waarbij er op basis van de wet kan worden voorspeld hoe een individuele factor zich zal gedragen. Natuurlijk omvat wetenschap veel meer dan dit en is het de kunst om elke factor te analyseren door het opzetten van experimenten waarbij er constant sprake is van een onafhankelijke en een variabele factor en is het mogelijk om hele complexe experimenten op te zetten waarbij er binnen 1 experiment meerdere onafhankelijke als variabele factoren zijn die de wetenschapper wilt onderzoeken.

Wat ik mij echter afvraag is wanneer de ethiek zijn stempel gaat drukken op wetenschappelijk onderzoek.
Zoals Immanuel Kant had omschreven in zijn Kritiek van de praktische reden: "het gebod om het hoogste goed te bevorderen heeft een objectieve grondslag (in de praktische rede), de mogelijkheid van dat hoogste goed in het algemeen heeft eveneens een objectieve grondslag (in de theoretische rede, die er niets tegen heeft).[...] De enige wijze waarop het voor haar theoretisch mogelijk is om de precieze harmonie van het rijk van de natuur met de rijk van de zeden te denken, als voorwaarde voor de mogelijkheid van het hoogste goed, en tegelijk de enige wijze waarop wordt bijgedragen aan de moraliteit - pagina 196.
Een beladen thema zijn dierproeven. Nog steeds weet ik van mijzelf dat ik het nooit zou aankunnen om experimenten uit te voeren met dieren. Maar ik ontken ook niet de schat aan informatie die wij als mensheid hebben verkregen met het uitvoeren van deze experimenten. Het is een lastige ethische kwestie, die voorlopig nog zeker zal voortborduren en zo mogelijkerwijze nog heftiger gaat worden met het gedachtengoed dat de laatste decennia zeker veranderd is m.b.t. dierproeven.

Mensen begrijpen niet dat dierproeven nog steeds nodig zijn om bepaalde experimenten te kunnen uitvoeren. Zij gaan ervan uit dat er voldoende alternatieven zijn met stamcellen.
Hoe ironisch is het wel niet dat je dan weer een andere groep tegen het zere been gaat schoppen. Onderzoek met humane stamcellen is nog steeds een zeer omstreden thema. Vooral in Amerika zorgt dit nog steeds voor onrust. Niet zo lang geleden was er zelfs nog een wet dat het onmogelijk zou maken om onderzoek uit te voeren op stamcellen. Deze wet is nooit doorgekomen.
Dit toont aan dat onze moraliteit t.a.v. het leven nog steeds vrij hoog is en dat wij als mensheid (gelukkig) nog altijd inzien dat wij respect moeten hebben voor alle scepselen des levens.

Hoe ver wil je als wetenschapper gaan wil je onderzoek uitvoeren?
Ik vraag mij soms af hoe ver wij kunnen gaan. De paradox van wetenschap is dat het vaak meer vragen oplevert, dan antwoorden. En toch blijven we doorgaan, omdat het interessant is. Maar er is geen enkele doelmatigheid die wij nastreven, geen enkele teleologie. Wij bedrijven wetenschap puur om het bedrijven ervan, omdat wij kennis willen verkrijgen.
Kunnen wij ooit alle kennis verkrijgen die wij willen? Zullen wij ooit tevreden zijn met onze verworven kennis? Als ik kijk naar alle kennis die ik opdoe, vind ik het werkelijk magnifiek om te zien hoe complex een cel is. Het is zo simpel, maar tegelijk de kleinste (en meest complexe?) eenheid van leven, als we virussen tenminste voor het gemak buiten beschouwing laten. Het enige waar ik altijd op uitkom is de balans, de homeostase.

Zou dat de crux zijn van het leven? Geheel in de lijn van Ying/Yang? Dat alles in balans moeten zijn?
Stel, er komt een tijd dat wij alles weten over het menselijk lichaam wat maar te weten is. Hoe zal de wereld er dan uitzien? Zal de mensheid nog bestaan, of heeft zij zichzelf ondertussen uitgeroeid? Ik ben bang dat ook ik oorlog zal meemaken en met mij een hele generatie mensen. De mensheid is een parasiet aan het worden van onze planeet en het enige wat wij kunnen doen is elkaar uitmoorden en elkanders leven verzieken. Als westerse wereld kunnen wij alleen maar de derde wereld uitbuiten, totdat wij de laatste druppel geld hebben kunnen verkrijgen.
Ik ben blij dat er langzaam maar zeker een verandering plaatsvind. Dat wij steeds meer bewust worden dat wij als westerse wereld de derde wereld moeten helpen om zichzelf te ontwikkelen. Want uiteindelijk zullen we met z'n allen moeten leven op deze aardbol. Het zou prachtig zijn als wij een medicijn kunnen vinden tegen kanker, maar dan moeten we het individu wel de mogelijkheid bieden om een kwalitatief goed leven te leiden.

Waarom leven in een hel, terwijl de dood zoveel beter is?
Wetenschap kan ons geen verlossing brengen, maar het biedt ons wel kennis. En met deze kennis zijn wij wellicht in staat om de mensheid op een hogere niveau te laten ontwikkelen. Ik denk niet dat het Einsteins intentie was dat wij oorlogvoeren naar een hoger niveau zouden brengen toen wij de atoombom hadden ontdekt ten gevolge van de relativeitstheorie. Maar het bracht ons wel de fundamenten voor de kwantummechanica.
Wie weet wat voor ontdekkingen wij gaan doen? En misschien wel een nog belangrijkere vraag, wat gaan wij doen met de verkregen kennis? Want kennis is macht en met macht moet voorzichtig worden omgegaan, want zodra kennis in verkeerde handen komt kunnen er mogelijkerwijze verstrekkende gevolgen zijn.

Mijn vrienden, dank voor het lezen van deze afwijkende blog. Ik stel een hoop vragen die mijns inzien bijdragen bij de ontwikkeling van het individu. Ik ben een wereldverbeteraar, dat weet ik. Wat ben jij?
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

zaterdag 5 mei 2012

Filosofisch intermezzo - Vrijheid vs. nihilisme

Als de hele geschiedenis van de cultuur zich aan de blik voordoet als een wirwar van verdorven en nobele, ware en verkeerde voorstellingen, en als we bij ons de aanblik van deze golfslag bijna zeeziek gaan voelen, begrijpen we wat een troost er is in het denkbeeld van een wordende God gelegen is: deze openbaart zich steeds meer in de metamorfosen en lotgevallen van de mensheid, niet alles is blinde mechanica, zin - en doelloos chaotisch krachtenspel.[..] Alleen wie, zoals Schopenhauer, de ontwikkeling loochent, voelt ook niets van het ongeluk van deze historische golfslag, en mag, omdat hij van die wordende God en de behoefte om diens bestaan te veronderstellen niet weet en niet voelt, met recht zijn spot de vrije loop laten - Friedrich Nietzsche - Menselijk, al te Menselijk; 238, pagina 157.

Friedrich Nietzsche wordt door een hoop mensen beschouwd als de grondlegger van het nihilisme. Het nihilisme omvat het gedachtengoed waarbij het individu geen rekenschap hoeft af te leggen aan geen enkele vorm van hogere macht voor de gevolgen van diens handelen. Als het ware zou je dit kunnen beschouwen als de doodsteek van elke vorm van moraliteit, want waarom zou het individu zichzelf in diens handelen beperken als het nergens naartoe leidt? Een hoogleraar genaamd Paul van Tongeren betoogt in zijn werk dat er een donkere wolk van nihilisme boven Europa hangt, zoals hier te lezen is in een artikel. Het probleem zit hem voornamelijk in het feit dat elke vorm van collectief gedachtengoed dat wordt omgevormd tot een praktisering leidt tot een absolutisme, waarbij het individu gedwongen wordt om zich te conformeren naar gebruiken zoals die tot ontwikkeling komen bij de praktisering van het collectief gedachtengoed dat op dit punt kan worden geclassificeerd als een systeem.

Het is ironisch, vooral op bevrijdingsdag, om na te gaan dat elke vorm van collectief gedachtengoed per definitie een inperking inhoudt van vrijheid. Vrijheid zou je kunnen beschouwen als de mogelijkheid voor het maken van keuzes, het uitoefenen van een individuele invulling van het persoonlijke gedachtengoed. Maar hoe kan het individiu zichzelf ontwikkelen tot de persoon die het wilt worden als dit invididu gedwongen wordt om zich te conformeren naar de gebruiken van 'het systeem'?
Immanuel Kant beschouwde vrijheid als een noodzakelijk bestaan. In het verlengde hiervan heeft deze filosoof het categorisch imperatief van de plicht opgesteld dat als het ware fungeert als fundament voor het moreel handelen van de mens. Maar dan nog wordt de mens hiermee per definitie beperkt in diens vrijheden. Dan zou je in het verlengde hiervan de vraag kunnen stellen: kan vrijheid bestaan?

Eigenlijk kan hier niet zo een simpel antwoord op worden gegeven, want dan zou je eerst een definitie moeten opstellen wat vrijheid inhoudt. Ongeacht of het bestaan van vrijheid een noodzakelijk fenomeen is dat voortkomt uit het bestaan van het leven, zou vrijheid eerst moeten worden gedefinieerd alvorens dit begrip kan worden geplaatst binnen een moralistisch systeem.
Vrijheid is een noodzakelijk existentieel fenomeen voortkomend uit het scala aan mogelijkheden die het individu krijgt toegereikt en van waaruit het individu kan handelen.
Hoe ironisch is het wel niet dat door het plaatsen van vrijheid binnen een moralistisch systeem de essentie van vrijheid per definitie wordt beperkt! Het invoeren van een moralistisch systeem impliceert de beperking van vrijheid in de concrete zin van het woord. Echter ervaren wij dit niet als een beperking van vrijheid, omdat wij hiermee de slechte neigingen waarmee wij als individu worden geconfronteerd ook kunnen beperken en hierdoor onszelf kunnen beschermen tegen de ander indien deze door een willekeurige reden niet in staat is om zijn/haar eigen handelen te beteugelen.

