De onschuld is onwetendheid. In de onschuld is de mens niet bepaald als geest, maar psychisch bepaald in onmiddelijke eenheid met zijn natuurlijkheid. [...] In deze toestand is er vrede en rust; maar tegelijk is er iets anders: het is geen onvrede en geen strijd, want er niets om mee te strijden. Wat is het dan? Het niets. Maar welke werking heeft het niets? Het baart angst. De diepste geheimenis van de onschuld, is dat ze tegelijkertijd angst is. Dromend projecteert de geest zijn eigen werkelijkheid. Die werkelijkheid is niets, maar dat niets ziet de onschuld bestendig buiten zich.'Het niets zou gepaard gaan met angst'; ik denk dat er een grond van waarheid aanwezig is in deze woorden. Ik voel mij onrustig, gefrustreerd, verdrietig over de gevolgen van de keuzes die ik heb gemaakt. Ik weet dat ik de beste keuzes heb gemaakt, uit de slechtste van alle keuzes. Maar ik had nooit gedacht dat ik in een dergelijk zwart gat zou vallen als hetgeen ik mij nu in bevind. Ik heb gemerkt dat het bevatten van mijn huidige situatie het moeilijkste is van alles. Accepteren dat mijn leven een hel is; het loslaten van mijn hoop. Rationeel kan ik het bevatten; maar mijn emoties hebben een grens bereikt. De enige vraag die ik mijzelf nu nog kan stellen is de volgende: Hoe kan een persoon bestandsrecht hebben, ervaren in de psychologische zin van het woord, als het individu het gevoel heeft dat het geen plek heeft in de maatschappij? Ik denk dat ik mijn plek in de maatschappij moet herdefiniëren; dat ik moet accepteren dat wij leven in een tijdperk waarin fundamentele veranderingen plaatsvinden in onze maatschappij, waarin het individu ondergeschikt wordt aan de grillen van onze maatschappij. Wat mij persoonlijk raakt is de gedachte dat het mij altijd was gelukt om het pad te volgen dat ik zelf koos; ik was zelf heer en meester van mijn leven. Dat gevoel is weg; met het verdwijnen van dit gevoel heb ik het gevoel in een existentiële crisis te verkeren. Hah, ironie ten top! De maatschappij heeft een crisis; dus het individu ervaart eveneens een crisis. Wat gaat mijn leven mij brengen? Ik weet het niet...en ik vind het eng, heel eng. Het maakt mij onrustig en het creëert angst. Angst dat ik op een plek ga komen waar ik niet wil zijn; angst dat mij de mogelijkheid wordt ontnomen om zelf mijn pad te creëren, angst voor het onbekende. En mijn bestaansrecht? Die krijg ik van alle mensen om mij heen, mijn familie en mijn vrienden en bovenal van Cynthia. Mijn vrienden, ik wens jullie een hele fijne avond! Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!
woensdag 5 februari 2014
Bestaansrecht?
Heb je weleens het gevoel gehad dat je geen bestaansrecht had? Dat alles wat jouw leven maakte, jou werd afgenomen? Dat alle keuzes, gemaakt met de volste wijsheid van het moment, hebben geleid tot het uiteenvallen van het leven dat je ooit had? Dat het verleden mooi was, het heden een hel en de toekomst niet bestaat?
Ik ga nu door deze fase heen. Voor het eerst sinds jaren voel ik mij depressief en vervloek ik mijn leven.
Het is een rare en enge gewaarwording, om die leegte te voelen van eenzaamheid, niet wetende wat wijsheid is, welke keuzes de verstandigste zijn. Het moeilijkste vind ik nog het hebben van hoop. Ik weet dat hoop hetgeen was wat mij vroeger staande had gehouden; hoop dat alle ellende tijdelijk was en dat er betere tijden op komst waren. Die waren er gelukkig ook gekomen; de afgelopen jaren ben ik intens gelukkig geweest met alles wat ik had bereikt. Ik denk dat er weinig mensen zijn die met de tegenslagen die ik heb gehad, in staat zouden zijn geweest om het pad te bewandelen dat ik heb bewandeld.
Maar nu ben ik aan het einde van het pad gekomen. Ik sta met mijn rug tegen de muur, afhankelijk van alle sociale voorzieningen in mijn levensonderhoud. Begrijp mij niet verkeerd, ik mag mijzelf gelukkig prijzen dat ik in een modern land als Nederland woon. Dat ik überhaupt de mogelijkheid heb om gebruik te kunnen maken van sociale voorzieningen die collectief in stand worden gehouden.
Het is die leegte van mijn leven dat het allemaal erg deprimerend maakt. Het is eigenlijk heel bizar, de realisatie dat ik smacht naar sleur; om elke dag hetzelfde werk te doen en van half 9 tot 5 arbeid te verrichten, om 6 uur thuis te komen en te gaan eten, 's avonds gezelligheid met Cynthia en om 11 uur naar bed, zodat de volgende dag om half 7 mijn wekker gaat en een nieuwe dag aanbreekt.
Er zijn verschillende gedachten die nu door mijn hoofd gaan. Het eerste waaraan ik moet denken is een artikel van de Quest waarin stond dat bepaalde hersenen optimaler functioneren onder omstandigheden die gelijkstaan aan die van sleur; terwijl andere hersenen juist minder optimaal functioneren.
Persoonlijk denk ik dat ik na een paar weken al helemaal gestoord zou worden van de sleur en dat ik op zoek zou gaan naar ander werk. En toch zou ik mijn huidige leven opgeven voor een leven vol sleur.
De andere gedachte is een quote van de deense existentiefilosoof Soren Kierkegaard uit zijn werk Het begrip angst, pagina 46-47, nederlands vertaald door J. Sperna Weiland.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten