donderdag 31 januari 2013

Filosofisch intermezzo - Het concept moraliteit

Onze tijd maakt de indruk van een interim-toestand; de oude wereldbeschouwingen, de oude culturen bestaan gedeeltelijk nog, de nieuwe zijn nog onzeker en niet ingeburgerd en daardoor nog geen afgeronde eenheid en weinig consequent. Het lijkt alsof alles chaotisch wordt, het oude verloren gaat, het nieuwe totaal niet deugt en steeds slapper wordt.[...] We wankelen, maar het is zaak daar niet angstig van te worden en het nieuw-verworvene prijs te geven. Bovendien kunnen we niet terug naar het oude, we hebben de schepen achter ons verbrand; het enige dat ons rest is dapper te zijn, waartoe dat ook mag leiden. - Als we maar doorlopen, als we maar van de plaats komen! - Friedrich Nietzsche - Menselijk al te menselijk - pagina 162 nederlandse vertaling Boom.

In mijn vorige blog, een filosofisch intermezzo over het begrip cultuur, ben ik in mijn persoonlijke zoektocht om het concept van moraliteit volledig te begrijpen beland bij het opstellen van een begrip van cultuur. Het uitgangspunt was dat de moraliteit en diens ontwikkeling inherent is aan de cultuur dat door een natie wordt gedragen. Het doel van deze essay is om tot een sluitende conclusie (voorzover dat mogelijk is) te komen over het thema moraliteit. Zoals te lezen is in mijn vorige blog heb ik een volledig overzicht gemaakt van de diversiteit aan essays die ik heb gewijd aan dit thema. Elke keer heb ik het thema uit een ander perspectief beschouwt en elke keer ben ik een stap dichter gekomen bij een finale conclusie. Echter ben ik van mening dat een sluitende conclusie enkel ten uitvoer kan worden gebracht door te reflecteren op de diversiteit aan aangedragen argumenten. Ik zal ieder argument onder de loep nemen, vaststellen of de vraagstelling correct is uitgevoerd én beantwoorden of deze bijdraagt tot het vormen van een uiteindelijke conclusie.

Ik begin bij mijn essay over het fenomeen van cultuur. In dit betoog heb ik het eerste aanstalten gemaakt op het opzetten van een correcte beeldvorming over het concept van cultuur. Ik heb geen concrete vraagstelling opgesteld danwel beantwoord. Wat ik echter kan deduceren is het volgende belangrijke gegeven: botsing van culturen leidt onherroepelijk tot het worden beïnvloed van de ene cultuur door de ander.
Zoals we kunnen vaststellen uit mijn vorige essay, waarin ik een aantal elementen van cultuur heb benoemd, worden deze elementen aangetast door de botsing van culturen. Doordat mensen noodzakelijkerwijze worden geconfronteerd met een andere denkwijze, gaan mensen hun eigen denkwijze reflecteren op die andere denkwijze. Dit kan op twee manier een gevolg hebben: 1)de eigen cultuur wordt intenser aangedragen vanwege een intense afkeer jegens de andere denkwijze; 2)de eigen cultuur wordt bekritiseerd op punten waar verandering gewenst is en het aanschouwen van een andere denkwijze toont aan hoe een verandering concreet wordt gemaakt in een bepaalde gedragswijze.
Een interessante denkwijze is om verder te beredeneren hoe deze twee mogelijkheden hun effect zullen hebben op een samenleving. Eigenlijk vallen we dan terug op een wijze van beredeneren, waarin de som van individuen bepaald in wat voor mate een cultuur wordt beïnvloed. Dit is tevens een goed moment om onze visie verder te verbreden op een volgende essay, waarin ik een omschrijving heb gemaakt van de invloed van individuen op elkander en hoe dit resulteert in een collectieve gedachtenwijze dat wordt uitgedragen als cultuur zijnde.

In mijn essay waarin ik vanuit een psychologisch perspectief een betoog heb opgesteld tussen het morele individu en cultuur heb ik een primair begin gemaakt in het analyseren van de interacties tussen individuen en de uiteindelijke weergave op de cultuur. Mijn uitgangspunt in deze essay was het karakter. Vervolgens heb ik verschillende vraagstellingen opgeworpen die allen betrekking hebben op de ontwikkeling die een individu maakt gedurende diens opgroeien van een kind tot aan een volwassen persoon.
Een belangrijk gegeven is de stelling dat een kind in staat voor het opstellen van een intrinsieke morele lat louter op basis van empathie. Dit is denk ik een goed punt om eens tegen een kritisch licht te houden en onderzoeken of deze gedachtewijze valide is.
Voordat we verder gaan is het raadzaam om te beschouwen wat wij verstaan onder het begrip van een "intrinsieke morele lat". Intrinsiek impliceert dat de morele lat enkel betrekking heeft op intrinsieke betrekkingen. Dus dat betekent dat een kind enkel kennis kan hebben van hoe het zijn gedrag ten opzichte van andere mensen moet uitten. Het kind heeft verder geen enkel inzicht op externe betrekkingen, los van de associatiepatronen die het al vanaf jongs af aan heeft geleerd. Deze vormen bij elkaar de morele lat. Het leert associatiepatronen die worden onderbouwd op basis van empathie. Dit betekent dat empathie een voorwaarde is voor het kunnen opstellen van een morele lat. Een kind dat wegens een willekeurige oorzaak (bv. een genetisch defect) niet in staat is om gewaar te worden van zijn/haar eigen empathisch gedrag, zal dan ook andere associatiepatronen leren dan een kind dat wél gewaarwordt van zijn/haar eigen empathisch gedrag (en dus gaat huilen indien het kind een ander kind ziet huilen etc.).
Kunnen wij spreken over moraliteit? In feite wel ja, in die zin dat een intrinsieke morele lat een fundament creëert voor het ontwikkelen van een moraal. Pas indien een kind een moraal heeft ontwikkeld, zal het zijn/haar gedrag hieraan conformeren en zal er daadwerkelijk sprake zijn van de ontwikkeling van moraal gedrag. Echter is de ontwikkeling een lange weg die het individu moet afleggen. Het kind dat geen empathie kent, zal geen intrinsieke morele lat hebben. Dat betekent dat het ontwikkelen van een moraliteit lastig zal zijn, maar niet onmogelijk is! Een intrinsieke morele lat fungeert louter als een fundament, dat betekent niet dat er alsnog een vorm van moraliteit kan worden ontwikkeld. Associatiepatronen zijn vrij simpel te veranderen, vooral indien er sprake is van een hogere intelligentie zijn de associatiepatronen sneller vervormbaar en vergemakkelijkt dit de ontwikkeling van een moraliteit bij een kind, ook al kent het geen empathie.

Niet alleen kinderen zonder een intrinsieke morele lat zijn in staat om een moraliteit te ontwikkelen, zelfs volwassenen op leeftijd zijn in staat om alsnog een moraliteit te ontwikkelen! Wat het lastig maakt, is de afname in plasticiteit van de hersenen gedurende het verouderingsproces. Dit betekent dat hoe ouder iemand is, hoe moeilijker iemand leert, dus hoe moeilijker iemand zijn/haar gedrag kan aanpassen. Maar lastig betekent niet onmogelijk en indien er sprake is van een noodzaak voor het ontwikkelen van een bepaald moraal bij een bepaald individu, des te groter is de kans dat het zal slagen.
Interessant wordt het indien er sprake is van een volwassen persoon die geen empathie kent en ook nog eens nooit een moraal heeft ontwikkeld. In feite heeft zo een persoon een zekere vorm van moraal ontwikkeld. De vraag is of de vorm van moraal die de persoon in kwestie heeft ontwikkeld voldoende overeenkomt met het moraal zoals het maatschappelijk gewenst is van een volwassen persoon. Het lastige is dat er al sprake is van een neurologisch defect - de persoon in kwestie kent geen empathie, dus dan is het aannemelijk dat ook andere neurologische feedback-mechanismen niet optimaal functioneren. Afhankelijk van de ernst van het neurologisch defect is de persoon in kwestie in potentie een psychopaat. Het hoeft echter niet te betekenen dat de persoon in kwestie een psychopaat is geworden. Indien de persoon zich heeft ontwikkeld in een normaal milieu en in diens jeugd niet is blootgesteld aan afwijkende gedragspatronen van volwassenen, dan is de kans aannemelijk dat de mate van moraal dusdanig is ontwikkeld bij de persoon, ondersteunt door diens associatiepatronen, dat het op een degelijke manier zal kunnen functioneren in onze maatschappij.
Het spreekt voor zich dat het belang van associatiepatronen vrij groot is in deze kwestie. Zolang de persoon geen verband zal leggen tussen een bepaalde vorm van crimineel gedrag en eventuele beloningen die eruit kunnen voortkomen, zal de persoon in kwestie een zeker vorm van moraal hebben. Het interessante is dat dit geen echte moraal in de concrete zin van het woord is. Er is sprake van een pseudo-moraal, voortgebracht door associatiepatronen. Een echt moraal wordt begeleid door associatiepatronen, maar fungeert er niet als het fundament van. Bij een pseudo-moraal wordt het moraal gedrag enkel voortgebracht door de associatiepatronen waarin een persoon heeft geleerd dat het loont om goed en deugdelijk gedrag te vertonen. Voor deze essay heeft het geen zin om dit concept verder uit te diepen.