Het probleem dat voortkomt uit de invoering van een moralistisch systeem is de hanteerbaarheid hiervan. Indien het moralistisch systeem simpel hanteerbaar is, zal ieder individu dit systeem hanteren zonder daadwerkelijk nadenken waarom het individu handelt zoals het handelt. En dit zal onlosmakelijk leiden tot nihilisme, want op het moment dat het systeem zichzelf heeft gemanifesteerd onder een bevolking en dat ieder individu handelt zoals opgesteld is volgens het systeem zonder te begrijpen waarom het individu handelt, dan wordt de meerwaarde van het systeem opgeheven. De invoering van een complex moralistisch systeem is echter een onmogelijkheid vanwege meerdere redenen.
Ten eerste is het mogelijk dat dit ook leidt tot nihilisme, omdat de identiteit van het individu zal verdwijnen naarmate de invloed van het systeem op het individu toeneemt en de mens ophoudt een mens te zijn, maar zal gaan leven als een leeg biologisch omhulsel dat ooit een mens is geweest.
Ten tweede gaat het moralistisch systeem voorbij de concepten van cultuur en zal elk moralistisch systeem zich eerst moeten conformeren aan de gebruiken van de cultuur. Het spreekt voor zich dat het systeem uiteindelijk meer invloed zal gaan uitoefenen dan de cultuur, wat een onmogelijkheid is, omdat het individu zich primair conformeert aan culturele invloeden en secundair aan extra-culturele invloeden, in dit geval een moralistisch systeem.
Als laatste zal het individu altijd zijn/haar unieke identiteit behouden ongeacht de invoering van een systeem. Ieder mens is uniek, ongeacht de universele overeenkomsten in ons menselijk handelen die eerder voortkomt uit de genetische opmaak van het menselijk lichaam dan het handelen van het individu.

In het artikel is te lezen dat de franse filosoof Pascal Bruckner ongewenste beïnvloeding en crisis beschouwt als de grootste bedreigingen van deze tijd. Niet zo heel vreemd als je nagaat dat een crisis veelal wordt veroorzaakt doordat een elementair deel van een systeem of stuk gaat of niet meer optimaal functioneert. De opvattingen van deze filosoof is dat ongewenste beïnvloeding en crisisen moeten worden bestreden door weerbaarheid, voortkomend uit humanisme en religie.
Het is intrigerend, voornamelijk omdat ik als ongelovige weiger mijzelf te conformeren naar een religie, zie ik wel de voordelen die een religie met zich meebrengt. Hetzelfde geld ook voor een humanistisch gedachtengoed, dat de nadruk legt op de mens, ongeacht diens geboortegrond, geslacht of levensovertuiging.
Er is wel een element dat een groot effect kan hebben, namelijk het grijs gebied tussen het individu en een groep. Dit grijs gebied zal altijd blijven bestaan, ongeacht de fundamenten van een systeem. Hoe kleiner dit grijs gebied is, des te kleiner wordt de ogenschijnlijke vrijheid van het individu en des te groter zal de kans bestaan dat de vrijheid omslaat naar nihilisme.

Mijn vrienden, dank voor het lezen van deze blog. Het is bevrijdingsdag, dus geniet van jullie vrijheid! Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe

vrijdag 30 maart 2012

Filosofisch intermezzo - Vrijheid van meningsuiting

O sancta simplicitas! In welk een zonderlinge vereenvoudiging en vervalsing leeft de mens! Men kan zich niet genoeg verwonderen als men eenmaal zijn ogen voor dit wonder heeft geopend! Hoe helder en vrij en licht en eenvouding hebben we alles om ons heen gemaakt! Hoe goed hebben we onze zintuigen een vrijgeleide voor al het oppervlakkige, ons denken een goddelijke begeerte naar baldadige sprongen en verkeerde conclusies weten te geven! - hoe goed zijn we er van het begin af in geslaagd onze onwetendheid te bewaren, om van een bijna onbegrijpelijke vrijheid, onbezonnenheid, onvoorzichtigheid, moed, vrolijkheid des levens, - om van het leven te genieten! - Friedrich Nietzsche - Voorbij goed en kwaad - pagina 33

De filosoof Jean-Jaqcues Roussue sprak ooit de woorden: "het individu leeft in chaos, om structuur hierin te vormen maakt deze een sociaal contract met diens leefomgeving". Een essentieel onderdeel van dit sociaal contract zijn de sociale omgangsnormen die de samenleving bepaald en aan iedere norm een bepaalde waardering hangt. Echter stuiten wij hierbij op het volgende probleem: hoe kunnen wij als samenleving vaststellen welke sociale omgangsnormen gewenst zijn en welke waardering wij eraan moeten hechten?
De eerste gedachte zou wellicht zijn dat dit allemaal moet worden vastgelegd in de wet, maar is dat wel zo verstandig? De journalist Kustaw Bessems was hier faliekant op tegen. Als concreet onderwerp droeg hij het onderwerp 'ontkennen van de holocaust' aan in zijn betoog voor verbreding van de vrijheid van meningsuiting.

Het geeft een hoop stof tot nadenken, want op het eerste gezicht zou je vanuit een moralistisch perspectief juist het ontkennen van een gruwelijke gebeurtenis als de holocaust strafbaar willen stellen, ook al dient het alleen voor het maken van een statement, een normaal mens doet zoiets niet!
Maar door het strafbaar te stellen van zulke uitspraken blijft het juist een heikel punt van maatschappelijke discussie. Er zullen altijd voor - en tegenstanders zijn van het behoud van een collectief gedachtengoed en zulke maatschappelijke discussies zijn per definitie onderhevig aan dezelfde sociologische mechanismen die verantwoordelijk zijn voor het behoud van de cultuur. Ik zou bijna durven te stellen juist doordat er maatschappelijke discussie ontstaat over maatschappelijke onderwerpen mondt dit uit in een nationale verandering van cultuur, wat dus door de conservatieven onder ons wordt verafschuwd, want zij willen juist dat het onderwerp dat ter discussie staat wordt behouden in zijn originele staat en dat er niet aan mag worden getornd.

