maandag 1 juni 2009

Dierproeven - noodzakelijk of onethisch?

Ik ben al gedurende een paar jaar lid op het semi-wetenschappelijk blad genaamd "National Geographic Magazine". Het is een blad waarin allerlei razend interessante artikelen staan over allerlei verschillende onderwerpen. Ecologie, biologie/biochemie, Religie, Geschiedenis, alles paseert de revue.

Soms heb ik er geen tijd voor en blijft het blad een tijd lang liggen en soms lees ik alleen specifieke artikelen die mij aanspreken.
En in de editie van mei 2009 staat een zeer interessant artikel. Het gaat over een onderwerp wat bij mij een hoop gevoelens losmaakt: dierproeven.

Ik ben een dierenvriend. Wanneer ik ga hardlopen in het park of op een bankje in het zonnetje aan het genieten ben van mijn boek en ik zie een vogel voorbij huppelen, dan springt mijn hart. Ik vind het heerlijk, al dat leven. Het leven is iets prachtigs en moet zeker worden gekoesterd.
Mijn kindje is mijn katje, een lapjeskat die ik na de zomer van 2006 van de straat hebt geplukt. Ik hou van haar en ik kan mij geen leven indenken zonder haar.

Maar ik ben niet tegen dierproeven. Nee, ik ben van mening dat dierproeven tot een bepaald punt noodzakelijk zijn.
Het probleem is als volgt, de natuur heeft met dieren en mensen iets prachtigs ontwikkeld. Het is zo complex dat de wetenschap nog maar de helft weet van het functioneren van het menselijk lichaam op biochemisch/biomoleculair niveau.
Kijk maar naar kanker, dat is een typisch geval waarbij er teveel factoren aanwezig zijn die de bevordering dan wel de tegenwerking van het ontwikkelen van een tumor tegengaat.

Bio-informatici houden zich bezig met het ontwikkelen van computermodellen van biologische processen. Op die manier kan er theoretisch worden geanalyseerd hoe bepaalde processen te werk gaan.
De vraag die er nu wordt gesteld is: als er bio-informatica bestaat, waarom zijn dierproeven noodzakelijk?

Omdat bio-informatica gebaseerd is op theoretische modellen en dat sommige processen té complex zijn om theoretisch te worden nagebootst. Een voorbeeld zijn de hersenen. Ik las een lange tijd geleden een artikel waarin iemand dierproeven op de werking van de hersenen bekritiseerde en dat deze d.m.v. computers moet worden nagebootst.
De wetenschap weet té weinig van de werking van de hersenen om waarheidsgetrouwe computermodellen te ontwikkelen. Daarvoor is meer onderzoek nodig. En daarvoor zijn dierproeven noodzakelijk.
Voordat ik 100 haatmailtjes krijg, ik ben niet voor dierproeven. Maar het is wel dankzij dierproeven dat de wetenschap en indirect de hedendaagse maatschappij zo weinig ziekten kent.

Wat ik persoonlijk beaam is de ontwikkeling van bio-informatica en dergelijke onderzoeksmethoden. Wie weet worden dierproeven in de toekomst onnoodzakelijk en kunnen ze worden afgeschaft. Dat zou voor iedereen een grote stap vooruit zijn. Vergeet niet: ook wetenschappers zijn mensen.

Dat is iets wat dierenactivisten in mijn ogen vaak vergeten. Zij zoeken vaak de grenzen op van het fatsoen. Gelukkig zijn er nog redelijke mensen die vreedzaam acties voeren. Het is dankzij deze mensen dat de wetenschap dynamisch blijft en constant zichzelf moet ontwikkelen. Ook daarom doneer ik regelmatig geld aan Oxfam Novib en ga ik in de toekomst zeker geld doneren aan een andere liefdadigheidsinstelling.
Echter moet het wel bij een vreedzaam aspect blijven. In mijn ogen mogen dierenactivisten die mensen bedreigen worden opgepakt. Dat is geen fatsoen meer, nee dat is gewoon pure bedreiging. Het doel heiligt niet de middelen mensen, denk na over deze woorden.

Ik wens ieder een hele fijne pinksterdag toe!
Vriendelijke groeten van Halbe!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten