woensdag 25 juni 2014
Ethisch intermezzo - Esthetica van overgewicht
Als een mens in staat was zich steeds maar op het hoogtepunt van het keuzemoment te houden, als hij kon ophouden een mens te zijn, als hij in zijn innerlijkste wezen alleen maar een gedachte was, licht als de lucht, als een persoonlijkheid te zijn niet meer te betekenen had dan een kabouter te zijn, die wel deelnam aan de bewegingen maar toch onveranderd bleef - als het zo gesteld was, dan zou het dwaasheid zijn te beweren dat het voor een mens te laat zou kunnen zijn om te kiezen, aangezien er in diepere zin domweg van een keus geen sprake zou kunnen zijn. De keus zelf is beslissend voor de inhoud van de persoonlijkheid; door de keus daalt zij neer in het gekozene, en als ze niet kiest zal ze verkwijnen en wegteren. [...]
Wanneer men 's levens of/of zo beschouwd, komt men niet licht in de verleiding ermee te gekscheren. Dan ziet men dat de innerlijke aandrift van de persoonlijkheid geen tijd heeft voor gedachte-experimenten, dat die almaar voortijlt en op de een of andere manier het zij het een, hetzij het ander poneert, waardoor de keus van moment tot moment moeilijker wordt, omdat iets wat geponeerd is weer moet worden teruggenomen. - Soren Kierkegaard, Of/Of, Nederlandse vertaling 'Grote Klassieken', pagina 570.
Op verzoek van een zeker persoon ga ik mij verdiepen in een maatschappelijk fenomeen: overgewicht. De primaire stelling is als volgt: mensen met overgewicht worden gediscrimineerd.
Voordat ik deze stelling kan behandelen ga ik eerst een zijstap nemen richting de verschillende facetten van overgewicht. Ik begin dan ook bij het meest voor de hand liggende concept, namelijk die van culturele aspecten.
Overgewicht, of met een luxe woord obesitas is een fenomeen dat altijd veel discussie veroorzaakt. In de oude Griekse cultuur werd het beschouwd als een 'veelvraatziekte' en een voorbode van andere ziekten. Toch werd het in verschillende Aziatische en Afrikaanse cultuur beschouwd als een vorm van welvaart. In gebieden waar voedselschaarste heerst moet een zwaarwichtig individu van hoge stand zijn om zoveel voedingsmiddelen tot zijn beschikking te nemen waardoor het in staat is om in de breedte te groeien. Ook in Europa zijn er tijden geweest dat dit fenomeen co-existeerde met mensen van hoge socio-economische afkomst, als wel of niet van adellijke families.
Toch is dit beeld langzaam aan het veranderen. De industriële revolutie heeft in de westerse wereld tot andere vormen van arbeid geleid. Toch werd er nog een hoop manuele arbeid verricht, waardoor mensen niet de kans kregen om overgewicht te ontwikkelen. Pas na de tweede wereldoorlog en toenemende mate van automatisering is er sprake van een toenemende mate van overgewicht. Dit leidde niet alleen tot veranderingen op de werkvloer, ook het beschikbaar stellen van nieuwe technologieën aan consumenten zoals de personal computer leidde ertoe dat mensen minder bewogen met hetzelfde eetpatroon. Hetzelfde geld ook, hoewel in mindere mate, voor de opkomst van spelcomputers. Kinderen zijn van nature druk, dus bewegen zij nog altijd voldoende om een mildere variant van overgewicht te ontwikkelen. Maar het is belangrijk dat zij niet de hele dag achter hun spelcomputer zitten, niet alleen vanwege de fysieke kenmerken, maar ook voor de sociale en creatieve vaardigheden is het belangrijk om kinderen naar buiten te sturen en buiten te laten spelen.
De opkomst van obesitas en de toenemende druk op de gezondheidszorg heeft ertoe geleid dat er steeds meer wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar de verschillende fysiologische facetten van obesitas. Zo kwamen onderzoekers al vrij snel tot de conclusie dat obesitas gepaard gaat met een verhoogde kans op een scala een ziekten waaronder diabetes type 2 en diverse hart - en vaatziekten. Ik ga nu kort de biologische facetten van obesitas toelichten.