Wat ik interessant vind is de implementatie van het strafrecht in dit onderwerp in het desbetreffende artikel waarin ik hierboven refereer. Het is vrij logisch, want elke rechtstaat functioneert optimaal doordat de rechtspraak de grootste macht heeft en door ieder individu wordt gerespecteert. Maar is de functie van de rechtspraak eigenlijk niet langzaam maar zeker aan het veranderen? Vroeger fungeerde de rechtspraak om daadwerkelijk recht te doen in een zaak waarbij er sprake was van onrecht. Tegenwoordig heeft de rechtspraak de schijn gekregen dat deze steeds meer wordt ingezet als behoud van bepaalde sociale omgangsnormen. Een voorbeeld is het in het artikel aangehaalde 147 van het strafrecht waarin is vastgelegd dat het uitvoeren van godslastering strafrechterlijk mag worden bestraft.
En laten we vooral niet vergeten dat wij in 2011 hebben mogen genieten van het poppenkastspel genaamd "de rechtzaak tegen dhr. Wilders". Hoe zeer ik het ook oneens ben met zijn standpunten en dat ik zelfs vind dat hij op bepaalde punten de fatsoensnormen voorbijstreeft en dat hij fascistisch gedachtengoed uitspreekt, neemt dat niet weg dat die hele rechtzaak op geen enkel strafrecht gefundeerd was. Hij heeft een hele bevolkingsgroep zwart gemaakt, helemaal correct. Maar is dat voldoende om iemand strafrechterlijk aansprakelijk te maken? Absoluut niet.

Waar ik mij eerder zorgen om maak is de intollerantie. Het enige wat dhr. Wilders doet is inspelen op de onderbuikgevoelens die momenteel de maatschappelijke onrust veroorzaakt. Of zijn wij alweer vergeten wat ene Anders Breivik heeft aangericht op een klein eilandje in Noorwegen? Een land dat op het eerste oog schijnbaar rustig was, maar ondertussen wel onrust groeide tussen verschillende bevolkingsgroepen. Hoe is het anders mogelijk dat een enkeling tot zulke wereldvreemde ideeën zou komen, als deze toch niet zo wereldvreemd waren als wij dachten?
Juist doordat wij ons als autochtone bevolkingsgroepen gaan afzetten tegen andersdenkenden dwingen wij mensen als gelijkdenkenden die toenadering tot elkaar gaan zoeken en zich gaan afzetten tegen andere bevolkingsgroepen.

Het gevolg is dat wij nu massaal collectieve onderwerpen als de islam en kutmarrokaantjes (oeps, wat zeg ik nou!?) afwijzen, omdat wij er niet mee bekend zijn. Kutmarrokaantjes moet je afstraffen door gebruik te maken van het strafrecht en de islam keuren wij collectief af, omdat deze zich afzondert van de rest van de samenleving.
Massaal stemmen wij op de PVV omdat wij niet weten hoe wij als samenleving om moeten gaan met deze sociale veranderingen. Waarom? Omdat het andersdenkenden zijn. Ik moet bekennen dat zij inderdaad een andere visie hebben op onze wereld dan andere mensen. Maar is dat niet eerder een culturele aanlegenheid? En moeten wij hierdoor het individu afwijzen, omdat dit individu zich zou weigeren te conformeren naar onze eigen cultuur?
Het is juist belangrijk om het debat aan te gaan! Wij als volk, als natie met onze eigen normen en waarden en gebruiken moeten juist in gesprek blijven met andere bevolkingsgroepen. Eigenlijk moet je überhaupt niet eens spreken over een "wij" en "zij", want dat draagt alleen maar bij aan het denken in het perspectief van mensen die van elkaar verschillen.
Immigratie heeft al masaal gefaald getuige de hedendaagse maatschappelijke onrust en vervreemding van onze medemens, is dan niet juist nu het tijdstip om verandering te maken en ons nader tot onze medemens te begeven?
Een begin kan zijn door het oprekken van de vrijheid van meningsuiting - niet als analogie van vrijheid van belediging, maar concreet met duidelijke argumenten aangeven waarom iets is zoals het is. Heb het lef om als natie heilige huisjes omver te gooien, want wat voor meerwaarde hebben deze nog in het (verwetenschappelijke) tijdperk?