Ok, op dit moment hebben we diverse fundamentele facetten van moraal optimaal onderzocht d.m.v. een filosofisch onderzoek. In het desbetreffende essay dat aanleiding gaf voor dit onderzoek wordt uiteindelijk een primaire aanleg opgezet waarin de concepten van moraliteit en cultuur met elkaar verbind, of althans dat ik een verband heb ontdekt waarin het ene fenomeen invloed uitoefent op de ander. Ik ga hier in een later stadium over door, eerst wil ik nog de psychologische facetten van moraliteit verder uitdiepen door het concept van het rechtvaardigheidsgevoel op een filosofische wijze te onderzoeken. Dat heb ik ten uitvoer gebracht in mijn betoog over het begrip moraliteit vanuit een psychologisch perspectief beschouwt.
Ook in deze essay wordt het belang van empathie voor de ontwikkeling van het moraal onderstreept. Waar ik echter in mijn andere essay een direct verband heb gelegd tussen empathie en moraal, beschouw ik in deze essay empathie als funderend voor ons rechtvaardigheidsgevoel. Het loont voor de volledigheid van deze essay om hier nader over na te denken.

Laten we beginnen met de volgende vraagstelling: wat houdt het begrip rechtvaardigheidsgevoel in?
Rechtvaardigheidsgevoel is ten eerste absoluut geen objectief gegeven. Het is een gevoel, dus dat impliceert dat er sprake is van een individuele beleving dat per definitie subjectief wordt ervaren. Ten tweede volgt hieruit dat rechtvaardigheidsgevoel niet kan functioneren als een fundament van moraal; moraal is een semi-objectief gegeven. Ieder mens met een degelijk moraal is in staat om een objectief oordeel te vormen, een objectief oordeel kan niet worden gefundeerd op een rechtvaardigheidsgevoel vanwege de enorme variaties in de subjectieve ervaring van het rechtvaardigheidsgevoel.
Het is wel mogelijk dat op basis van het rechtvaardigheidsgevoel een objectieve vorm van rechtvaardigheid zich ontwikkeld. Ik heb al eerder expliciet duidelijk gemaakt dat het rechtvaardigheidsgevoel geen analogie is van rechtvaardigheid. Het gevoel is een buitenproportionele manier van oordelen en kent dan ook geen daadwerkelijke realiteitsgehalte, maar is louter gebaseerd op de realiteit van het individu. Rechtvaardigheid daarentegen beschouwt de te oordelen situatie uit diverse perspectieven en draagt dan ook bij aan het opstellen van een realiteitsgetrouw oordeel. Een persoon met een groot rechtvaardigheidsgevoel kan enkel een realiteitsgetrouw oordeel van rechtvaardigheid ontwikkelen indien de persoon in kwestie in staat is om diens intensiteit aan emoties te relativeren en op een rationele wijze te beredeneren.
Dit gezegd hebbende impliceert dat de mate van empathie niet inherent is aan de mate van het ontwikkelen van een realiteitsgetrouw rechtvaardigheidsoordeel. Rest ons om deze gegevens verder te trekken richting het moraal. Welke gedachtenwijze draagt het meest bij aan het ontwikkelen van een moraliteit? Of zijn beide even belangrijk voor het ontwikkelen van een moraliteit? Ik neig naar een evengroot belang van beiden. Een persoon met een integer rechtvaardigheidsgevoel zal altijd bewust zijn van zijn eigen gedrag, van de noodzaak voor het tonen van moraal gedrag. Maar een persoon die geen rechtvaardigheidsgevoel kent, maar wel op een rationele wijze kan oordelen over het handelen van een persoon beschikt over zo een integer moraal als de eerste persoon in kwestie. Het verschil zit hem echter in de ervaring. Een persoon die emoties betrekt (wat dus het geval is bij het rechtvaardigheidsgevoel) zal zich gevoelsmatiger veel meer betrokken voelen bij menselijke interacties dan iemand die enkel op een rationele wijze mensen benaderd. Echter staat dit volledig los van moraliteit en is dit louter toegespitst op het ervaren van moraal gedrag en het effect op andere mensen.