Obesitas gaat gepaard met een scala aan biochemische activiteiten. Het gaat voornamelijk om de opslag van vetten in zgn. vetweefsel of zoals de officiële vermelding is: adipose tissue. Dit zijn gespecialiseerde cellen die fungeren als opslag voor vetten. Ons lichaam is evolutionair zo ontworpen dat energie in ons lichaam wordt opgeslagen zodat wij kunnen blijven leven wanneer er minder voedsel tot onze beschikking is. De primaire energiebron van ons lichaam zijn suikers cq. koolhydraten. Deze worden echter opgeslagen in een waterige omgeving, wat het een ineffectieve manier maakt voor de opslag van energie. Om 1000 kilojoule energie op te slaan in de vorm van koolhydraten, hebben wij x gram water nodig, want de chemische structuur bestaat uit een verbinding tussen koolhydraten en water. Gaan wij echter die 1000 kilojoule energie opslaan in de vorm van vetten, dan hebben wij geen water nodig, want de chemische structuur bevat geen water. Het is enkel een compacte structuur waarin energie is opgeslagen. Dit is de reden dat er wordt gezegd 'voor de snelle verbranding hebben wij koolhydraten nodig, voor de langdurige verbranding hebben wij vetten nodig'.
Mijn lezer vraagt zich nu vast af: wat boeit het of energie wordt opgeslagen in de vorm van koolhydraten of in de vorm van vetten? Nou, mijn beste lezer, als een persoon met een gewicht van 80 kg en een normale BMI alle energie dat is opgeslagen in vetten, zou veranderen naar koolhydraten, dan weegt zo een persoon ineens 180 kg. Al dat water kost extra gewicht en dat draag je met je mee.
Ik ga niet verder in op de biologische facetten van obesitas mede vanwege de constante nieuwe inzichten op het gebied van celmetabolisme. Wat ik enkel wil benadrukken is dat de originele observatie dat door de Grieken werd gedaan waarbij de 'veelvraatziekte' een voorbode was van andere ziekten, wederom bevestigd is door moderne inzichten. En dát maakt het tegengaan van obesitas een politiek thema, waardoor men de kosten van de gezondheidszorg wilt drukken door het voorkomen van de ontwikkeling van obesitas.
Het meest simplistische dogma van obesitas is die van het individu die een psychische rem mist op diens eetpatroon, waardoor het zich helemaal gaat volproppen totdat het ineens tot de realisatie komt dat hij/zij te dik is, maar niet meer in staat is om halt te roepen aan het zelf-destructief gedrag.
Dit is echter inherent aan de individualistische samenleving waarin wij zijn gaan leven in het tijdperk na de tweede wereldoorlog, waardoor sociale controle een steeds kleinere rol is gaan spelen. Dankzij de groene revolutie en opkomst van nieuwe technologieën dat het mogelijk maakt om grotere volumina van voedsel te produceren is er vooral in de westerse wereld een overcapaciteit aan voedsel. In armere landen is men niet staat om grote hoeveelheden voedsel te kopen, dus zijn het juist de rijkere landen die voedsel kunnen kopen.
Tenzij het gaat om voedsel met een lage voedingswaarde. Deze bevatten grote hoeveelheden vetten en koolhydraten en missen juist essentiële stoffen zoals bepaalde nutriënten. Deze zijn goedkoop om te produceren, dus kunnen ook voor een goedkope prijs worden verkocht, wat het aantrekkelijk maakt voor armere landen. Het is dit feit dat ervoor zorgt dat allochtone populaties in ons land zijn geclassificeerd als risicogroepen in termen van potentiële druk op de gezondheidszorg van ons land.
Maar niet alleen alochtone mensen, ook mensen uit een laag socio-economisch milieu hebben sneller de neiging om het goedkoopste voedsel te kopen, wat juist vaak geen goede voedingswaarde bevat en enkel een ophoping is van vetten en koolhydraten zonder essentiële voedingsstoffen.
Dan kom ik nu bij een aantal stellingen voor deze blog, die eerst moeten worden behandeld alvorens de primaire stelling te kunnen behandelen: is het individu verantwoordelijk voor zijn/haar eigen eetpatroon?
In essentie wel, hoewel de verantwoording van het eetpatroon van kinderen bij de ouder ligt. Juist in deze tijd waarin wij steeds meer bewust worden van het belang van een gezond voedselpatroon komt de verantwoording van het eetpatroon te liggen bij het individu die consumeert. Bij kinderen is het heel gevaarlijk om hier een eenduidige uitspraak over te doen, aangezien kinderen veel bewegen dus voldoende moeten eten, maar niet teveel moeten eten, omdat er anders een kans bestaat dat zij op jonge leeftijd een eetpatroon ontwikkelen dat niet inherent is aan hun energiebehoefte. In andere bewoordingen: een kind moet voldoende eten, maar het moet niet al op jonge leeftijd het denkpatroon ontwikkelen waarin het enkel blijft eten. Het verzadigingsgevoel moet leidend zijn voor het eetpatroon.
Volgende stelling: is een individu dat leidt aan obesitas zelf verantwoordelijk voor diens lichamelijke conditie?