Sociale zekerheden kunnen bestaan onafhankelijk van culturele achtergronden. Juist door het stellen van sociale normen zal er sprake zijn van de ontwikkeling van pluripotente groeperingen, waarbij collectief mensen op dezelfde manier handelen zoals dat sociaal gewenst is, zonder diens individuele (culturele) identiteit te verliezen.
Dát is het utopie dat de multi-culturele samenleving heet

Mensen, bedankt voor het lezen van deze diepgaande blog.
Ik wens ieder een heel fijn weekend toe.
Dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

zondag 11 maart 2012

Filosofisch intermezzo - De zin van het leven

Moed om te twijfelen heb ik, geloof ik, aan alles; ik heb moed om te strijden, geloof ik, tegen alles; maar ik heb niet de moed om iets te kennen; niet de moed om iets te bezitten, iets in eigendom te hebben. De meeste mensen klagen erover dat de wereld zo prozaïsch is, dat het in het leven niet toegaat zoals in romans, waarin de gelegenheid altijd zo gunstig is; ik klaag erover dat het leven niet zo is als in romans, waar je hardvochtige vaders en dwergen en trollen hebt om strijd tegen te leveren en betoverde prinsessen om te bevrijden. Wat zijn al zulke vijanden tezamen vergeleken bij de bleke, bloedeloze, onuitroeibare nachtelijke gedrochten waartegen ik strijd en aan wie ikzelf leven en bestaan verleen. - Soren Kierkegaard - Of/Of, pagina 50

Wat is de zin van het leven?
Als er één vraag is die mensen het meest stellen aan zichzelf danwel aan de wereld, dan is het deze vraag des levens, namelijk de oneindige zoektocht naar wat het leven daadwerkelijk inhoudt, waarom wij leven en met welk doel. Hoe ironisch is het wel niet dat wij allemaal ons hele leven zoeken naar het antwoord, terwijl het antwoord eigenlijk ons hele leven voor ons staat. Zijn wij blind geworden om dit antwoord te zien? Of willen wij gewoon niet dit antwoord zien omdat wij bang zijn (geworden?) voor de gevolgen van de kennis die dit antwoord met zich meebrengt? Het is waar, ignorance is bliss, dat is een onoverkoombaar feit. Hoe minder je weet, des te minder zorgen zal je ervaren. Helaas blijft onze drang om te weten nog altijd aanwezig, want wij willen altijd een verklaring hebben voor alles wat er gebeurd in ons leven. En als wij deze verklaring niet voor de hand hebben, dan gaan we zoeken, nadenken over wat een plausibele verklaring is voor die gebeurtenis.

Eigenlijk is er sprake van een misvatting bij deze vraagstelling. Iedereen is op zoek naar een universele wetmatigheid die deze vraag kan beantwoorden. Ik vraag mij af, is dit wel mogelijk? Is het mogelijk dat de zoektocht naar de zin van het leven kan worden beantwoord als sluitstuk voor het hele universum?
Ik denk van niet. Wij kunnen deze vraag alleen beantwoorden uit het perspectief van ons menselijk bewustzijn, elk oordeel dat wij vellen wordt gevormd op basis van de veronderstellingen die wij maken binnen de mogelijkheden van ons menselijk bewustzijn. De vraag naar de zin van het leven is per definitie een menselijke vraagstelling en omvat geen enkele aanleiding voor het zoeken naar een universele wetmatigheid.
Ieder organisme leeft met een zekere doelmatigheid in het leven, maar de invulling van deze doelmatigheid is per definitie afhankelijk van het individu. De invulling van deze doelmatigheid is alleen bij mensen afhankelijk van het individu, want dieren, virussen en andere micro-organismen bevatten allemaal universele doelmatigheden.
Natuurlijk zou je kunnen stellen dat ieder dier uniek is en dat er nog altijd sprake is van het handelen van het individuele dier en niet als een collectief organisme waaronder micro-organismen en virussen wel onder kunnen worden geplaatst, maar de mate van diversiteit waarbij het individuele dier handelt is nog altijd beperkter in vergelijking met mensen. Ook dit argument zou je kunnen ontkrachten door te stellen dat indien apen de dominante diersoort zouden zijn dat zij dan meer mogelijkheden hebben om te handelen in vergelijking met mensen, maar dat staat los van de cognitieve mogelijkheden die dieren hebben in vergelijking met mensen.

Geluk is een menselijk begrip, wij kunnen dit begrip alleen plaatsen binnen een menselijke context. Een dier kan je wel degelijk gelukkig noemen, wanneer het zich bevindt in een situatie waarin al diens wensen zijn vervuld, maar wij noemen een dier nog altijd gelukkig vanuit een menselijk perspectief.
Ook dieren kunnen verdrietig zijn en pijn hebben, want dit zijn basale emoties die bestaat op het basale niveau van het cognitief functioneren van een organisme. Maar complexe interacties waarbij er een inschatting moet worden gemaakt van een situatie is heel concreet gezegd alleen mogelijk binnen menselijke begrippen, omdat een dier niet kan bevatten wat er gebeurd in zo'n situatie.
Ook hierbij kan er een kanttekening worden gemaakt, door te stellen dat ook dieren soms moeten handelen in wat zij ervaren als complexe situaties, maar het begrip voor de situatie zal nog altijd beperkter zijn in verhouding tot die van de mens. Ik maak telkens gebruik van de mens als het referentiekader, puur om aan te tonen dat wij altijd berederingen vanuit ons menselijk denkvermogen dat in het verlengde ligt van dierlijke denkvermogens. Wat vrij logisch is, aangezien ook wij mensen nog altijd dieren zijn.