Dan zijn we uiteindelijk aangekomen bij de laatste essay waarin ik vanuit een filosofisch perspectief het begrip moraliteit nader heb onderzocht. Ook in deze essay ben ik gaan terugblikken op eerdere conclusies die ik heb opgesteld. Ik ben begonnen door het concept van moraliteit te beschouwen uit een metafysisch perspectief. Dit is een goed punt om bij stil te staan: is de metafysica van zo een groot belang om dit te betrekken in het opstellen van een begrip van het concept moraliteit?
Moraliteit an sich is een abstract fenomeen. Het beginsel van moraliteit kan uit een metafysisch perspectief worden beschouwd door een diepgaand filosofisch onderzoek uit te voeren dat betrekking heeft op de motieven achter de menselijke psyche. De franse filosoof Jean-Paul Sartre schreef hierover het volgende in zijn baanbrekend werk Het zijn en het niet, nederlandse vertaling door Frans de Haan, pagina 768:
"Maar de ontologie en de existentiële psycholanalyse [...] moeten aan de morele actor onthullen dat het zijn is waardoor de waarden bestaan. Dan zal de vrijheid zich van zichzelf bewust worden en zich in de angst ontdekken als de enige bron van de waarde en als het niet waardoor de wereld bestaat. Zodra de zoektocht naar het zijn en de toe-eigening van het zijn aan de vrijheid worden onthuld als haar mogelijkheden, zal door en in de angst vatten dat deze slechts mogelijk zijn tegen de achtergrondsmogelijkheid van andere mogelijkheden."
Dit gegeven werpt direct een ander licht op het concept van moraliteit. Kunnen wij dit vereenzelvigen met Plato's Ideeën? In feite niet, omdat dit concept toegespitst is op een ander perspectief van moraliteit. Plato's Ideeën omvat de abstractie van universele concepten, op een compleet andere manier beschouwd als in andere filosofiën. Plato was van mening dat er naast het bestaan van onze wereld, nog een tweede wereld leefde dat analoog aan de onze liep. Op basis van de ideeënleer kan er worden toegewerkt naar een ideeël beeld van moraliteit.
Jean-Paul Sartre daarentegen heeft zijn filosofie gefundeerd op de filosofie van Edmund Husserl's fenomenologie. De fenomenologie kan worden beschouwd als het verlengde van de filosofie van Immanuel Kant die met zijn Kritiek van de Zuivere Rede de metafysica heeft herschreven door op een unieke wijze het empirisme (het waarneembare) en het rationalisme (het vermogen voor beredenatie) te vermengen tot één idealistisch alomvattend systeem. Waar Kant echter een alomvattend filosofisch systeem heeft ontwikkeld, is Husserl zich gaan richten op het fenomeen en de unieke ervaring van het individu.

Ok, wat betekent dit verder voor het stellen van een conclusie? Dat er eerst moet worden onderzocht of de rest van de vorige essay nog wel valide is. Plato's Ideeën zijn aangedragen als metafysisch systeem dat dient ter verklaring van het begrip moraliteit. Met dit nieuw verkregen inzicht op basis van Sartre's "zijn" is het raadzaam om eerst een kritische beschouwing te plaatsen over de hele essay.
Een belangrijk punt is het vaststellen van een paradigma. Dit paradigma is als volgt opgesteld:
"het bestaan van alle menselijke interacties worden gereduceerd tot een metafysische substantie - ons hele menselijke bestaan wordt teniet gedaan door de onmogelijkheid om een invulling te geven aan ons bestaan, dit leidt onheroepelijk tot een diepgaande vorm van nihilisme en daaropvolgend een degradatie van elke vorm van menselijkheid en diens moraliteit. Terwijl het hier ons toch om te doen is, om vast te stellen of moraliteit als substantie kan bestaan of dat dit een menselijk begrip is dat enkel bestaat binnen menselijke interacties."
Kunnen wij nog steeds stellen dat dit paradigma van toepassing is? In feite wel, het hele begrip van moraliteit is toegespitst op de aanname van het bestaan van de vrije wil. Dat is tevens het uitgangspunt van Sartre's "Zijn en niet", namelijk dat de vrijheid van ons zijn leidt tot het funderen van ons eigen bestaan en dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor ons handelen. En dit lijkt mij een goed punt om dit essay te eindigen. Alle essay's zijn op hun validiteit m.b.t. het concept van moraliteit gecontroleerd. Hier en daar ben ik iets verdiepends gaan analyseren, om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat ieder argument, afgezien van de betrekking van moraliteit op Plato's Ideeën, valide is. In de volgende blog zal ik dieper ingaan op de interacties die bestaan tussen moraliteit & cultuur.