Ervan uitgaande dat het disproportioneel eetpatroon van het individu de directe aangelegenheid is voor de aanmaak van vetweefsel, met als gevolg overgewicht, dan is het individu in de biologische zin van het woord zelf verantwoordelijk voor diens overgewicht.
Een belangrijke nuance ligt echter gelegen in de psychologische facetten van het individu. Emoties kunnen een belangrijke invloed hebben op het verzadigingsgevoel. Het verorberen van voedsel geeft een verzadigd gevoel. Dit verzadigd gevoel creëert een synthetisch geluksgevoel; voor een moment ben je gelukkig, want je bent verzadigd. Speculatief gezien zou dit zelfs kunnen worden herleid naar onze kindertijd, waarin wij een fles danwel de borst kregen van onze mama en wanneer wij hadden gegeten, konden wij lekker een dutje gaan doen. Afijn, voor iemand die emotioneel instabiel is kan dit een aanleiding zijn voor de ontwikkeling van een ongewenst eetpatroon waarin voedsel wordt gebruikt als een middel om gelukkig te kunnen voelen. De waas van emoties overschaduwd het belang van het primaire verzadigingsgevoel, waardoor een persoon niet gewaar is van het zelf-destructief gedrag.
Een ander psychologisch facet is de genetische aanleg. De biochemische activiteit van de mens als organisme is een universeel gegeven. Maar de genetische variatie van processen die van invloed zijn op het celmetabolisme kan leiden tot een verschil in de aanleg om energie op te slaan danwel energie te gebruiken. Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde lichamelijke eigenschappen van invloed zijn op de partnerkeuze. Indien dit het geval is bij partners die beiden ofwel overgewicht hebben, danwel een aanleg hebben om overgewicht te ontwikkelen, dan verhoogd dit de kans dat het kind genetisch beladen is.
Laatste stelling: is het falen van sociale controle aanleiding tot het creëren van een stigma?
Sociale controle was in vroegere tijden een belangrijk sociologisch mechanisme. Het hield sociale cohesie in stand, omdat collectieve normen en waarden werden beschermt door sociale controle. Onze maatschappij is hierin veranderd, zo niet vrijer in geworden. Het idee is dat deze grotere vrijheid geen negatieve invloed zou moeten hebben op de sociale cohesie.
In essentie heeft een groeiend individualisme geen invloed op sociale cohesie. Zolang het belang van het individu niet botst met het belang van het collectief kunnen beiden co-existeren met elkaar. Dit is echter niet het geval met sociale controle. Het moment dat een individu meer vrijheid verkrijgt, verkleint de sociale controle. Ook al botsen de belangen van het individu en het collectief niet met elkaar, het individu is minder gebonden aan de primaire normen en waarden die gestelt zijn vanuit het collectief. Vanuit een normatief perspectief kan uiteindelijk een individu afwijken van het collectief, terwijl de sociale cohesie gewaarborgd blijft.
Dat betekent echter niet dat het hele collectief eens is met de afwijking van het individu. Het individuele oordeel kan door meerdere mensen worden gedragen, waardoor het collectief vanuit het perspectief van sociale cohesie blijft bestaan, maar dat er wel sprake is van een verschil in inzicht. Dit zal uiteindelijk leiden tot een splitsing van een groep in een subgroep, waarbij de één de ander veroordeeld. En dát is een stigma: het veroordelen van een fenomeen op basis van oppervlakkige verbanden.
In onze huidige samenleving hebben wij enorm snel de neiging om de ander te veroordelen, danwel direct te stigmatiseren. Juist door de overvloed aan informatie die het individu tot zijn beschikking hebben, hebben wij als maatschappij nog sneller de neiging om iemand te stigmatiseren. Ook al is er sprake van sociale cohesie in onze samenleving, het verschil aan inzicht en ogenschijnlijk "gemak" waarmee een individu zijn/haar gedrag kan aanpassen aan de norm draagt bij aan conflicten tussen individuen. Een dergelijk conflict leidt uiteindelijk tot een fenomeen als discriminatie.
Kan ik nu een eenduidig antwoord geven op de stelling: mensen met overgewicht worden gediscrimineerd? Nee, absoluut niet. Ik heb geen inzage in de gegevens van meldpunt discriminatie. Daarnaast is het tegenwoordig maar al te makkelijk om een meningsverschil te classificeren als zijnde 'discriminatie', terwijl degene die zou discrimineren helemaal niet discrimineert.
Enerzijds zou ik kunnen stellen dat er een stigma leeft op het begrip 'obesitas', anderzijds zou ik dit classificeren als een noodzakelijke vorm van positieve discriminatie. De conclusie is vanuit een medisch perspectief duidelijk genoeg: overgewicht leidt tot een vervroegde sterfte. Als de positieve vorm van discriminatie leidt tot een optimaal inzicht van het individu om óf diens eetpatroon aan te passen óf om meer te bewegen, dan kan ik dit alleen maar beamen.