Het bovenstaande toont aan dat wij altijd beredeningen vanuit een menselijk perspectief. Dat impliceert dat de vraagstelling "wat is de zin van het leven" alleen toepasbaar is op menselijke interacties en de wereld zoals de mens die ervaart. Maar een universele wetmatigheid zal hieruit niet kunnen worden afgeleid, vanwege de omvatbaarheid van mensen t.o.v. het universum. Om deze wel te kunnen vaststellen moet de vraagstelling worden veranderd naar: "wat is de drijvende kracht achter het leven"?
Het spreekt voor zicht dat de gelovigen onder ons hier direct als antwoord "God" zullen geven, ik ga hier geen verdere uitspraak over doen.
Afgaande op de bovenstaande deductie, durf ik nu een vrij grote stap te maken. Het is bewezen dat de zin van het leven per definitie voortkomt uit menselijke betrekkingen en dat de oneindige zoektocht naar de gebeurtenissen per definitie afhankelijk is van het individu. Dus zal de zoektocht naar de zin van het leven liggen in het verlengde van het menselijk handelen.
Het is veel te simplistisch om te stellen dat het doel van ieder mens is om gelukkig te worden, echter omvat dit begrip een scala aan onderliggende factoren. Geluk is een abstract begrip dat per definitie afhankelijk is van het individu en hoe dit invididu deze ultieme gemoedstoestand zal bereiken. Echter is de doelmatigheid van mensen een onderdeel van de volledige zin van het leven, ieder individu dat doelen voor zichzelf stelt en deze bereikt zal een zekere mate van geluk ervaren en co-existerend met dit concept van geluk heeft dit invididu een zekere mate van invulling gegeven aan het eigen leven.

Kan er worden gesteld dat dit de zin is van het leven?
Het leven existeert doordat het zijn eigen existentie bevestigd. Deze bevestiging zal ieder individu zelf invullen door het stellen van invididuele doelen en door het bereiken van deze doelen wordt de existentie van dit individu bevestigd en zal het een zekere mate van geluk ondervinden dat evenredig is met de mate van de bevestiging van de existentie van het individu.

Aldus besluiten wij met de wijze woorden van Socrates: "All i know, is that i know nothing".

Mensen, ik wens ieder een hele fijne zondag toe!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

maandag 5 maart 2012

Filosofisch intermezzo - PVV als fascistische partij

De psychologie van den nationaalsocialistischen leugen is veel interessanter dan men uit de geschriften van sommige ethische en waarheidslievende intellectueelen zou kunnen opmaken, want het liegen vervangt hier compleet het schipperen tusschen theoretische ‘waarheid’ en practische noodleugen, dat de gemiddelde democratische menschen kenmerkt.[...] De strijd tegen het nationaalsocialisme is dan ook hopeloos, wanneer men niet leert inzien, dat de strijd in de eerste plaats moet gaan tegen de idealiseering van het ressentiment.... niet alleen onder nationaalsocialisten, maar ook onder democraten en socialisten.[...]
Ook het simplisme van de nationaalsocialistische ‘leer’ komt niet uit de lucht vallen; simplistische conclusies zitten iedereen in het bloed, die behoefte heeft zich te rechtvaardigen.[...] men denke aan de van professor tot student voortgepredikte tegenstelling tusschen ‘intellectueele élite’ en ‘massa’; men denke tenslotte (ervaring van den allerlaatsten tijd) aan het simplistisch schema van de beweging ‘Eenheid door Democratie’, die twee zoo verschillend georiënteerde stroomingen als het communisme en het nationaalsocialisme over één kam scheert, alleen omdat zulks den burger een weinig nadenken bespaart en omdat de tyrannie van Stalin in haar effect precies lijkt op die van Hitler.
- Menno ter Braak - Het nationaal-socialisme als rancuneleer - Pagina 20 - 21

Het is natuurlijk een vrij rigoreuze uitspraak om een politieke partij te bestempelen als een fascistische partij, maar iemand die nadenkt over de betekenis van de term "fascistisch" zal al vrij snel de overeenkomsten herkennen tussen de concrete betekenis van dit woord en de methodieken waarmee de PVV politiek bedrijft.
Ik quote vanuit Wikipedia de volgende punten:
1.Het fascisme is de tegenstander van zowel de traditioneel linkse als rechtse politieke partijen.
2.Het fascisme minacht contemporaine conservatieve instellingen.
3.Het fascisme vereert machtsvertoon en het gebruik van geweld, in zoverre dat is gericht op de omverwerping van de bestaande maatschappelijke orde.
4.Het fascisme kent een autoritaire structuur met aan het hoofd daarvan een leider aan wie charismatische eigenschappen worden toegeschreven.
5.Het fascisme streeft naar de instelling van een politieke dictatuur.
6.Het fascisme streeft naar de volledige controle over het maatschappelijk leven en de sociale en culturele organisaties.
7.Het fascisme is extreem nationalistisch.
8.Het fascisme pleit voor een continue strijd om de eigen natie te kunnen doen overleven te midden van andere staten.
9.Het fascisme berust in hoofdzaak op de maatschappelijke middenklasse.
10.Het fascisme streeft naar sociale eenheid en de opheffing van alle bestaande klassen- en belangentegenstellingen

Dit geeft toch stof tot nadenken, want je zou tegelijk kunnen stellen dat fascisme conformeert met een gedachtengoed dat specifiek van toepassing is binnen een bepaalde socio-economische context, dat nu helemaal niet van toepassing zou zijn.
Het fascisme is ontstaan in navolging van de eerste wereldoorlog, onze wereld en voornamelijk duitsland was toen voor altijd veranderd. Nog nooit had de wereld een oorlog meegemaakt dat zo allesvernietigd was als deze oorlog, waarin hele naties verbonden met elkaar sloten om samen te werken en samen oorlog te voeren met andere naties.
Duitsland werd na de eerste wereldoorlog aan banden gelegd, de gevolgen waren masaal. Het hele land verzaakte langzaam in een maalstroom van ellende, totdat er een leider optrad die het land uit de ellende zou trekken: Adolf Hitler.