Mijn vrienden, ik wens ieder een hele fijne avond toe!
Een dikke knuffel van jullie semi-filosoof, Halbe!

woensdag 23 januari 2013

Het gevaar van sociale media - De digitale schandpaal

Sociale media - het is al sinds enkele jaren een begrip geworden in onze maatschappij. Het bestaat al heel wat jaren, maar pas de laatste paar jaren begint het actueel te worden, raken meer mensen betrokken bij het gebruiken van sociale media. Facebook is in onze huidige maatschappij een begrip geworden, hyves kennen we tegenwoordig amper meer, die is (helaas) doodgebloed nadat Raymond Hyves heeft verkocht aan de TGM. Echter beginnen nu ook de gevaren van sociale media concretere vormen aan te nemen.

Naar mijn weten was het eerste 'echte' incident voorgekomen op 3 juni 2011. Toen was er een duits meisje genaamd Thessa die voor haar 16e verjaardag een grote groep vrienden had uitgenodigd. Schijnbaar stond de uitnodiging op openbaar en werd er via "mond-op-mond-reclame" (kan je hiervan nog spreken als je elkaar aanspreekt op facebook of een andersoortig sociaal medium?) doorgegeven dat er een verjaardag zou worden gevierd van een meisje genaamd Thessa.
In de uitnodiging stond namelijk ook een adres vermeld. In de eerste instantie zou je dit niet beschouwen als je een uitnodiging maakt voor vrienden, maar omdat iedereen de uitnodiging had gelezen was men en masse opgetrokken naar de desbetreffende straat.
Het meisje was ondertussen al weggevlucht, naar haar opa en oma afgaande op de berichtgeving. Maar dat weerhield mensen er niet van om alsnog erheen te gaan met de verwachting te kunnen gaan feesten. Een gezellig feestje werd het uiteindelijk niet, want alle hooggespannen verwachtingen werden niet ingewilligd. Het leidde uiteindelijk tot een rel, want al die mensen hadden spanning en sensatie verwacht en dat kregen zij niet! Dus dan gingen ze maar zelf zorgen voor die sensatie, met alle gevolgen van dien. Afgaande op de berichtgeving was het feest niet uitgelopen op een ramp. Elf mensen zouden zijn gearresteerd en de schade was nihiel.

Project X Haren was echter van een heel ander kaliber. Geïnspireerd door de gelijknamige film 'Project X', waarin een groepje jongeren een feest hebben georganiseerd dat uiteindelijk uit de hand is gelopen, heeft zich in ons landje aan de zee ook een gebeurtenis van formaat voorgedaan.
Een meisje uit Groningen die eveneens 16 jaar zou worden (goh, zit het hem wellicht in de leeftijd?) zou zij haar verjaardag vieren en zij wilde dat natuurlijk groots aanpakken. Dus had zij via facebook een evenement aangemaakt voor haar verjaardag, met daarin wederom een adres vermeld.
En net als Thessa, had Merthe blijkbaar het evenement openbaar gesteld, waardoor er binnen een mum van tijd grote hoeveelheden mensen attent werden gemaakt op een feest dat zich zou voordoen in het kleine dorpje Haren. Al gauw werd dit feest door enkele individuen bestempeld als 'Project X Haren'. Maar waar het feestje in Duitsland vrij gemoedelijk verliep, was Project X Haren uitgelopen op een ware ramp. Naar schatting waren er bij beide feesten net zoveel jongeren aanwezig. Maar in Haren ging men daadwerkelijk rellen, werden er vernielingen aangericht met een schadepost van ca. 250000 euro (!) en waren er zelfs mensen gewond geraakt, waaronder een bejaarde man die zwaargewond was geraakt toen hij met een steen op zijn hoofd werd geraakt, nota bene in zijn eigen woning.