Het uitsluiten cq. stigmatiseren van mensen als zijnde psychisch incapabel is echter onwenselijk. Het 'verkrijgen' van overgewicht is niet louter een psychologische aangelegenheid, er ligt een scala aan onderliggende problematiek dat al dan wel of niet collectief moet worden aangepakt voor het ontwikkelen van mensen en om de laagste socio-economische klasse te verheffen naar een hogere klasse.
Mijn vrienden, dank voor het lezen van deze blog!
Ik wens jullie allen een hele fijne avond toe, een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Hey Halbe, Thanks! Moet hem even laten bezinken en kijken of ik hem aan vindt sluiten op je andere 'meningen'. Je vroeg wat de aanleiding was en die ben ik je nog verschuldigd. Ikzelf heb (ernstig) overgewicht maar heb eigenlijk nooit iets gemerkt van vooroordelen van anderen dan familie-leden, dit tot op een jaar. Ik merk dat, hoe meer het dik zijn geaccepteerd wordt, hoe groter de weerstand wordt van met name slanke vrouwen. Ik vond het opvallend en vroeg me af hoe jij hier in staat. Mooi stuk trouwens over die binding van koolhydraten(vet) met water, nooit geweten. Heel interessant!
BeantwoordenVerwijderenHey Apartje,
BeantwoordenVerwijderenGraag gedaan, ik vond het erg leuk om dit stuk te schrijven! Het blijft voor mij een uitdaging om een niet al te lang stuk te schrijven, maar toch voldoende zodat ik de essentie van mijn blog voldoende heb kunnen uitten.
Zo had ik nog een hele alinea kunnen schrijven over de esthetica van het schoonheidsideaal met als stelling "Bestaat er een universeel schoonheidsideaal?" waarbij ik vanuit het cultureel perspectief het begrip "schoonheidsideaal" volledig zou ontkrachten.
Dat stukje over de weerstand van slanke vrouwen t.o.v. mensen die overgewicht hebben kan vanuit een psychologisch perspectief verschillende oorzaken hebben.
De meest voor de hand liggende oorzaak is de veroordeling van de ander. Omdat slanke vrouwen hun figuur kunnen behouden en ook de nodige energie hierin steken door bv. te gaan sporten, eetpatroon aanpassen etc. rechtvaardigen zij zichzelf in het veroordelen van mensen die overgewicht hebben. Hun redenatie is enkel gestoeld op de logica van zelf-reflectie met als primaire gedachte "Als ik kan afvallen, dan kunnen andere mensen ook afvallen". Vaak gaat dit echter gepaard met een gemis aan empathische vermogens, omdat het oordeel "als ik het kan, kan jij het ook" niet inherent is aan de verschillen in karakters tussen mensen, evenals de biologische facetten die ik in mijn blog heb toegelicht :-).
Een ander bijkomend 'probleem' is weer het schoonheidsideaal, dit is uiteraard voornamelijk een probleem dat voorkomt bij vrouwen. Ik vind het lastig te stellen of dit een kwestie van zelfvertrouwen of dat er onderliggend in de psyche een andere reden te vinden is waaruit de gedachte volgt "ik moet mij houden aan het schoonheidsideaal". Dit is uiteraard het geval bij anorexia en boulimia, maar dan beland ik weer bij een gevaarlijke 'kip of het ei verhaal'.
Feit is echter dat het schoonheidsideaal voor een grote groep vrouwen belangrijk is. Echter zijn het juist vooral vrouwen die zichzelf conformeren met dit schoonheidsideaal die hier belang aan hechten. Voor vrouwen met overgewicht kunnen er twee dingen gebeuren:
1) Depressie --> "Ik zal nooit het lichaam kunnen hebben als in al die modebladen"
2) Afzondering cq. Weerstand --> "Ik ben tevreden met mijn lichaam! Iemand die het hier niet mee eens is kan in de stront zakken!"
Uiteraard is een derde vorm ook mogelijk, maar dit zijn naar mijn idee voornamelijk vrouwen die het schoonheidsideaal gebruiken als leidraad voor hun eigen gezondheid, zonder enige waarde te hechten aan het schoonheidsideaal. Dit zijn vaak de vrouwen met de meeste zelfvertrouwen, omdat zij in staat zijn het schoonheidsideaal te aanschouwen zonder hierdoor beïnvloed te raken :-).
Afijn, excuses voor de lange reactie, ik was weer even in 'schrijversmodus'.
Fijne zondag nog, groetjes!