Nu moet ik bekennen dat ook ik het te ver vind gaan om een vergelijking te maken tussen deze man en neerlands grootste moslimfan dhr. Wilders, maar het geeft stof tot nadenken wat voor analogiën van toepassing zijn.
Niet dat er sprake is van een maalstroom van ellende, maar er ís sprake van culturele danwel sociale onrust als gevolg van de nasleep van 9/11.
Het feit dat Nederland een mogelijk doelwit kan worden van een terrostische aanslag creëert een bekrompen vorm van vrijheid. Kan iemand ontkennen dat hij/zij beperkter voelt in zijn/haar gevoel van vrijheid als je Nederland gaat vergelijken voordat 11 september plaatsvond en nadat de aanslagen hadden plaatsgevonden?
Wie herinnert zich niet de koude rillingen bij het aanzicht van die twee vliegtuigen die zich in de twee torens boren? Wie herinnert zich niet hoe wij als natie massaal geschrokken waren bij het aanzicht dat de westerse wereld werd aangevallen?

Lees deze woorden, hoe je het wend of keert, de wereld is veranderd na 11 september. Of je het leuk vindt of niet, de wereld zoals wij die kennen is onlosmakelijk veranderd, want voor het eerst werd de westerse wereld geconfronteerd met terrorisme dat werd voortgebracht door mensen die uit een andere wereld kwamen met andere normen en waarden.
Hoe ironisch is het wel niet dat Amerika Irak ging invaderen onder het mom dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens in bezit had en dat deze nooit zijn gevonden? De hele westerse wereld stond achter de oorlog, terwijl iedereen wist dat deze gestoorde gek geen massavernietigingswapens in bezit had. Nee, wij als westerse wereld moesten onze tanden laten zien, wij moesten laten zien dat wij wraak konden nemen als verdelging van alle mensenlevens die verloren zijn gegaan tijdens de aanslagen van 11 september.
Wat heeft het ons gebracht? Twee naties die volledig in chaos zijn en duizenden oorlogsslachtoffers aan de kant van de geallieerden, niet te vergeten hoeveel ongeschuldige oorlogsslachtoffers aan de kant van de burgerbevolking zijn gevallen, want deze zijn nog altijd "collateral damage" wanneer het leger ergens moet ingrijpen.

Misschien is het mijn onwetendheid omdat ik ben opgegroeid in een klein dorp, ver van de bewoonde wereld. Maar ik heb in mijn jeugd nooit mensen zien rondlopen met burka's of hoofddoeken. Zelfs toen in Beverwijk ging studeren zag ik amper mensen rondlopen met hoofddoeken, terwijl ik toch met enige regelmaat in Amsterdam kwam.
Naar gelang de tijd vorderde zag je het straatbeeld veranderen en leek het alsof er meer mensen gingen rondlopen met een hoofddoek. Hier zou je diverse vraagstellingen op kunnen loslaten. "Hebben deze mensen altijd al rondgelopen met een hoofddoek en worden wij er nu pas van gewaar als gevolg van de groeiende angst onder de bevolking" Zijn mensen op zoek naar hun eigen identiteit? Is de islam in opkomst of is deze religie altijd al in opkomst geweest?"
Ik moet bekennen dat ik er zelf ook aan irriteer wanneer mensen een gesprek voeren in hun eigen taal en ik het niet kan begrijpen. Maar tegelijk kan ik ook die mensen begrijpen dat dat hun moedertaal is, als dat communicatiemedium voor hun prima functioneert, wie ben ik dan om te stellen dat zij niet mogen communiceren in hun eigen taal? Zolang zij maar bewust zijn van het feit dat wanneer er met mij wordt gecommuniceert, dat zij communiceren in een taal die ik spreek. En omdat wij Nederland wonen mag je inderdaad veronderstellen dat je nederlands moet spreken.

Maar dan komen we weer op een ander punt, namelijk dat wij als samenleving nu pas worden geconfronteerd met het falend immigratiebeleid dat in de jaren '80 en '90 is gevoerd.
Het individu dat de taal wilde leren, ging ook de taal leren. Maar het individu dat alleen maar naar dit land was gekomen voor diens echtgenoot en een clubje heeft gevonden van "lotgenoten" en dus nooit heeft gemengd met de inheemse bevolking heeft dus ook nooit iets meegekregen van de normen en waarden van "onze samenleving". Dit individu heeft nooit de kans gekregen om deze te leren. Nu zou je natuurlijk ook kunnen veronderstellen dat het individu daadkrachtiger had moeten zijn en "gewoon zelf contact moest leggen". Hoe kan je contact leggen met "inheemse mensen" als je niet eens in staat bent om optimaal te kunnen communiceren?