Het is altijd interessant om een ontwikkeling als die van 'Project X Haren" te analyseren. Een hoop mensen leggen de schuld bij de media, juist omdat er enorm veel aandacht werd besteed aan dit feest en het feit dat er expliciet werd vermeld "er komt geen feest", waren mensen blijkbaar toch nieuwsgierig geworden. Ik kan me herinneren dat iemand was geïnterviewd die er was geweest. Hij kwam zelf uit Anna Paulowna, een klein dorp in Noord-Holland. Hij was dat hele eind gaan afreizen om bij dat feest aanwezig te zijn. Zijn argument was "ik had een happening verwacht, ik had dit willen bijwonen".
Deze bovenstaande situaties tonen aan dat sociale media een gevaar in zich heeft. Mensen zijn sociale dieren en wij worden aangetrokken door de gedachte om betrokken te zijn bij een sociaal fenomeen. Natuurlijk is dit afhankelijk van het individu en diens individuele motivaties om aanwezig te zijn bij een gebeurtenis als deze, maar feit is dat de ongebrijdelde vrijheid van sociale media aanleiding zijn voor gebeurtenissen als deze.

En dat is niet alles! Nee, sinds enkele dagen is nederland in de ban van een zeer ernstige gebeurtenis. in verschillende media is te zien hoe een jongen zonder enige aanleiding wordt belaagd door een groepje jongeren. In het filmpje is te zien hoe er een woordenwisseling plaatsvindt, vervolgens wordt er geduwd en daarna wordt hij geslagen en tot vier keer aan toe met volle kracht getrapt op zijn achterhoofd terwijl hij op de grond ligt.
Een misdaad als deze is vrij ernstig. Vooral het feit dat er sprake is van zinloos geweld zorgt voor een enorme commotie in de maatschappij. De laatste keer dat iemand kwam te overlijden aan zinloos geweld was Richard Nieuwenhuizen, dat was in december vorig jaar. Net een maand later worden wij als maatschappij wederom geconfronteerd met een geval van zinloos geweld. Werd vorige maand de discussie rondom voetbalgeweld op scherp gezet, evenals de gemoederen tussen diverse individuen die graag met het schuldige vingertje wijzen naar "die kutmarokkanen", richt Nederland in deze situatie zijn pijlen maar al te graag op die klootzakken die het lef hadden om iemand zo achteloos neer te slaan.

Al hoewel ik de onderliggende onderbuikgevoelens kan begrijpen en erkennen, daar ik zelf ook vechtsporten beoefen, kan ik niet begrijpen hoe mensen sociale media tegenwoordig gebruiken als een schandpaal. Dat de politie het filmpje publiekelijk maakt is begrijpelijk. Schijnbaar vorderde het onderzoek niet optimaal waardoor zij het noodzakelijk achtte om gebruik te maken van de maatschappelijke druk. Door het vrijgeven van de beelden waren zij ervan overtuigd dat het ervoor zorgt dat de jongeren zich zelf zullen aangeven bij de politie.
Het grote gevaar is dat mensen voor eigen rechter gaan spelen. Wij leven in een laveloze maatschappij die het concept van rechten enkel in een subjectief kader kan plaatsen. Er leeft blijkbaar een tendentie onder een grote laag in onze bevolking dat indien een persoon een misdaad begaat, dat de dader in kwestie diens rechten direct kwijtraakt. Ik vind dit werkelijk een walgelijke en bekrompen gedachtengang en ieder persoon dit deze ideeën uitdraagt heeft naar mijn mening een tekort aan ontwikkeling.
Ik heb hier al eerder een betoog over geschreven, maar elke keer dat ik wordt geconfronteerd met zulke ideeën blijf ik mij verbazen over mijn medemens. Is onze maatschappij zo laag gezonken in zijn infantiliteit dat het enkel in staat is om zich de gebeten hond te voelen? Kan het zichzelf enkel in de slachtoffer plaatsen terwijl het niet eens het concrete slachtoffer is?
Ieder individu die een delict ten uitvoer brengt moet hiervoor worden gestraft, geheel volgens een proportionele strafmaat. Maar wat iedereen schijnbaar vergeet is dat ieder individu uiteindelijk zijn/haar terugkeer maakt in de maatschappij. Juist daarom is het belangrijk om een persoon niet te stigmatiseren, maar die persoon te laten ontwikkelen en zelf laten inzien dat het slecht heeft gehandeld en dat een persoon altijd anders kan handelen dan diens primaire ingeving. Dat ieder persoon moreel kan handelen, als een persoon hier maar bewust van wordt.
Maar dat vergeet iedereen voor het gemak, want zo een digitale schandpaal is toch wel verdomd handig of niet? En ik maar denken dat wij ons in de 21ste eeuw bevinden, i.p.v. de middeleeuwen...

Mijn vrienden, ik wens ieder een hele fijne avond toe! Een dikke knuffel van Halbe, wereldverbeteraar pur sang!