Dan nu anno 2012, ik zou hier überhaupt niet eens willen wonen als vreemdeling. Een maatschappij die mij uitkotst, omdat mij niet eens op een normale manier de mogelijkheid wordt gegeven om te immigreren. In plaats daarvan wordt ik onderworpen aan allerlei toetsen en krijg ik allerlei zooi door mijn strot gedouwd waar je niet blij van wordt, allemaal in het kader van integratie!
Mag ik eerlijk zeggen dat ik niet eens weet hoe het volkslied van Nederland gaat, verschrikkelijk he. Ben ik nu plotseling het nederlanderschap niet waardig? Terwijl ik mij geen greintje minder nederlander voel en mij nog steeds zo intens verbonden voel met de natie dat Nederland is, ken ik nog steeds niet het Wilhelmus. Ik heb er gewoon simpelweg geen behoefte voor om deze te leren, waarom zou ik? Het heeft voor mij geen meerwaarde.
Ook dat is een lastig punt, want hoe kan je vaststellen wat een immigrant aan kennis in huis moet hebben wilt hij/zij de mogelijkheid gebonden krijgen om te vestigen in dit land?

Afijn, we wijken af van het onderwerp, namelijk vaststellen waarom de PVV een fascistische partij en of deze term wel toepasselijk is.
Primair zou je stellen dat deze term wel degelijk van toepassing, gezien het nationalistisch tintje dat onlosmakelijk verbonden is met de PVV, of om de inleiding erbij te betrekken "want het liegen vervangt hier compleet het schipperen tusschen theoretische 'waarheid' en practische noodleugen", iets waar de PVV gretig gebruik van maakt in het debat door simplistische beredenaties, hoewel deze erg goed sofistisch onderlegd zijn door te zoeken naar de zwakke punten in de argumentatie van de tegenstander en op basis hiervan een tegenargument te bieden.
Ook durf ik wel degelijk te stellen dat de PVV overeenkomt met alle punten waarmee het fascisme overeenkomt behalve punt 6, hoewel ook bij dit punt er sprake kan zijn van bepaalde overeekomsten met de PVV in het kader van standpunten die deze partij neemt wanneer het gaat over ontplooiing van cultuur of moet ik eigenlijk zeggen, het behoud van de cultuur

Het moge duidelijk zijn dat ervan uitgaande dat de context waarbinnen er mag worden gesproken over de term fascisme niet van toepassing zijn in de huidige socio-economische betrekkingen. Maar afgaande op de achterliggende psychologische mechanismen durf ik wel degelijk te stellen dat dezelfde gedragspatronen van toepassing zijn die uiteindelijk allemaal gefundeerd zijn op angst en afgunst, want zo stel Menno ter Braak: "simplistische conlusies zitten iedereen in het bloed, die behoefte heeft zich te rechtvaardigen".
Het individu dat geen rechtvaardiging heeft voor diens handelen, zal op zoek gaan naar een rechtvaardiging voor diens menselijk handelen

Mensen, ik wens iedereen een hele fijne dag toe!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

zaterdag 18 februari 2012

De egoïstische maatschappij anno 2012

Hoe weet je dat de maatschappij veranderd is in een kille, zelfzuchtige en voornamelijk egoïstische opeenhoping van mensen? Wanneer je als individu waarneemt dat mensen bij voorbaat al een grote afstand nemen tot elkaar, dat mensen in het hedendaagse tijdperk alleen maar geïnteresseerd zijn in hun eigen leven en geen notie hebben van de mensen om hun heen, dat wij constant worden geconfronteerd met de beperkte tijd dat ons is gegeven en dat wij deze ten volste willen benutten en daarom onze medemens langzaam maar zeker uit het oog beginnen te verliezen.

Ik moet toegeven dat ook ik graag in de tram mijn eigen muziek aan het luisteren ben, dat ik geen behoefte heb om te luisteren naar andermans gesprekken. Maar ik kijk wel naar mijn medemens, niet uit het perspectief van angst, maar puur omdat ik me snel gewaar wordt wanneer een mens een helpende hand nodig heeft. Het is een klein gebaar, maar een klein gebaar kan voor een persoon veel betekenen en op dat moment juist hetgeen zijn dat die persoon nodig heeft. Het kost weinig moeite om iemand te helpen een kinderwagen de bus/tram/trein in te tillen.
Als ik zie dat een oud persoon de bus/tram in stapt, dan biedt ik altijd vriendelijk mijn plek aan. Ik heb weleens meegemaakt dat een oud persoon, dat ook nog eens haar pols in het gips had, was gedwongen om te staan, want niemand bood haar een plek aan. Wij leven schijnbaar in een tijdperk dat je alleen iets kan bereiken door een grote mond te trekken, maar deze mensen hebben geen behoefte aan om zielig gevonden te worden. Echter is er een wezenlijk verschil tussen iemand zielig vinden en handelen uit een moraal perspectief, waarmee je respect toont voor je medemens.

Op hyves bestaat er een knop “respect”, persoonlijk vind ik dit een degradatie van de concrete betekenis van het woord. Respect verdien je door accuraat en correct te handelen waar dat nodig is richting je medemens toe, niet door iets simpels te roepen en dat allerlei mensen roepen “RESPECT!!!”.
In dat kader vind ik dat weinig mensen respect verdienen, hoewel er wel degelijk enkelen zijn die dit wel verdienen. Dat zijn mensen die wel oog hebben voor hun medemens en helpen wanneer dat gewenst is. Die onbaatzuchtig en vanuit hun moraal handelen, die niet met argusogen naar hun medemens kijken. Geprezen zij de egoïstische maatschappij anno 2012!

Ik wens jullie allen een zeer fijn weekend toe!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe